ECLI:NL:RBMNE:2019:6725

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 juli 2019
Publicatiedatum
6 januari 2021
Zaaknummer
C/16/482371 / JL RK 19-341
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling tussen vader en minderjarige vastgesteld door kinderrechter

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de omgangsregeling tussen de vader en zijn minderjarige dochter, geboren in 2013. De zaak werd behandeld in het kader van een verzoek van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland, die op basis van artikel 1:265g lid 1 BW verzocht om een omgangsregeling vast te stellen. De kinderrechter heeft de moeder, de pleegmoeder en de vader als belanghebbenden aangemerkt. Tijdens de zitting op 16 juli 2019 werd duidelijk dat er spanningen waren tussen de ouders, maar dat de vader wel degelijk betrokken wilde zijn in het leven van zijn dochter. De moeder gaf aan dat zij achter de omgang stond, maar dat zij meer informatie wilde over de thuissituatie van de vader. De kinderrechter heeft overwogen dat, hoewel de ouderschapsbemiddeling nog niet was gestart, het van belang was om duidelijkheid te scheppen voor de minderjarige. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om een omgangsregeling vast te stellen, waarbij de regie ten aanzien van de omgang bij de GI werd neergelegd. De omgangsregeling houdt in dat de vader om de week op dinsdag van 16.00 tot 17.00 uur onder begeleiding contact heeft met zijn dochter. De kinderrechter benadrukte het belang van de wensen van de minderjarige en de rol van de GI in het ondersteunen van de afspraken die in het kader van de ouderschapsbemiddeling worden gemaakt.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Almere
Zaakgegevens : C/16/482371 / JL RK 19-341
datum uitspraak:

beschikking omgangsregeling

in de zaak van
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI),
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] ,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen de pleegmoeder,

wonende te [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam informant] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 6 juni 2019, ingekomen bij de griffie op 11 juni 2019.
Op 16 juli 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld en gehoord:
- de moeder, bijgestaan door mr. N. Groen,
- de vader,
- de pleegmoeder,
- mevrouw [A] namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder. Bij beschikking van 11 juli 2019 is de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige] verlengd tot 13 juli 2019.
Tevens is bij voormelde beschikking de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] bij pleegmoeder verlengd, voor de duur van de ondertoezichtstelling.

Het verzoek

De GI heeft op grond van artikel 1:265g lid 1 BW verzocht een omgangsregeling tussen [voornaam van minderjarige] en vader vast te stellen en deze verder uit te breiden naar inzicht van de gezinsvoogd.

De standpunten

De jeugdhulpverlener heeft ter zitting het volgende naar voren gebracht. Ouders zijn aangemeld voor ouderschapsbemiddeling, maar daarvoor is een wachtlijst van een aantal maanden. Het zou mooi zijn als ouders in het kader van de ouderschapsbemiddeling samen afspraken kunnen maken. Op dit moment zijn er echter nog spanningen. Er is lang geen contact geweest tussen ouders. De afspraken rondom de omgang moeten worden vastgelegd. Als ouders uiteindelijk een ouderschapsplan opstellen, zal de GI de afspraken die daarin zijn vastgelegd ondersteunen. Als het verzoek wordt toegewezen zal de omgang na twee à drie keer opnieuw worden geëvalueerd en mogelijk worden uitgebreid.
Vader heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. Het is fijn dat de omgang zal worden uitgebreid. Het maakt vader niet uit op welke manier dat gebeurt, zolang hij maar contact heeft met [voornaam van minderjarige] .
Door en namens moeder is ter zitting het volgende naar voren gebracht. Moeder zou graag zien dat het verzoek van de GI wordt aangehouden in afwachting van de ouderschapsbemiddeling. Voor de duur van het traject van ouderschapsbemiddeling kan de regie voor wat betreft de omgang worden neergelegd bij de GI. De strekking van de ouderschapsbemiddeling is dat ouders samen een ouderschapsplan gaan opstellen. Moeder vindt het daarnaast kwalijk dat er in het kader van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing veel is ondernomen door de GI, maar dat dit verzoek pas nu wordt ingediend. Moeder staat achter de omgang tussen vader en [voornaam van minderjarige] en ziet dat [voornaam van minderjarige] daar behoefte aan heeft. Wel heeft moeder haar bedenkingen over de thuissituatie van vader en zou zij graag meer informatie willen ontvangen over het verloop van de omgang tussen vader en [voornaam van minderjarige] . Het is goed om af te wachten hoe de ouderschapsbemiddeling verloopt, voordat een definitieve regeling wordt vastgesteld.
Pleegmoeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat het goed zou zijn als eerst wordt afgewacht wat voor effect de speltherapie heeft op [voornaam van minderjarige] . Dan kan goed worden gekeken wat er in [voornaam van minderjarige] haar hoofd omgaat en wat er voor haar nodig is.

De beoordeling

Op grond van artikel 1:265g, eerste lid BW kan de kinderrechter, voor de duur van de ondertoezichtstelling, op verzoek van de GI een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang vaststellen of wijzigen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt het volgende. Vader heeft sinds 5 februari 2019 begeleid contact met [voornaam van minderjarige] . Deze omgangen verlopen positief en vader sluit goed aan bij wat [voornaam van minderjarige] nodig heeft. Vader is, voordat ouders uit elkaar gingen, altijd betrokken geweest in het leven van [voornaam van minderjarige] en wil dat nu ook zijn. Hoewel er nu enige ontspanning lijkt plaats te vinden is de relatie tussen ouders nog te gespannen om samen afspraken te kunnen maken in het belang van [voornaam van minderjarige] over bijvoorbeeld het contact met vader. Ouders staan open voor ouderschapsbemiddeling. Omdat het contact tussen vader en [voornaam van minderjarige] erg belangrijk is, is de GI van mening dat een omgangsregeling dient te worden vastgesteld. Moeder is het hiermee eens.
De kinderrechter overweegt als volgt. De wens van moeder om in het kader van de ouderschapsbemiddeling gezamenlijk een ouderschapsplan op te stellen en deze procedure in afwachting daarvan aan te houden is zeer begrijpelijk. Anderzijds is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de ouderschapsbemiddeling zal gaan starten en hoe lang dat traject zal gaan duren. Dat maakt dat, wanneer er in de tussentijd geen afspraken gemaakt worden over het contact tussen [voornaam van minderjarige] en vader, de onduidelijkheid die er nu is zal blijven bestaan. De kinderrechter acht het van belang dat deze duidelijkheid er komt zodat met name [voornaam van minderjarige] weet waar zij aan toe is in het contact met vader. Het contact tussen [voornaam van minderjarige] en vader verloopt positief en beiden genieten hier zichtbaar van. De kinderrechter acht het dan ook in het belang van [voornaam van minderjarige] dat er een omgangsregeling met vader wordt vastgesteld en dat de verdere regie ten aanzien van de omgang wordt neergelegd bij de GI. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
De kinderrechter hecht er tot slot aan op te merken dat het goed zou zijn als, indien ouders in het kader van de ouderschapsbemiddeling afspraken maken over de omgang, deze afspraken door de GI worden ondersteund. Daarnaast dient de GI te allen tijde rekening te houden met de wensen van [voornaam van minderjarige] en is het belangrijk dat de bevindingen van de speltherapeut ten aanzien van de omgang worden meegenomen in de besluitvorming van de GI.

De beslissing

De kinderrechter:
bepaalt als omgangsregeling tussen de vader en [voornaam van minderjarige] :
- om de week op dinsdag van 16.00 tot 17.00 uur onder begeleiding, waarin de regie ten aanzien van de uitbreiding en vormgeving van het contact tussen vader en [voornaam van minderjarige] bij de GI wordt neergelegd.
Deze beschikking is gegeven door mr. K.G. van de Streek, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van Garderen als griffier en in het openbaar uitgesproken op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op