Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
zaaknummer: UTR 18/3431 Rectificatie pagina 2 en 3
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 september 2019 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, te [woonplaats] , tezamen: eisers
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2019 uitspraak gedaan in de procedure tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden (verweerder) en eisers, die een aanvraag hadden ingediend voor de legalisatie van drie bouwwerken op een perceel in Woerden. Het bestreden besluit, dat op 2 juli 2018 was genomen, wees deze aanvraag af. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 18 juni 2019 zijn eisers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 25 juli 2019 verweerder de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Verweerder heeft echter aangegeven geen gebruik te maken van deze gelegenheid.
De rechtbank heeft in haar einduitspraak overwogen dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen en in strijd is met de relevante wetgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes maanden een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.