9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24c, 57 en 62 van het Wetboek van Strafrecht en
- 13, 26, 27, 54 en 55 van de Wet wapens en munitie,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
10 BESLISSING
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot:
ten aanzien van feit 2, 3 en 4
- een taakstraf van 25 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 12 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
- bepaalt dat de taakstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- een geldboete van € 300,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 6 dagen;
- bepaalt dat de geldboete
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. A.R. Creutzberg en C. van de Lustgraaf, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 september 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 16 oktober 2018, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een wapen van categorie IV, onder 7, heeft gedragen, te weten een alarmpistool (merk FB Record), in elk geval een voorwerp, waarvan, gelet op de aard of de omstandigheden waaronder dat voorwerp werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden
aangenomen dat zij was bestemd om letsel aan personen toe te brengen, of te dreigen en dat niet onder een van de andere categorieën viel;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daarin in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
( art 27 lid 1 Wet wapens en munitie )
2
hij, op of omstreeks 16 oktober 2018, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, voorhanden heeft gehad (ongeveer) 23 scherpe patronen (kaliber 22mm LR, merk(en) Eley en/of Remington en/of CCI en/of Winchester en/of RWS), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
3
hij, op of omstreeks 16 oktober 2018, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een of meer wapen(s) van categorie I, onder 3, te weten een of meer boksbeugel(s), voorhanden heeft gehad;
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )
4
hij, op of omstreeks 16 oktober 2018, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, een wapen van categorie I, onder 3, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad;
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )