ECLI:NL:RBMNE:2019:638
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Cessie van vordering niet voltooid door onvoldoende duidelijke mededeling aan debiteur
In deze zaak gaat het om de vraag of de cessie van een vordering door een webwinkel aan Klarna Bank AB (publ) correct is medegedeeld aan de debiteur, [gedaagde]. [gedaagde] had op 1 september 2016 drie broeken besteld via de webwinkel van [bedrijfsnaam] en gekozen voor de betalingsmethode 'achteraf betalen via Klarna'. Dit houdt in dat de vordering door [bedrijfsnaam] aan Klarna werd overgedragen. [gedaagde] was zich echter niet bewust van deze overdracht en heeft de broeken in de winkel gepast, waarbij ze er twee terugbracht en de derde ter plaatse betaalde. Klarna vorderde vervolgens alsnog betaling van [gedaagde], maar omdat de vordering was gecedeerd aan [handelsnaam], werd de debiteur geconfronteerd met een nieuwe schuldeiser.
De kantonrechter oordeelt dat de mededeling van de cessie aan [gedaagde] niet voldoende duidelijk was. De wet vereist dat de debiteur op een duidelijke manier geïnformeerd wordt over de overdracht van de vordering. De informatie die [bedrijfsnaam] aan [gedaagde] heeft verstrekt, was niet zodanig dat [gedaagde] kon begrijpen dat zij niet meer aan [bedrijfsnaam] kon betalen. De verwijzing naar Klarna in het bestelproces en de algemene voorwaarden was verwarrend en voldeed niet aan de wettelijke eisen voor een geldige cessie.
Daarom concludeert de kantonrechter dat de cessie niet is voltooid, wat betekent dat de vordering niet rechtsgeldig is overgedragen aan Klarna en dus ook niet aan [handelsnaam]. De vordering van [handelsnaam] wordt afgewezen en [handelsnaam] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nul worden begroot, aangezien zij in persoon procedeert.