ECLI:NL:RBMNE:2019:6743

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2019
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
C/16/488889 / FA RK 19-5824
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen in echtscheidingsprocedure met betrekking tot kinderen en alimentatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 november 2019 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 20 november 2019 een mondelinge behandeling hebben gehad. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.C. van Bemmel, heeft verzocht om voorlopige voorzieningen in het kader van de aanstaande echtscheiding. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Boeijink, heeft een verweerschrift ingediend en eigen verzoeken gedaan. De partijen zijn in 2007 getrouwd en hebben samen drie minderjarige kinderen. De vrouw heeft aangegeven een echtscheidingsverzoek te willen indienen en vraagt de rechtbank om tijdelijke maatregelen te treffen voor de duur van de echtscheidingsprocedure.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de kinderen aan de vrouw moeten worden toevertrouwd, aangezien beide partijen het daarover eens zijn. De man heeft verzocht om een zorgregeling, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat partijen hebben afgesproken om in mediation te gaan om afspraken te maken over de zorgregeling. De rechtbank heeft ook de alimentatie vastgesteld, waarbij de man met ingang van 1 november 2019 $ 500,- per kind per maand en $ 1.000,- per maand voor de vrouw moet bijdragen. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op 1 november 2019, in lijn met de gebruikelijke praktijk in voorlopige voorzieningen.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de overige verzoeken van de man afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.A. Braeken, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. F. de Kleijn als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/488889 / FA RK 19-5824
Beschikking van 27 november 2019
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. A.J.C. van Bemmel,
tegen
[verweerder] ,
wonende in de Verenigde Staten,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. J.W. Boeijink.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft ontvangen:
  • een verzoekschrift van de vrouw, binnengekomen per fax op 4 oktober 2019;
  • het verweerschrift van de man met eigen verzoeken;
  • een brief van 18 november 2019 van de vrouw;
  • een brief van 19 november 2019 van de vrouw.
1.2.
Op 20 november 2019 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen waren aanwezig, bijgestaan door hun advocaten.
1.3.
De rechter heeft op 20 november 2019 (in afwezigheid van partijen) ook gesproken met [voornaam van minderjarig 1] .

2.Beoordeling

Waar gaat het over?
2.1.
Partijen zijn op [trouwdatum] 2007 in [.] getrouwd. Zij hebben samen drie kinderen:
  • [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2007 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2008 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2011 in [geboorteplaats] .
2.2.
De vrouw is van plan een echtscheidingsverzoek in te dienen. Zij vraagt de rechtbank nu om tijdelijke maatregelen te treffen voor de duur van de echtscheidingsprocedure, ook wel voorlopige voorzieningen genoemd. De man kan zich vinden in de toevertrouwing van de kinderen aan de vrouw maar vindt dat de overige verzoeken van de vrouw moeten worden afgewezen. Hij vraagt de rechtbank een zorgregeling vast te stellen.
2.3.
De Nederlandse rechter is bevoegd kennis te nemen van de verzoeken en het Nederlands recht is van toepassing.
Toevertrouwing
2.4.
De rechtbank zal de kinderen toevertrouwen aan de vrouw, omdat partijen het hier over eens zijn en van andere bezwaren tegen de toevertrouwing van de kinderen aan de vrouw niet is gebleken.
Zorgregeling
2.5.
De rechtbank zal het verzoek van de man afwijzen omdat partijen hebben afgesproken om in mediation te gaan om afspraken te maken over (onder meer) de zorgregeling. De rechtbank vindt het in het belang van de kinderen dat partijen hun verantwoordelijkheid als ouders nemen om te werken aan een goed contact tussen de man en de kinderen. Partijen hebben al een eerste contactmoment afgesproken op 23 november 2019 van 8.30 uur tot 20.00 uur. De rechtbank gaat er vanuit dat het partijen in de mediation een afspraak te maken voor het volgende moment dat de vader in Nederland is (naar verwachting in januari/februari 2020).
Kinder- en partneralimentatie
2.6.
De rechtbank zal vastleggen dat de man met ingang van 1 november 2019
$ 500,- per kind per maand aan de vrouw bijdraagt in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen en met $ 1.000,- per maand in het levensonderhoud van de vrouw. Partijen hebben hierover grotendeels overeenstemming bereikt. Het enige wat hen verdeeld houdt is de ingangsdatum. De vrouw vindt dat als ingangsdatum 4 oktober 2019 moet worden aangehouden en de man 1 november 2019. Omdat het in voorlopige voorzieningen gebruikelijk is aan te sluiten bij de datum van de beschikking, zal de rechtbank de man volgen en uitgaan van 1 november 2019.

3.Beslissing voor de duur van de echtscheidingsprocedure

De rechtbank
3.1.
vertrouwt vanaf heden [voornaam van minderjarig 1] , [voornaam van minderjarige 2] en [voornaam van minderjarige 3] toe aan de vrouw;
3.2.
stelt bij wijze van zorgregeling vast dat de man op 23 november 2019 van 8.30 uur tot 20.00 uur omgang met de kinderen heeft, in onderling overleg uit te breiden;
3.3.
stelt het bedrag dat de man met ingang van 1 november 2019 aan de vrouw voldoet als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vast op $ 500,- per kind per maand;
3.4.
stelt het bedrag dat de man met ingang van 1 november 2019 aan de vrouw voldoet als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud op $ 1.000,- per maand;
3.5.
wijst het meer of anders gevraagde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.A. Braeken (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. F. de Kleijn als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2019.
..