Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
(de rechtbank begrijpt dat hier verdachte [verdachte] wordt bedoeld)op de tiende etage de lift in; [6]
(de rechtbank begrijpt dat verdachte hiermee een aansteker bedoelt)een prop papier aangestoken, gewacht tot het brandde en de prop papier midden op het bed gegooid. [9] Hij had even daarvoor een flinke scheut ethanol uit de navulflacon voor de Zippo op het papier gedaan. [10]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
keuzes en gedragingen. Verdachte was ten tijde van het ten laste gelegde fors psychotisch en handelde vanuit angst, boosheid, machteloosheid en wanhoop, direct voortkomend
uit de psychotische stoornis. Hij had in het kader van de stoornis last van het horen van stemmen, en paranoïde, grootheids- en beïnvloedingswanen. Deze beperkten hem in verregaande zin in zijn algehele functioneren. Hij sliep slecht en raakte in toenemende mate radeloos. Op de avond van het ten laste gelegde kwam dit tot een dieptepunt, waarbij ook frustratie en woede een rol speelden. Het brandstichten op zijn kamer gebeurde in het kader van de overtuiging dat hij de stemmen en het complot tegen hem, waarvan hij vanuit de psychose overtuigd was, op die manier kon stoppen. Gehinderd door de psychotische stoornis stond hij niet stil bij andere consequenties en gevaren.
Geadviseerd wordt om verdachte het ten laste gelegde in het geheel niet toe te rekenen