Op 3 september 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam van minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en vader, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet zijn verschenen. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar en de uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening te verlengen, in overweging genomen. De advocaat van de moeder heeft aangegeven dat zij het verzoek begrijpt, maar verzoekt om de duur van de uithuisplaatsing te beperken tot vier tot zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het perspectief van [voornaam van minderjarige] nog niet is vastgesteld en dat de ontwikkeling van het kind nog altijd bedreigd wordt. Daarom heeft de kinderrechter besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 9 september 2020 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 9 maart 2020. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de GI de kinderrechter schriftelijk moet informeren over de uitkomsten van de onderzoeken en de gevolgen voor het perspectief van [voornaam van minderjarige]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2019.