4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] heeft (namens [instelling] ) aangifte gedaan en heeft als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 22 december 2018, omstreeks 04.00 uur werd ik wakker van gerommel. Ik zag het schijnsel van een zaklamp in mijn woning. Ik zag dat dit vanuit de achtertuin kwam. Ik zag in het schijnsel van dit licht tenminste 2 silhouetten van personen bij het achterraam staan. Ik hoorde harde klappen en breek geluiden bij het raam vandaan komen.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in hun proces-verbaal Sporenonderzoek onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Het onderzoek werd verricht bij [slachtoffer 1] te [adres] , [postcode] [plaats] .Aan de achterzijde van de woning bevond zich een tuin, welke was omheind door een schutting. Mevrouw [slachtoffer 1] verklaarde ons dat zij personen in het donker gekleed voor het keukenraam zag staan. Mevrouw [slachtoffer 1] verklaarde ons dat één van deze personen een rood breekijzer in de handen had.
Men was de plaats aan de achterzijde van de woning opgelopen. Hier had men de buitenlamp boven de achterdeur met pluggen uit de muur getrokken. Men had aan de achterzijde van de woning gepoogd het uitzetraam van de keuken open te breken door met een breekvoorwerp in de sluitnaad van het raam te wrikken. Wij zagen in de sluitnaad van het uitzetraam, in een afdruk van de klauwzijde van een breekijzer, oranje/rode verf, welke afkomstig was van het gebruikte breekvoorwerp.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in zijn proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 22 december 2018 omstreeks 03.52 uur werd de melding uitgegeven dat er werd ingebroken of geprobeerd in te breken bij de [adres] te [plaats] . Omstreeks 04.00 uur zagen wij dat er een scooter op de weg reed. De scooter trok de aandacht omdat hij vanuit de richting van het incident kwam rijden. Ik zag dat er tweemaal wat werd weggegooid. Ik zag dat dit werd gedaan door de opzittende van de scooter. Wij hielden de opzittende staande ter hoogte van de kruising tussen de busbaan en [locatie] . De drie opzittende bleken te zijn:
Naam : [medeverdachte 1]
Voornamen : [medeverdachte 1]
Geboortedatum : [2001]
Naam: [medeverdachte 2]
Voornamen: [medeverdachte 2]
Geboortedatum: [2001]
Naam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [1999]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in zijn proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 22 december 2018 omstreeks 04.10 uur was ik ter plaatse op de kruising [locatie] met de busbaan. Ik zag dat de diensthond [A] bij een witte bundel van plastic boterhamzakjes ging liggen. Ik hoorde collega [verbalisant 3] zeggen dat er een zaklampje in zat. Ik zag dat [A] bij een groene tas bleef staan. Ik hoorde collega [verbalisant 3] zeggen dat er een oranje breekijzer in zat.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft in zijn proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 22 december 2018 omstreeks 03.52 uur heeft de bewoonster van de [adres] te [plaats] een melding gedaan bij de politie. Op zaterdag 22 december 2018 doet de bewoner van de [adres] te [plaats] een melding van een inbraak in zijn woning.
Beide locaties heb ik in Google Maps genoteerd. Hieruit bleek dat de loop afstand 4 minuten is voor de 300 meter.
[slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan en hieraan een bijlage gestolen goederen toegevoegd. Hij heeft als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 21 december 2018 te 20:00 uur heb ik de woning verlaten. De woning was deugdelijk afgesloten. Op 22 december 2018 te 12:00 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat aan de voorzijde het raam geforceerd was. Ik zag dat het houten kozijn vernield was met een
breekvoorwerp.
Gestolen goed
Soort: sleutelhanger met Mercedes-Benz logo met drie sleutels
Soort: gouden schakelarmband
Soort: 2 gouden trouwringen
Soort: gouden ketting voor zakhorloge
Soort: gouden ketting met hartje.
Verbalisant [verbalisant 6] heeft in zijn proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb foto's gemaakt van alle sleutelbossen die de verdachten bij zich hadden. De foto's heb ik vervolgens ook gestuurd naar collega [verbalisant 7] . Ik zag dat collega [verbalisant 7] mij vervolgens het bericht stuurde dat de sleutelbos met drie sleutels, voorzien van een ring met een Mercedes logo van de bewoners van [adres] waren. Dit betroffen de sleutels die [medeverdachte 1] bij zich droeg ten tijde van de aanhouding.
Verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben in hun proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij hoorden dat er vannacht een drietal inbrekers waren aangehouden. Wij hoorden dat deze verdachten waren aangehouden voor een poging inbraak aan de [adres] te [plaats] . Dit is hemelsbreed honderd meter van de woning aan de [straat] . Ik hoorde dat er sleutels bij de aangehouden verdachten waren aangetroffen. Ik ontving foto's van deze goederen. Wij hoorden dat [slachtoffer 2] bij het tonen van de foto met sleutels zei: "Ja! Dat zijn mijn sleutels! 100%. Het is een sleutelbos met een sleutelhanger met een Mercedeslogo erop."
Een vergelijkend werktuigsporenonderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de (poging tot) diefstal door middel van braak en het aantreffen van een werktuig dat in relatie werd gebracht met de verdachten. Uit dit onderzoek kwam het volgende, zakelijk weergegeven:
Ik ontving [A] een breekijzer, oranje van kleur. De beitel en spijkertrekker tonen bewerkingssporen die van fabriekswege zijn aangebracht en beschadigingen die door gebruik zijn ontstaan.
Daarnaast ontving ik, [verbalisant 9] , [verbalisant 10] , afvormingen van werktuigsporen.
De afvormingen, gemerkt [1] werden blijkens informatie veiliggesteld tijdens een
forensisch sporenonderzoek d.d. 22 december 2018 naar aanleiding van een poging diefstal
door middel van braak, uit een woning gelegen aan de [adres] te [plaats] .
Tijdens een vergelijkend microscopisch onderzoek tussen enerzijds de op kraslijnen gelijkende indrukken in het afgevormde indrukspoor [1.3] en anderzijds karakteristieke
slijpsporen op de spijkertrekker van breekijzer [A], werden aansluitende lijnen
waargenomen. Daarnaast werden tussen enerzijds het indrukspoor in afvorming [1.3] en
anderzijds beschadigingen op de spijkertrekker van [A], overeenkomende onregelmatigheden waargenomen.
Door mij werd tevens een oriënterend selectieonderzoek gestart naar werktuigsporen in de
sporenverzameling van de Forensische Opsporing Midden Nederland en werden de navolgende werktuigsporen voor nader onderzoek geselecteerd:
[2] [adres] te [plaats] , afvormingen.
De afvormingen werden blijkens informatie veiliggesteld op d.d. 22 december 2018 naar aanleiding van een diefstal door middel van braak uit een woning aan de [adres] te [plaats] .
Tijdens een vergelijkend microscopisch onderzoek tussen enerzijds de indruksporen in
afvorming [2.2] en anderzijds de afgevormde proefindruksporen vervaardigd de binnenzijde
van de spijkertrekker van breekijzer [A], werden overeenkomende onregelmatigheden
waargenomen. De onregelmatigheden in de proefindruksporen, die overeenkomen in de
onregelmatigheden in de afvorming [2.2] zijn veroorzaakt met karakteristieke
beschadigingen op de spijkertrekker van breekijzer [A].
Op grond van het vergelijkend werktuigsporenonderzoek concludeer ik, dat;
- de afgevormde werktuigsporen [1.3], zijn veroorzaakt met breekijzer [A]
- de afgevormde werktuigsporen [2.2], waarschijnlijk zijn veroorzaakt met breekijzer [A]
Bij het formuleren van de conclusies is gebruik gemaakt van de volgende reeks
waarschijnlijkheidsconclusies:
Bevestigend: is veroorzaakt, waarschijnlijk.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één feit.
Toedracht
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. In de periode van 21 tot en met 22 december 2018 is ingebroken op de [adres] , waarna op 22 december 2018 is geprobeerd in te breken bij de [adres] omstreeks 04.00 uur. De bewoonster van de [adres] heeft onder andere verklaard dat zij
tenminstetwee silhouetten bij haar woning zag en dat er door deze personen met een zaklamp naar binnen werd geschenen. Kort na haar melding zien verbalisanten dat er een scooter met drie personen uit de richting van de woning komt rijden. Zij zien dat er tweemaal enkele voorwerpen van de scooter worden weggegooid. Hierna wordt de scooter met daarop verdachte en zijn twee medeverdachten aangehouden. De voorwerpen die vanaf de scooter weggegooid zijn blijken een zaklamp en een oranje/rode breekijzer te zijn.
Op grond van het vergelijkend werktuigsporenonderzoek is gebleken dat de braaksporen die zijn gevonden op de [adres] , zijn veroorzaakt met het hiervoor genoemde gevonden breekijzer en dat de braaksporen die zijn gevonden op de [adres] , waarschijnlijk zijn veroorzaakt met het gevonden breekijzer.
Daarnaast is tijdens de fouillering bij één van de medeverdachten een sleutelbos met daaraan een sleutelhanger met een Mercedeslogo gevonden, die aan aangever [slachtoffer 2] toebehoort.
Medeplegen
Uit het voorgaande blijkt dat verdachte kort na de poging tot inbraak en de voltooide inbraak is aangetroffen in omstandigheden die op betrokkenheid van verdachte bij deze strafbare feiten wijzen. Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat verdachte en zijn medeverdachten dicht op elkaar op de scooter hebben gezeten, waardoor het niet aannemelijk is dat één van hen iets heeft weggegooid zonder dat de anderen dit hebben gemerkt. Dit heeft verdachte ter terechtzitting van 12 november 2019 ook bevestigd.
De verklaring die verdachte voor zijn aanwezigheid in die omstandigheden heeft gegeven, acht de rechtbank niet aannemelijk. Verdachte heeft in raadkamer en ter terechtzitting van 12 november 2019 wisselende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd over wie hij die avond waar zou ophalen. Bovendien, mocht er al worden uitgegaan van de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 12 november 2019, heeft verdachte ervoor gekozen om een verklaring af te leggen die niet kan worden geverifieerd, terwijl het dossier evenmin aanknopingspunten biedt voor een zodanige gang van zaken.
De rechtbank komt op basis van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien tot de conclusie dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten en dat die samenwerking was gericht op een inbraak in de woning aan de [adres] en een poging daartoe in de woning aan de [adres] . Het voorgaande maakt dat het verweer van de raadsman wordt verworpen.
De gouden ketting
Hoewel uit het aanvullend proces-verbaal geen sluitende conclusie kan worden getrokken ten aanzien van de bij medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen ketting, staat voor de rechtbank vast dat een ‘gouden ketting met hartje’ uit de woning van [slachtoffer 2] weggenomen, omdat de rechtbank geen aanleiding ziet te twijfelen aan dit onderdeel van de aangifte. Hierdoor komt de rechtbank ook tot een bewezenverklaring ten aanzien van de ten laste gelegde goudkleurige ketting.