Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Procesverloop
Overwegingen
voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven’. [1] Het artikel is in het leven geroepen vanwege de noodzaak van een adequate bestuurlijke aanpak bij het drugsbeleid. [2] Om de negatieve effecten van de handel in drugs nog verder te kunnen tegengaan is de bevoegdheid later uitgebreid naar ‘
woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij woningen of die lokalen behorende erven’. [3] Artikel 13b van Opiumwet spreekt na deze uitbreiding over woningen en lokalen. [4] De sluitingsbevoegdheid ziet sindsdien dus op elk – al dan niet voor het publiek openstaand – lokaal.
overige lokalenvoor wat betreft de handhaving van de Opiumwet. De tekst wordt uitgebreid naar
lokalen, niet zijnde woningen. [5] Uit het voorgaande volgt dat het overkoepelende begrip in artikel 13b van de Opiumwet het ‘
lokaal’ is. De woning is een specifieke variant van een lokaal, namelijk een voor de buitenwereld afgesloten plaats waar iemand zijn privaat huiselijk leven leidt. De functie van het lokaal, het leiden van een privaat huiselijk leven, bepaalt derhalve of het als woning kan worden aangemerkt. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in het gegeven dat de wetgever bij wijze van voorbeeld noemt dat een hotelkamer in beginsel een niet voor het publiek toegankelijk lokaal is, voor zover dit niet onder het begrip woning valt. [6]
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.