In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vordert [eiseres] B.V. volledige schadevergoeding van haar verzekeraar ASR Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van schade die is ontstaan door een zware onweersbui, ook wel aangeduid als een 'supercel', op 23 juni 2016. De schade, die door een expert is vastgesteld op € 116.306,48 exclusief btw, betreft onder andere schade aan gevelpanelen, deuren, raamkozijnen en dakplaten door hagelschade. ASR heeft echter slechts € 72.877,45 vergoed, waarbij rekening is gehouden met het eigen risico en een maximale uitkering van 10% van het verzekerde bedrag van € 170.000,- volgens de polisvoorwaarden.
De rechtbank heeft de vordering van [eiseres] beoordeeld aan de hand van de polisvoorwaarden, waarin expliciet is opgenomen dat schade door hagel maximaal tot 10% van het verzekerde bedrag vergoed wordt. [eiseres] stelt dat de hagelstenen als directe neerslag moeten worden gekwalificeerd, maar de rechtbank oordeelt dat de schade is ontstaan door hagelinslag en niet door water dat van gesmolten hagel is binnengedrongen. De rechtbank volgt [eiseres] niet in haar argumenten en concludeert dat ASR niet verplicht is om de volledige schade te vergoeden.
De rechtbank wijst de vorderingen van [eiseres] af en veroordeelt haar tot betaling van de proceskosten van ASR, die zijn begroot op € 4.098,00. Dit vonnis is uitgesproken op 19 november 2019.