In deze zaak heeft de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland op 13 februari 2019 een verzoekschrift ingediend om de voogdij over de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007, te wijzigen. De kinderrechter heeft de minderjarige uitgenodigd voor een gesprek, maar deze heeft hier geen gebruik van gemaakt. Tijdens de zitting op 4 juli 2019 waren de GI, de pleegouders, de moeder en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De moeder heeft haar onvrede geuit over de GI, maar is tevreden over de pleegouders. De rechtbank heeft op basis van artikel 1:322 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om de pleegouders met de voogdij te belasten. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en de GI ontslagen van de voogdij. De beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2019. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.