ECLI:NL:RBMNE:2019:6474
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening arbeidsongeschiktheidspercentage WIA-uitkering na bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de herziening van het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser in het kader van de WIA-uitkering. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hij per 28 januari 2019 een WIA-uitkering zou ontvangen op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 69,68%. Na heroverweging door een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het Uwv, werd dit percentage verlaagd naar 44,80%. Eiser was het niet eens met deze verlaging en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de wet- en regelgeving door het Uwv correct is toegepast. De rechtbank oordeelde dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de belastbaarheid van eiser correct heeft beoordeeld en nieuwe functies heeft geselecteerd die eiser kan vervullen, wat leidde tot het lagere percentage. De rechtbank benadrukte dat in de bezwaarfase een volledige heroverweging plaatsvindt en dat het Uwv in bezwaar een lager percentage mag vaststellen, mits de juiste procedures worden gevolgd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep als zij het niet eens waren met deze uitspraak.