ECLI:NL:RBMNE:2019:6147

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 december 2019
Publicatiedatum
30 december 2019
Zaaknummer
16/707008-15 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor oplichting door verkoop van nepvakanties via webwinkel ZonFly

In deze zaak zijn twee mannen, een 50-jarige man uit Zaandam en een 47-jarige man uit Hilversum, veroordeeld voor het oplichten van 251 mensen door hen nepvakanties te verkopen via de webwinkel ZonFly. Tussen oktober 2014 en juli 2015 boekten de slachtoffers vakanties, voornamelijk naar Turkije, maar ontdekten bij het inchecken dat hun boekingen niet bestonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mannen op een zeer professionele wijze te werk gingen, met een schijnconstructie waarbij de man uit Zaandam het bedrijf ZonFly had verkocht aan zijn medeverdachte, maar in werkelijkheid de exploitatie voortzette. De rechtbank heeft de mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen van 10 maanden en 4 maanden, en hen verplicht om in totaal ruim 180.000 euro terug te betalen aan de gedupeerden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de grote schaal van de oplichting en het verlies van vertrouwen in de reisbranche.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/707008-15 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 december 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1972] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 29 augustus 2018, 14 november 2018, 5 november 2019, 13 november 2019 en 10 december 2019.
De inhoudelijke behandeling van de straf- en ontnemingszaak heeft op 5 november 2019 plaatsgevonden. Op 13 november 2019 heeft de behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen plaatsgevonden. Op 10 december 2019 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. H.J. Starrenburg en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. W.A.P. Gerbrandij, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen door de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en [benadeelde 13] naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair in de periode van 4 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015 op
verschillende plaatsen in Nederland (samen met anderen) 227 personen heeft opgelicht door
-
zich tegenover die personen voor te doen als betrouwbare verkoper van vliegtickets, middels de bedrijven [bedrijf 1] en [bedrijf 2] , door gebruik te maken van de geldende gewoonte dat dergelijke aankopen vooraf worden betaald;
-
te doen voorkomen dat de vliegtickets definitief waren, terwijl deze geen recht gaven tot de betreffende vluchten;
-
te doen voorkomen dat de vlucht voor voornoemde personen was geboekt, terwijl dit niet zo was,
waardoor voornoemde personen zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen, met een totaal van € 206.921,-;
subsidiair medeplichtigheid aan voornoemde oplichting door in de periode van
18 februari 2015 tot en met 31 augustus 2015 te Hilversum, Zaandam en Amsterdam [medeverdachte] gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen door het bedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] op zijn naam te (laten) zetten en het bankrekeningnummer [rekeningnummer] op zijn naam te (laten) zetten;
meer subsidiair in de periode van 4 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015 te Hilversum, Zaandam en Amsterdam geldbedragen heeft witgewassen.
De tenlastelegging is opgenomen in de bijlage.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dit betekent dat de rechtbank een inhoudelijke beslissing mag en zal nemen in deze strafzaak.

4.VRIJSPRAAK PRIMAIR

4.1.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, op grond van het dossier van oordeel dat het aan verdachte onder primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zodat de rechtbank verdachte hiervan zal vrijspreken. Een bewezenverklaring van medeplegen is slechts gerechtvaardigd als de intellectuele en/of materiële bijdrage van een verdachte aan een delict van voldoende gewicht is. De rechtbank acht de gedragingen die verdachte heeft verricht van onvoldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen.

5.WAARDERING VAN HET BEWIJS SUBSIDIAIR

5.1.
Aanleiding onderzoek
Vanaf 7 juli 2015 deed een groot aantal mensen aangifte van oplichting bij het Landelijk Meldpunt Internetoplichting. Zij hadden via een webwinkel
www. [bedrijf 1] .nlvliegtickets geboekt, maar ontdekten bij het inchecken van de heen- of terugreis dat hun namen niet op de passagierslijsten van de betreffende vlucht voorkwamen. Daarnaast ontving een aantal mensen e-mails met de mededeling dat [bedrijf 1] failliet was. In totaal deden 251 mensen aangifte van oplichting en deze aangiften waren voor de politie aanleiding tot het starten van het onderzoek onder de naam 14Parkiet.
5.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte opzettelijk gelegenheid en middelen aan [medeverdachte] heeft verschaft door de overname van het bedrijf [bedrijf 1] en het openen van een bankrekening voor dit bedrijf.
5.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het subsidiair ten laste gelegde, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Verdachte heeft feitelijk nooit gelegenheid of een middel ter beschikking gesteld aan zijn medeverdachte [medeverdachte] , want deze had alles al tot zijn beschikking. Het op naam zetten van het bedrijf [bedrijf 1] is een civielrechtelijke handeling en kan niet als een oplichtingsmiddel worden gekwalificeerd, omdat daarmee uitsluitend is beoogd de aansprakelijkheid van medeverdachte [medeverdachte] te verleggen naar verdachte. Verdachte heeft ook geen wetenschap gehad van de oplichting. Verdachte dient te worden vrijgesproken, nu ook voorwaardelijk opzet op medeplichtigheid van de oplichting niet bewezen kan worden.
5.4.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
5.4.1.
Bewijsmiddelen [1]
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij nooit het plan had om een eigen bedrijf te beginnen. Hij is benaderd door een persoon die wist dat hij ervoor openstond om snel geld te verdienen en die persoon kende medeverdachte [medeverdachte] . Om snel geld te verdienen moest verdachte zes maanden een bedrijf op zijn naam zetten. Verdachte zou hier € 2.500,- per maand voor krijgen. Verdachte is hiermee akkoord gegaan. Hij heeft zich eerst als zaakvoerder laten inschrijven van het Belgische bedrijf [bedrijf 4] , zodat dat bedrijf vervolgens het bedrijf [bedrijf 1] kon overnemen. Verdachte werd daarmee directeur van het bedrijf, terwijl hij geen enkele ervaring had in de reisbranche. Verdachte hoefde geen werkzaamheden in het bedrijf te verrichten, maar moest wel een zakelijke bankrekening openen bij de SNS Bank ( [rekeningnummer] ). Deze hele constructie was nodig omdat de medeverdachte schulden had en er mogelijk beslag bij hem gelegd zou kunnen worden. Verdachte wíst dat het risico bestond dat er mensen benadeeld zouden worden, maar medeverdachte [medeverdachte] heeft aan verdachte verteld dat de benadeelden schadeloos gesteld zouden worden door de verzekering. Verdachte heeft verklaard dat hij vermoedde dat het geld dat hij in opdracht van medeverdachte [medeverdachte] van de bankrekening van [bedrijf 1] pinde was bedoeld voor de aanschaf van vliegtickets maar daarvoor niet werd gebruikt. [2]
Aangiften
Op 13 juli 2015 wordt door [aangever 1] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Omdat ik met mijn gezin met vakantie naar Turkije wilde, heb ik op internet gezocht naar een goede en goedkope manier van reizen. Op een gegeven moment zag ik een site van [bedrijf 1] . [bedrijf 1] is een reisorganisatie […]. Ik zag aan de site verder niets vreemds. Ik vond de site zelfs professioneel. Ik kon op de site vluchtprogramma’s zien en wat de prijzen waren. [3] Op maandag 29 juni omstreeks 19.00 uur had ik een reis naar Turkije geboekt. De vertrekdatum was gepland op zaterdag 25 juli om 19.50 uur vanaf Amsterdam. […] De terugreis was gepland op zondag 16 augustus 2015 om 16.00 uur vanaf Izmir/Turkije naar Amsterdam. Tevens las ik op de tickets dat de luchtvaartmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 1] was. Ik had de reis voor drie personen geboekt. Het ging om een retour. Ik heb totaal 1314 euro voor deze reis betaald. Ik heb nadat ik de reis had geboekt het geld overgemaakt. Gegevens tegenrekening: Omschrijving: [omschrijving] , kenmerk 29-06-2015 […] Ik heb kort daarna van [bedrijf 1] de tickets toegezonden gekregen. Ik zag dat de e-mail van de afzender info@ [bedrijf 1] was. […] Ik heb vervolgens de site van [bedrijf 1] verlaten in de veronderstelling dat ik een reis had geboekt naar Izmir/Turkije. Op donderdag 9 juli omstreeks 12.29 uur kreeg ik op mijn mailadres het volgende bericht van [bedrijf 1] :
Reisorganisatie [bedrijf 1] .nl is failliet! Ik zag dat de e-mail van de afzender [bedrijf 1] Failliet < [bedrijf 1] .failliet@gmail.com> was. [4] […]
Op donderdag 9 juli 2015 in de loop van de middag had ik gebeld naar [luchtvaartmaatschappij 1] . [luchtvaartmaatschappij 1] zou de vliegtuigmaatschappij zijn, die mij en mijn gezin naar Turkije zou vliegen. […] Ik hoorde vervolgens van de medewerker dat op de gegevens die ik had doorgegeven geen reis naar Turkije was geboekt.’ [5]
Op 9 juli 2015 wordt door [benadeelde 1] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Zij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting/voorschotfraude tegen een reisbureau genaamd [bedrijf 1] , gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] . […] Via [bedrijf 1] reisbureau konden wij rechtstreeks vliegen naar Kayseri te Turkije, […]. Ik had vier retourtickets geboekt, van een totaal prijs van 1912,00 euro. Op 22 maart 2015 heb ik 1912,00 euro overgemaakt via iDEAL naar rekeningnummer [rekeningnummer] van Stichting Excrow Ice Pay. […] De heenreis zou op 10 juli 2015 omstreeks 22.30 uur zijn vanaf Schiphol en de terugreis zou op 12 augustus 2015 04.30 uur zijn. Op dinsdag 7 juli 2015 heb ik nog een mail gestuurd naar het reisbureau via
info@ [bedrijf 1] .nl, dit was in verband met informatie over bagage. Ik kreeg geen antwoord. Ik heb op woensdag 8 juli 2015 gebeld met het reisbureau via [telefoonnummer] en via [telefoonnummer] . Op beide nummers heb ik geen contact gekregen. [6] […] Ik heb daarna de vliegmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 2] gebeld, daarmee zouden wij gaan vliegen, ik heb alles verteld. [luchtvaartmaatschappij 2] gaf aan dat er geen boeking op mijn naam stond. Ik kreeg een telefoonnummer van een ander reisbureau, dit was [reisbureau] . Ik heb deze ook gebeld, er was een vlucht op de dag dat wij zouden vliegen, maar ook daar stond mijn naam niet tussen.’ [7]
Op 8 juli 2015 wordt door [aangever 2] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik ben op 2 juni 2015 op internet opzoek gegaan voor vliegtickets naar Marokko. Ik heb op Google gezocht naar de goedkoopste vluchten die richting Marokko gingen en kwam toen uit bij [bedrijf 1] . Ik heb hier 5 tickets geboekt voor mijn familie. Deze 5 tickets waren goed voor een totaalbedrag van 2410 euro. Ik heb na het boeken van deze tickets gelijk de volgende dag het totaalbedrag overgemaakt aan [bedrijf 1] . Dit heb ik gedaan op rekeningnummer [rekeningnummer] .
Toen ik gisteren op 7 juli naar Schiphol ging met mijn gezin, kwam ik erachter dat de flightcoupons die ik heb ontvangen van [bedrijf 1] niet kloppen. De vluchten die er op vermeld stonden waren wel correct, alleen stonden wij niet op de lijst om met deze vlucht mee te vliegen. De vlucht zou zijn verzorgd door [luchtvaartmaatschappij 2] , maar zij wisten van niets vertelden zij ons. […] Nadat ik weer vanaf Schiphol naar huis was gegaan heb ik gebeld met [bedrijf 1] . Dit nummer dat bij mij bekend was, was alleen niet meer te bereiken. […] Later heb ik zelf op een site gekeken naar bedrijven die een faillissement hebben aangevraagd en hier stond [bedrijf 1] tussen.’ [8]
Op 13 augustus 2015 wordt door [benadeelde 7] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Zij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting. [9] […] Onlangs hadden we tickets geboekt via [bedrijf 1] . We zouden vliegen van Amsterdam naar Antalya op 7 juli. Op 7 juli kregen we per mail te weten dat [bedrijf 1] failliet is gegaan, (staat niet in KVK geregistreerd). Op Schiphol waren er net als ons vele gedupeerden. […]
Datum betaling 09-06-2015
Bedrag aankoop: € 1.432,00
Bankrekeningnummer wederpartij: [rekeningnummer] .
Naam rekeninghouder wederpartij: Stichting Escrow Ice Pay’ [10]
Op 17 juli 2015 wordt door [aangever 3] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting, gepleegd op 30 maart 2015. [11] […] Ik heb op 30-03 een reis geboekt voor woensdag 08-07 om van Amsterdam naar Antalya te vliegen via [bedrijf 1] .nl. Maandag 07-07 kreeg ik een e-mail van [bedrijf 1] dat ze financieel onvermogen hadden. Ik heb geprobeerd om contact op te nemen met [bedrijf 1] , maar dat lukte niet. ik heb met [luchtvaartmaatschappij 1] gebeld om te kijken of mijn naam in de passagierslijst stond, maar het bleek dat onze naam nooit er bij stond. We zijn naar een van hun hoofdkantoren gegaan in Zaandam, toen we eenmaal daar waren stond het helemaal leeg. […]
Bedrag aankoop: € 1432,00.
Bankrekeningnummer wederpartij: [rekeningnummer] .
Naam rekeninghouder wederpartij: [bedrijf 1] ’ [12]
Op 17 juli 2015 wordt door [aangever 4] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Zij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting. [13] […] 12 mei 2015 heb ik 9 vliegtickets geboekt via [bedrijf 1] .nl met [luchtvaartmaatschappij 2] : op 18 juli naar Dalaman, Turkije en op 1 augustus terug naar Amsterdam. Vanochtend ontving ik een vreemde email met het bericht dat [bedrijf 1] .nl failliet zou zijn. Op mijn telefoontjes naar [bedrijf 1] en e-mails wordt tot twee keer toe gereageerd door het opnieuw aan mij versturen van de oude factuur. Op mijn vragen over het al dan niet failliet zijn van [bedrijf 1] wordt niet ingegaan. Telefonische navraag bij [luchtvaartmaatschappij 2] wijst uit dat [bedrijf 1] en mijn achternaam niet voorkomen in de reserveringen op de betreffende dag en de betreffende vluchten. Tevens hoor ik van hun callcenter dat de politie al in het pand is geweest. Conclusie: opgelicht! […]
Bedrag aankoop: € 3.492,00.
Bankrekeningnummer wederpartij: [rekeningnummer] .
Naam rekeninghouder wederpartij: [bedrijf 1] .’ [14]
Op 17 juli 2015 wordt door [aangever 5] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting, gepleegd op 15 juni 2015. [15] […] Bedrag aankoop: € 1.912,00. Bankrekeningnummer wederpartij: [rekeningnummer] Naam rekeninghouder wederpartij: Escrow ice pay. Jwlc96. [bedrijf 1] Ik heb via deze site
www. [bedrijf 1] .com4 vliegtickets gekocht voor vakantie naar Marokko, achteraf kreeg ik een mail dat de vlucht niet doorgaat omdat het online reisbureau failliet is gegaan. Later kreeg ik te horen op Schiphol dat die maatschappij helemaal niet bestaat.’ [16]
Op 10 juli 2015 wordt door [aangever 6] aangifte gedaan namens [benadeelde 14] . Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik doe namens mijn vader aangifte van oplichting gepleegd door [bedrijf 1] .nl. […] Op 29 juni 2015 zat ik samen met vader achter de computer op zoek naar goedkope vliegtickets naar Marokko. Ik vond de tickets die wij zochten bij [bedrijf 1] .nl We konden voor 458,00 euro per persoon een retour vlucht boeken naar Marokko. […] Ik heb toen 4 vliegtickets geboekt naar Marokko met vertrekdatum 21 juli 2015 en retourdatum 25 augustus 2015. Mijn vader heeft 1.832,00 euro overgemaakt op bankrekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [bedrijf 1] in [woonplaats] . [17]
De vliegtickets heb ik via de mail ontvangen van
info@ [bedrijf 1] .nl. De vliegtickets zagen er uit zoals we gewend zijn van vliegtickets. Er was geen reden om te twijfelen dat de vliegtickets niet echt waren. We zouden met [luchtvaartmaatschappij 2] vliegen. Op 9 juli 2015 ontving ik van
info@ [bedrijf 1] .nleen email. In de email stond ‘Reisorganisatie [bedrijf 1] .nl is failliet.’ Ik schrok hier erg van. Ik heb toen direct geprobeerd om te bellen, maar er werd niet meer opgenomen. De internetsite van [bedrijf 1] .nl was ook al uit de lucht.’ [18]
Op 17 juli 2015 wordt door [aangever 7] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting, gepleegd op 1 juli 2015. Naam wederpartij: [bedrijf 1] .nl. [19] […] Ik heb vliegtickets gekocht, maar bleek fake te zijn. […]
Bedrag aankoop: € 1.432,00.
Bankrekeningnummer wederpartij: [rekeningnummer] .
Naam rekeninghouder wederpartij: Escrow ice pay.’ [20]
Op 14 juli 2015 wordt door [aangever 8] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting, gepleegd op 1 juli 2015. Op woensdag 1 juli om 01:28 heb ik een reis naar Turkije geboekt bij de reismaatschappij [bedrijf 1] . Ik heb op Google gezocht en goedkope vliegtickets gevonden bij [bedrijf 1] . Ik heb hier mijn aankomstdatum en vertrekdatum ingevoerd en ik ben door naar de betaling gegaan. Ik heb vervolgens een bedrag van 2040,00 euro overgemaakt naar IBAN: [rekeningnummer] . Vervolgens kreeg ik een bevestiging via de mail van [bedrijf 1] dat er betaald was. Ik kreeg ook een volledig overzicht van de vliegtijden, vliegnummers, vliegmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 3] et cetera. [21]
Op 8 juli 2015 om 16:05 uur kreeg ik een email van [bedrijf 1] .
Dit was een erg korte mail met alleen de tekst: Reisorganisatie [bedrijf 1] .nl is Failliet! […] Ik heb toen geprobeerd [bedrijf 1] te bellen, maar deze waren op geen enkele manier meer te bereiken. Vervolgens heb ik naar luchtvaartmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 3] gebeld en gevraagd of onze namen wel op de passagierslijst stonden.
Ik hoorde de medewerker zeggen dat dit niet het geval was, omdat de plaatsen in het vliegtuig niet betaald waren.’ [22]
Op 15 juli 2015 wordt door [benadeelde 8] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Op zaterdag 30 mei 2015 heb ik via internet drie retourtickets en een enkel ticket aangeschaft. De retourtickets zijn vluchten van Amsterdam naar Izmir te Turkije. Het enkele ticket is van Izmir naar Amsterdam. De tickets heb ik geboekt bij [bedrijf 1] . Dit reisbureau was tevens gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] . Dit reisbureau had ook een website
www. [bedrijf 1] .nl. Via de website heb ik de tickets geboekt. Bij elkaar heb ik een bedrag van 1733 euro overgemaakt naar bankrekeningnummer [rekeningnummer] , t.n.v. [bedrijf 1] te [woonplaats] . De tickets heb ik digitaal toegestuurd gekregen nadat ik het bedrag had overgemaakt. [23] […] Ik kwam erachter middels internet dat [bedrijf 1] niet meer bestond. Na enig onderzoek blijkt dat de eigenaar [medeverdachte] het geld heeft aangenomen en de heenvlucht ook heeft geboekt, maar verzuimd heeft de terugvlucht in te boeken. [medeverdachte] heeft de terugvlucht niet betaald. […] Ik ben genoodzaakt nieuwe tickets aan te schaffen. Mijn vrouw, zoon en schoonzus moeten terug naar Nederland. Het ticket van Izmir naar Amsterdam is onbruikbaar.’ [24]
Op 10 juli 2015 wordt door [aangever 9] aangifte gedaan namens [benadeelde 15] en [benadeelde 16] . [25] Plaats delict: [woonplaats] . Zij verklaart:
‘Op 2 juni 2015 omstreeks 20.00 uur heb ik via internet vier tickets geboekt voor een vlucht naar Turkije. Deze vlucht zou gaan van Amsterdam naar Izmir. […] We zouden vertrekken op 17 juli 2015. Ik heb de tickets ook direct betaald met iDEAL op 2 juni 2015. […]
Nadat de betaling gelukt was via iDEAL kreeg ik per ommegaande een bevestiging van de boeking en de E-tickets voor onze vlucht. Enkele dagen voordat we op reis zouden gaan, zouden we ook de papieren tickets krijgen per post. […] [bedrijf 1] .nl kwam toen naar voren en was toen een van de goedkoopste aanbieders voor deze retourvluchten. [bedrijf 1] als reisorganisatie zou gebruik van maken van [luchtvaartmaatschappij 3] , een bekende Turkse vliegmaatschappij. […] Op 8 juli 2015 kreeg ik een mail van [bedrijf 1] .nl. Deze mail had geen inhoud. Het onderwerp van de mail was echter [bedrijf 1] .nl is failliet! […] Op woensdag 8 juli 2015, […] ben ik gaan bellen met [luchtvaartmaatschappij 3] . Op 8 juli werd mij verteld dat onze namen niet op de passagierslijst voor kwamen. […] De man aan de telefoon zei dat iedereen die met [bedrijf 1] .nl had geboekt opnieuw een ticket moest kopen. […] In het totaal gaat het om een bedrag van 1432,00 euro.’ [26]
Op 10 juli 2015 wordt door [aangever 10] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Ik doe aangifte van oplichting/voorschotfraude tegen een reisbureau genaamd [bedrijf 1] , gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] . […] Begin mei 2015 wilde ik een vakantie boeken voor 3 personen naar Izmir in Turkije. Ik besloot deze reis te boeken via [bedrijf 1] . […]
Op 14 mei 2015 heb ik 1294 euro betaald aan [bedrijf 1] . Vanaf mijn rekening […] heb ik dit geld overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer] . […] Op 14 mei 2015 ontving ik via de mail 3 tickets. Die zijn verstuurd naar mij via
info@ [bedrijf 1] .nl. […] Ik was in de veronderstelling dat alles geregeld was voor de vlucht naar Turkije. We zouden vertrekken vanaf Schiphol. Op 8 juli ontving ik via
[bedrijf 1] .failliet@gmail.comhet volgende bericht: Reisorganisatie [bedrijf 1] .nl is failliet. [27] […]
Ik heb via het telefoonnummer: [telefoonnummer] gepoogd contact te leggen met [bedrijf 1] doch dat is niet gelukt. […] Ik zou vliegen met [luchtvaartmaatschappij 1] . Ik heb contact gehad met deze vliegtuigmaatschappij. Uiteindelijk kreeg ik te horen dat mijn naam wel op de passagierslijst had gestaan, maar dat er een streep doorheen was gezet omdat ik niet betaald had. [bedrijf 1] heeft wel mijn naam en die van mijn gezin doorgegeven doch ze hebben nooit betaald.’ [28]
Op 9 juli 2015 wordt door [aangever 11] aangifte gedaan. Plaats delict: [woonplaats] . Hij verklaart:
‘Op 23 maart 2015 […] boekte ik via internet bij [bedrijf 1] .nl, gevestigd te [woonplaats] , [adres] voor zes personen een reis naar Turkije. Ik betaalde tweeduizend negenhonderd en acht en twintig euro (2928 euro), onder boekingsnummer [boekingsnummer] . Ik kreeg per e-mail de E-tickets toegezonden. Een week voor het vertrek zou ik nogmaals de E-tickets toegezonden krijgen. Op 2 juli 2015 belde ik met [bedrijf 1] en vroeg waarom ik nog geen E-tickets had ontvangen. Ik hoorde van de medewerker dat ik deze niet kreeg omdat er geen bijzonderheden of wijzigingen waren en dat ik gewoon op vrijdag 10 juli 2015 kon gaan vliegen. Ik hoorde ook dat ik met vliegtuigmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 2] zou vliegen. Op donderdag 9 juli 2015, belde ik met [luchtvaartmaatschappij 2] en hoorde ik van de medewerker dat hij geen gegevens van mijn boeking kon vinden. Ook keek deze medewerker bij andere vliegtuigmaatschappijen, maar ook daar was er geen boeking bekend op mijn naam. [29]
Als ik had geweten dat ik E-tickets zou krijgen die niet bestaan, dan had ik nooit bij [bedrijf 1] geboekt.’ [30]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 2 december 2016 als volgt verklaard:
‘Alle aangevers staan vermeld op een bijgevoegde lijst.’ [31]
Uit de bijgevoegde lijst volgt dat aangifte werd gedaan door/namens onderstaande personen:
[aangever 12] [1962] [adres] [woonplaats] PL0600-2015340793
[aangever 13] [1975] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037336
[aangever 14] [1986] [adres] [woonplaats] PL2600-2015034327
[aangever 15] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035268
[aangever 16] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035239
[aangever 17] [1978] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037301
[aangever 18] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035003
[benadeelde 2] [1983] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035346
[aangever 19] [1980] [adres] [woonplaats] PL2600-2015040068
[aangever 20] [1980] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035232
[aangever 21] [1959] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035308
[aangever 22] [1987] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035195
[aangever 2] [1962] [adres] [woonplaats] PL1300-2015155243
[aangever 59] [1983] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035159
[aangever 24] [1978] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037325
[aangever 25] [1976] [adres] [woonplaats] PL1300-2015191222
[aangever 26] [1956] [adres] [woonplaats] PL0600-2015332557
[aangever 27] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035279
[aangever 28] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-2015046316
[aangever 29] [1979] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035413
[aangever 30] [1977] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037233
[aangever 31] [1965] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035375
[aangever 32] [1985] [adres] [woonplaats] (Dld) PL2600-2015035165
[aangever 33] [1985] [adres] [woonplaats] PL2600-2015039295
[aangever 34] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035236
[aangever 35] [1957] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037359
[aangever 36] [1990] [adres] Almere PL2600-2015035313
[aangever 37] [1968] [adres] [woonplaats] PL2600-2015040756
[aangever 38] [1986] [adres] [woonplaats] PL2600-2015036521
[aangever 39] [1968] [adres] [woonplaats] PL2600-2015040782
[aangever 40] [1947] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035181
[aangever 41] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035187
[aangever 42] [1944] [adres] [woonplaats] PL1700-2015256494
[aangever 43] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035243
[aangever 44] [1989] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035209
[aangever 45] [1981] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035211
[aangever 46] [1977] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035215
[benadeelde 7] [1977] [adres] [woonplaats] PL2600-2015042981
[aangever 47] [1968] [adres] [woonplaats] PL27RP-15-058567
[benadeelde 1] [1978] [adres] [woonplaats] PL0900-2015211153
[aangever 48] [1969] [adres] [woonplaats] PL1300-2015159878
[aangever 49] [1991] [adres] [woonplaats] PL1300-2015155875
[aangever 50] [1987] [adres] [woonplaats] PL0900-2015209627
[aangever 51] [1989] [adres] [woonplaats] PL0900-2015210737
[aangever 52] [1979] [adres] [woonplaats] PL0600-2015341761
[aangever 53] [1963] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035250 [32]
47. [aangever 54] [1974] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035223
48. [aangever 55] [1973] [adres] [woonplaats] PL2600-2015044074
49. [aangever 56] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035264
50. [benadeelde 9] [1978] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035269
51. [aangever 57] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-2015039832
52. [aangever 58] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035286
53. [benadeelde 3] [1978] [adres] [woonplaats] PL2600-2015045109
54. [aangever 60] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035240
55. [aangever 61] [1994] [adres] [woonplaats] PL1300-2015160379
56. [aangever 62] [1980] [adres] [woonplaats] PL2600-2015042347
57. [aangever 63] [1968] [adres] [woonplaats] PL2600-2015042402
58. [aangever 64] [1970] [adres] [woonplaats] PL0600-2015335348
59. [aangever 65] [1984] [adres] [woonplaats] PL2600-2015254164
60. [aangever 66] [1956] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035207
61. [aangever 67] [1996] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037397
62. [aangever 68] [1968] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035316
63. [aangever 69] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035220
64. [aangever 70] [1955] [adres] [woonplaats] PL2600-2015043615
65. [aangever 71] [1960] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035384
66. [aangever 72] [1963] [adres] [woonplaats] PL0900-2015214388
67. [aangever 73] [1988] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035196
68. [aangever 74] [1960] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035265
69. [aangever 6] [1982] [adres] [woonplaats] PL1500-2015206151
70. [aangever 75] [1979] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035300
71. [aangever 76] [1991] [adres] [woonplaats] PL1500-2015214095
72. [aangever 77] [1979] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035194
73. [aangever 3] [1958] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035150
74. [aangever 78] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035304
75. [aangever 79] [1964] [adres] [woonplaats] PL1100-2015173355
76. [aangever 80] [1974] [adres] [woonplaats] PL2000-2015177830
77. [aangever 81] [1982] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035284
78. [aangever 82] [1956] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035410
79. [aangever 83] [1982] [adres] [woonplaats] PL0900-2015210924
80. [aangever 84] [1958] [adres] [woonplaats] PL1500-2015209724
81. [aangever 85] [1942] [adres] [woonplaats] PL2600-2015040006
82. [aangever 86] [1960] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035238
83. [aangever 87] [1982] [adres] PL2600-2015035369
84. [aangever 88] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035309
85. [aangever 89] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035730
86. [aangever 90] [1966] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035374
87. [aangever 91] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035281
88. [aangever 92] [1960] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035169
89. [aangever 93] [1972] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035838
90 [aangever 94] [1980] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035334
91. [aangever 95] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035402
92. [aangever 96] [1985] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035249
93. [aangever 97] [1956] [adres] [woonplaats] PL0900-2015216466
94. [aangever 98] [1962] [adres] [woonplaats] PL1300-
2015159133
95. [aangever 99] [1955] [adres] [woonplaats] PL2600-2015038412
96. [aangever 100] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035178
97. [aangever 101] [1969] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035293 [33]
98. [aangever 102] [1977] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037281
99. [aangever 103] [1986] [adres] [woonplaats] PL0900-2015211729
100. [aangever 104] [1958] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035161
101. [aangever 105] [1973] [adres] [woonplaats] PL2600 2015035260
102 [aangever 106] [1977] [adres] [woonplaats] PL1500-2015209612
103. [aangever 107] [1996] [adres] [woonplaats] PL2600-2015048192
104. [aangever 108] [1953] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035205
105 [aangever 109] [1963] [adres] [woonplaats] PL2600-2015044751
106. [aangever 110] [1963] [adres] [woonplaats] PL2600-2015044745
107. [aangever 111] [1966] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035152
108. [aangever 112] [1975] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035377
109. [benadeelde 10] [1965] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035330
110. [benadeelde 11] [1959] [adres] [woonplaats] PL0900-2015212329
111. [aangever 113] [1975] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035229
112. [aangever 114] [1986] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015026510
113. [aangever 115] [1972] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035247
114. [aangever 116] [1981] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035170
115. [aangever 1] [1965] [adres] Utrecht PL0900-
2015215623
116. [aangever 117] [1966] [adres] [woonplaats] PL2000-2015176335
117. [aangever 118] [1974] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035185
118. [aangever 119] [1966] [adres] [woonplaats] PL2600-2015239571
119. [aangever 8] [1966] [adres] [woonplaats] PL 1500-2015210747
120. [aangever 121] [1992] [adres] [woonplaats] PL1100-2015170734
121. [aangever 122] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015041127
122. [aangever 123] [1958] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035231
123. [aangever 124] [1981] [adres] [woonplaats] PL2600-2015039831
124. [aangever 125] [1946] [adres] Leiden PL2600-2015038577
125. [aangever 126] [1971] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035186
126. [benadeelde 8] [1968] [adres] [woonplaats] PL1100-2015172940
127. [benadeelde 12] [1977] [adres] [woonplaats] PL2100-
2015158765
128. [aangever 127] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035337
129. [aangever 128] [1973] [adres] [woonplaats] PL2600-2015038964
130. [aangever 129] [1965] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035218
131. [aangever 130] [1948] [adres] [woonplaats] PL2600-2015038736
132. [aangever 131] [1989] [adres] [woonplaats] PL2600-2015039808
133. [aangever 9] [1970] [adres] [woonplaats] PL0100-2015199278
134. [aangever 132] [1960] [adres] [woonplaats] PL2600-201504
7815
135. [aangever 133] [1956] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035336
136. [aangever 134] [1969] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035314
137. [aangever 135] [1969] [adres] Loosdrecht PL0900-
2015212418
138. [aangever 136] [1977] [adres] [woonplaats] PL1500-2015208873
139. [aangever 137] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035266
140. [aangever 138] [1959] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035179
141. [aangever 139] [1958] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015037326
142. [aangever 140] [1979] [adres] [woonplaats] PL2000-
2015188767
143. [aangever 10] [1970] [adres] [woonplaats] PL2000-2015177368
144. [aangever 141] [1979] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035070
145. [benadeelde 4] [1982] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035430
146. [benadeelde 4] [1972] [adres] [woonplaats] PL1300-2015156171 [34]
147. [benadeelde 4] [1957] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035430
148. [aangever 142] [1959] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035283
149. [aangever 143] [1961] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035219
150. [aangever 144] [1983] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035321
151. [aangever 145] [1990] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035242
152. [aangever 146] [1982] [adres] [woonplaats] PL2600-2015053294
153. [aangever 147] [1987] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035373
154. [aangever 148] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035263
155. [aangever 149] [1980] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037348
156. [aangever 150] [1986] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035348
157. [aangever 7] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035257
158. [aangever 151] [1973] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035350
159. [aangever 152] [1973] [adres] [woonplaats] PL2100-2015154255
160. [aangever 153] [1995] [adres] [woonplaats] PL2600-2015036001
161. [aangever 154] [1981] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035212
162. [aangever 155] [1971] [adres] [woonplaats] PL2600-2015039515
163. [aangever 156] [1984] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035217
164. [aangever 157] [1942] [adres] [woonplaats] PL0600-2015351152
165. [aangever 158] [1964] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035392
166. [aangever 159] [1963] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035216
167. [aangever 160] [1960] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035155
168. [aangever 161] [1957] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035168
169. [aangever 162] [1969] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035210
170. [aangever 163] [1989] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035256
171. [aangever 164] [1966] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035246
172. [aangever 165] [1990] [adres] [woonplaats] PL2000-2015184187
173. [aangever 166] [1969] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035344
174. [aangever 167] [1952] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035384
175. [aangever 168] [1986] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035151
176. [aangever 169] [1961] [adres] [woonplaats] PL2600-2015038373
177. [aangever 170] [1971] [adres] [woonplaats] PL0600-2015354699
178. [aangever 171] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035315
179. [aangever 216] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035323
180. [aangever 172] [1983] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035204
181. [aangever 173] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035328
182. [aangever 174] [1951] [adres] [woonplaats] PL2600-2015041514
183. [aangever 175] [1962] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035251
184. [aangever 176] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035190
185. [aangever 177] [1979] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035399
186. [aangever 178] [1988] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035183
187. [aangever 179] [1991] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035318
188. [aangever 179] [1984] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035201
189. [aangever 180] [1986] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035254
190. [aangever 181] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035174
191. [aangever 182] [1988] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035248
192. [aangever 183] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-2015042401
193. [aangever 184] [1979] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037248
194 [aangever 185] [1993] [adres] [woonplaats] PL0900-2015213054
195. [aangever 186] [1967] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015041442
196. [aangever 187] [1955] [adres] [woonplaats] PL2100-2015155180
197. [aangever 11] [1976] [adres] [woonplaats] PL1700-2015252647 [35]
198. [aangever 188] [1974] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037258
199. [aangever 189] [1976] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035333
200. [aangever 190] [1983] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035221
201. [aangever 191] [1992] [adres] [woonplaats] PL0900-2015210946
202. [aangever 192] [1973] [adres] [woonplaats] PL2600-2015038400
203. [aangever 193] [1991] [adres] [woonplaats] PL0900-2015210489
204. [aangever 194] [1962] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037292
205. [aangever 195] [1965] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035156
206. [aangever 196] [1969] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035367
207. [aangever 197] [1963] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035203
208. [aangever 198] [1961] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035197
209. [aangever 199] [1992] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035267
210. [aangever 200] [1955] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037269
211. [aangever 201] [1963] [adres] [woonplaats] PL0100-2015205721
212. [aangever 4] [1966] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035167
213. [aangever 202] [1983] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035258
214. [aangever 203] [1956] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015037319
215. [aangever 204] [1945] [adres] [woonplaats] PL2600-2015037286
216. [aangever 205] [1971] [adres] [woonplaats] PL2600
2015035227
217. [aangever 206] [1975] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035222
218. [aangever 207] [1988] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035233
219. [aangever 208] [1992] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035193
220. [aangever 209] [1970] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035163
221. [aangever 210] [1962] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035158
222. [aangever 211] [1977] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035019
223. [aangever 5] [1968] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035189
224. [aangever 212] [1989] [adres] [woonplaats] -2015041197
225. [aangever 213] [1986] [adres] [woonplaats] PL0900-
2015213524
226. [aangever 214] [1948] [adres] [woonplaats] PL2600-2015035406
227. [aangever 215] [1956] [adres] [woonplaats] PL2600-
2015035173.’ [36]
In totaal ( [bedrijf 3] en [bedrijf 2] ) werden er 251 aangiften gedaan met een schadebedrag van 233.228,- euro. Naast de aangiften die tegen [bedrijf 1] / [bedrijf 3] werden gedaan waren er ook 24 aangiften die specifiek tegen [bedrijf 2] B.V. handelend onder de naam [bedrijf 1] t.n.v. [medeverdachte] zijn gedaan. Het schadebedrag van deze 24 aangiften samen is € 26.307,-. [37]
De rechtbank begrijpt dat de totale schade van de 227 aangiften tegen [bedrijf 1] (€ 233.228,- - € 26.307,- = ) € 206.921,- is.
De betalingen door deze aangevers vonden plaats in de periode tussen 18 januari 2015 en 8 juli 2015. Aangever [aangever 79] heeft op 18 januari 2015 een bedrag van € 1632,- betaald en de laatste betaling ad € 1020,- is gedaan door aangever [aangever 178] op 8 juli 2015. [38]
Onderzoek tickets
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben op 25 augustus 2015 als volgt verklaard:
‘Op dinsdag 25 augustus 2015 omstreeks 11:15 uur bevonden wij ons op de luchthaven Schiphol te Amsterdam. […]
In de vertrekhal 1 bevond zich een receptie van vliegmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 4] . Aldaar spraken wij met een medewerker van de betreffende maatschappij. Wij hebben hem de E-ticket laten zien waarop zij als maatschappij vermeld stonden. Dit betrof een E-ticket welke als bijlage bij de aangifte onder nummer PL2600-2015035402 [39] was gevoegd. Wij hoorden de medewerker zeggen dat de vluchtgegevens wel klopte, maar dat hij wel bijzonderheden aan de tickets zag. Onder andere dat er twee vluchtmaatschappijen op een coupon stonden. Ook zag hij dat het boekingsnummer langer was dan gebruikelijk is. Daarnaast zag hij dat er in het vakje Geregistreerde bagage en handbagage "PCS" staan. Dit betekent het aantal bagage wat je mee mag meenemen op de vlucht. Echter werken zij niet met pcs maar met het aantal gewicht wat je mee mag nemen. Ook de zin onderaan de ticket waarin wordt aangegeven dat je 120 minuten voor vertrek moet inchecken vond hij afwijkend.
In de vertrekhal 3 bevond zich de receptie van vliegmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 2] . Aldaar spraken wij met een medewerker van de betreffende maatschappij. Wij hebben hem de E-ticket laten zien waarop zij als maatschappij vermeld stonden. Dit betrof een E-ticket welke als bijlage bij de aangifte onder nummer PL2600-2015035344 was gevoegd. Wij hoorden de medewerker zeggen dat er aan de betreffende E-ticket geen bijzonderheden waren. Ter plaatse heeft hij de passagierslijst uitgedraaid van de betreffende vlucht om na te gaan of de aangever op de passagierslijst vermeld zou staan. Dit was niet het geval.
In dezelfde vertrekhal bevond zich ook de receptie van vliegmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 3] . Aldaar spraken wij met een medewerkster van de betreffende maatschappij. Wij hebben haar de E-ticket laten zien waarop zij als maatschappij vermeld stonden. Dit betrof een E-ticket welke als bijlagen bij aangifte onder nummer PL2600-2015035322 was gevoegd. Wij hoorden de medewerkster zeggen dat er op de E-ticket nog een Pegagusnummer ontbrak, wat wel gebruikelijk is. Aangezien deze vlucht nog moest plaats vinden, hebben wij gevraagd of ze konden kijken of de vluchtnummers op de E-ticket [40] juist waren. Dit bleek niet het geval te zijn, het vluchtnummer welke op de ticket vermeld staat, [vluchtnummer] , bestaat niet.’ [41]
De handelsnaam [bedrijf 1]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft als volgt verklaard:
‘Op de website van
www. [bedrijf 1] .nlbestond de mogelijkheid om te zoeken naar vluchten. […]
vliegt met de maatschappijen:
• [luchtvaartmaatschappij 1]
• [luchtvaartmaatschappij 3]
• [luchtvaartmaatschappij 2]
• [luchtvaartmaatschappij 4]
• [luchtvaartmaatschappij 5] [42] […]
.nl is de handelsnaam van [bedrijf 3] met Kamer van Koophandel-nummer [KvK-nummer] .
Het postadres is [adres] , [woonplaats] . […]
Betaling binnen drie dagen op rekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [bedrijf 3] te
[woonplaats] onder vermelding van naam en boekingsnummer.
Online kun je betalen via:
• iDEAL
• Telebankieren/Internetbankieren
• Storten bij eigen bank of bank van [bedrijf 3] [43]
De benadeelden zijn door de webwinkel bewogen tot het overmaken van het afgesproken
geldbedrag op het rekeningnummer, voorzien van IBAN-nummers:
[rekeningnummer] t.n.v. IDEAL Reconciliatierekening (Payment Service Provider) betreft Stichting Escrow lcePay, Nachtwachtlaan 20, 1058 EA Amsterdam.
[rekeningnummer] t.n.v.
[bedrijf 1], [adres] , [woonplaats] .
Uit een onderzoek in het huidige en historische handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt het volgende:

[bedrijf 1]
Startdatum: [2015]
Handelsnamen: [bedrijf 3] en [bedrijf 1]
Bezoekadres: [adres] , [woonplaats]
Eigenaar naam: [verdachte] .
[bedrijf 2] BV
Startdatum: [2004]
Handelsnamen: [bedrijf 2] B.V. [bedrijf 5] en [bedrijf 6] .
Bezoekadres: [adres] , [woonplaats] .
Activiteiten: De bemiddeling in de verkoop van reizen met betrekking tot in-en
uitgaand toerisme en de bemiddeling in vastgoed in Turkije.
Enig aandeelhouder naam: [bedrijf 7] B.V.
[bedrijf 7] B.V.
Stardatum: [2003]
Bestuurder naam: [getuige]
Sedert: [2014]
Enig aandeelhouder: [medeverdachte] .’ [44]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft als volgt verklaard:
‘ [bedrijf 7] B.V. is een financiële holding waarin [medeverdachte] van [2003] tot [2014] enig aandeelhouder/bestuurder is geweest. Vanaf laatstgenoemde datum is [getuige] als bestuurder (alleen/zelfstandig bevoegd) in de onderneming gekomen.
[bedrijf 7] is enig aandeelhouder van [bedrijf 2] B.V.
Laatstgenoemde werd ingeschreven in het handelsregister op [2004] . Onder [bedrijf 2] B.V. waren een aantal handelsnamen actief. Een voor het onderzoek belangrijke handelsnaam die onder [bedrijf 2] actief was betrof [bedrijf 1] .
Sinds 05 januari 2015 is de heer [verdachte] volgens het 'portaal van de Belgische Overheid' benoemd tot zaakvoerder in de onderneming genaamd [bedrijf 4] BVBA. […]
De voornaamste activiteiten van [bedrijf 4] zijn het aanleggen van elektrische installaties inclusief telefoon, computer en bewakingssystemen. […]
Op [2015] is de heer [verdachte] ook eigenaar geworden van eenmanszaak [bedrijf 3] . In de Kamer van Koophandel aangeduid als [bedrijf 3] / [bedrijf 1] . [bedrijf 1] is de handelsnaam die onder [bedrijf 2] B.V. in het verleden werd gebruikt door [medeverdachte] voor de verkoop van (online) vliegtickets. Ook [verdachte] heeft volgens de Kamer van Koophandel als activiteit reisbemiddeling en online verkoop van vliegtickets.’ [45]
Getuige [getuige]
Getuige [getuige] heeft op 26 augustus 2015 als volgt verklaard:

V: U bent m.i.v. [2014] als bestuurder in [bedrijf 7] B.V. aangetreden. Wie heeft u hiervoor gevraagd en wat was de reden?
A: Meneer [medeverdachte] heeft mij hiervoor gevraagd. […] Door als bestuurder af te treden dan hoef je niet de dga uit te keren. Op deze manier kon hij de schuld afkopen. […] Ik heb toen gezegd dat ik het wel wilde doen. Ik heb toen een formulier ingevuld en mijzelf als directeur aangesteld. Ik wilde ze helpen. [46] […]
V: Wat heeft u zoal gedaan als bestuurder van [bedrijf 7] ?
A: Niks, het enige wat ik gedaan heb is het contract ondertekenen van de Kamer van Koophandel en contract overname. Dat contract ondertekenen heb ik in 2014 gedaan en in januari 2015 is de handelsnaam [bedrijf 1] met wat daar onder hangt verkocht aan [verdachte] . Dat is het laatste formulier dat ik ondertekend heb. […]
V: [bedrijf 1] was een handelsnaam welke viel onder [bedrijf 2] op haar beurt viel weer onder [bedrijf 7] BV. Dus feitelijk was u ook enig en volledig bestuurder van [bedrijf 1] . Kunt u uitleggen welke activiteiten u heeft ontplooid voor [bedrijf 1] in 2014?
A: Geen activiteiten voor [bedrijf 1] , behalve op het laatst met geïnteresseerde kopers […].
V: Wie heeft het klantenbestand in 2014 onderhouden?
A: Meneer [medeverdachte] .
V: In de vliegtickethandel is het niet ongebruikelijk dat klanten tickets bestellen, deze deels of volledig vooraf betalen en dat de feitelijke vliegreis pas later, soms wel maanden later zal
plaatvinden. Klopt deze stelling?
A: Ja, klopt.’ [47]
De waarde van het bedrijf [bedrijf 1]
Uit het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid Wetboek van Strafrecht volgt:
‘Tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte] werd er tussen de administratie een "beslissing op bezwaar" van de Gemeente Zaanstad aangetroffen. Uit dit stuk blijkt dat [medeverdachte] heeft geprobeerd een lening (ondernemerskrediet) van EUR 60.000,- vanuit de Bbz 2004 te krijgen van de Gemeente Zaanstad. Deze brief is gedateerd op 05 januari 2015. Uit deze brief blijkt in hoofdlijnen dat er twee zorgvuldige/uitgebreide onderzoeken zijn uitgevoerd door het Instituut voor het midden en kleinbedrijf (IMK). In hoofdlijnen zijn dit de bevindingen in de brief (incl. bijlagen) van 05 januari 2015:
- Het concurrentieniveau in de reisbranche wordt voor [medeverdachte] / [bedrijf 1] te groot
geacht.
  • Dat het commerciële/financiële inzicht van [medeverdachte] niet voldoende is.
  • Dat het bedrijf van [medeverdachte] ( [bedrijf 1] ) niet onderscheidend genoeg is.
  • De omzet zou zeer fors moeten zijn om een rendabele bedrijfsvoering te
kunnen realiseren met [bedrijf 1] .
  • [bedrijf 1] is gestart in 2008 en vanaf het begin waren er liquiditeitsproblemen.
  • Het bedrijf [bedrijf 1] is naar mening van het IMK niet levensvatbaar. De zakelijke
schulden zijn vanaf 2008 opgelopen tot EUR 60.000,-
- Dat [medeverdachte] heeft aangegeven dat hij [bedrijf 1] te koop had staan bij [48]
onlinebedrijfmakelaar [makelaar] in Amsterdam voor EUR 69.000,- en dat er geen daadwerkelijke geïnteresseerden waren geweest.
- Doel van de verkoop van [bedrijf 1] was het opheffen van [bedrijf 2] BV
met aflossing van alle lopende schulden.
  • De bedrijfsaccountant van [medeverdachte] , de heer [bedrijfsaccountant] , geeft aan de waarde van [bedrijf 1] niet hoger in te schatten als EUR 40.000,-. Ook het IMK schat de waarde van [bedrijf 1] lager in dan de verkoopvraagprijs van EUR 69.000,-
  • De inventaris bestaande uit computerapparatuur en meubilair van [bedrijf 1]
heeft op 25 november 2014 een waarde van EUR 367,-. Het totaal aan
zakelijke bezittingen wordt geraamd op EUR 37.600,-
  • [medeverdachte] ontvangt al sedert 2013 vrijwel geen salaris meer uit de onderneming.
  • Het verwachte bedrijfsresultaat dat zal worden behaald stond voor 2014 op
EUR 20.700,- negatief, in 2015 EUR 700,- positief en voor 2016 etc. EUR
10.300,- NEGATIEF.
  • Het eigen vermogen (zakelijk en privé) bedraagt EUR 115.600,- NEGATIEF.
  • Het totaal aan te saneren zakelijke schulden en privéschulden bedraagt
indicatief EUR 160.600,- (EUR 126.000,- zakelijk en 33.600,- privé)
- Een schuldsanering via de Wsnp (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen)
is de enige mogelijkheid om tot een oplossing te komen.’ [49]
Koopovereenkomst
Verbalisant [verbalisant 5] heeft op 1 december 2016 als volgt verklaard:
‘Tijdens het politieonderzoek zijn er twee verschillende koopovereenkomsten aangetroffen. In beide gevallen waren [medeverdachte] en [getuige] de verkopende partij en [verdachte] de kopende partij. In één overeenkomst is de feitelijke overdracht 01 maart 2015 voor een geldbedrag van EUR 85.000,-. (deze is niet ondertekend) In het andere exemplaar is de feitelijke overdracht 01 februari 2015 (dagtekening is overigens 25 februari 2015) de verkoopprijs in dit exemplaar is EUR 125.000,-. Laatstgenoemd exemplaar kan worden gezien en zal worden gehanteerd als het definitieve exemplaar daar deze is ondertekend door beide partijen.’ [50]
Beide koopovereenkomsten zijn als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd. De tweede koopovereenkomst vermeldt onder meer het volgende:
‘a. [bedrijf 2] B.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door [bedrijf 7] B.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [medeverdachte] en de heer [getuige] , hierna te noemen verkoper
b. [bedrijf 4] B.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [verdachte] , hierna te noemen koper […]
2. De overnameprijs bedraagt € 125.000,-. […]
4. Het verkochte is het met ingang van 1 februari 2015 voor rekening en risico van koper. [51]
Aldus in drievoud overeengekomen en getekend te Zaandam op: 25-02-2015. [52]
Boeking Afspraken tussen [bedrijf 2] B.V. & [bedrijf 4] B.V.
1.
A. [bedrijf 2] B.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door [bedrijf 7]
BV rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [medeverdachte] en de heer [getuige] hierna te vernoemen verkoper
B. [bedrijf 4] B.V., rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [verdachte] hierna te noemen koper
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
De boekingen die gemaakt zijn voor de overnamedatum van 1 februari 2015 worden overgenomen door [bedrijf 4] B.V.
[bedrijf 1] zal deze boekingen namens [bedrijf 4] B.V beheren tot de datum van vertrek en datum van terugkomst.
[bedrijf 1] moet zorgdragen dat de boven genoemde boekingen die nog niet ondergebracht zijn bij een leverancier alsnog ondergebracht worden.
[bedrijf 1] gaat voor deze werkzaamheden naast de inkoopfactuur de volgende handelingskosten in rekening brengen aan [bedrijf 2] B.V.;
€ 20.- Euro op basis van enkelreis p.p.
€ 40.- Euro op basis van retour p.p.
De bovengenoemde bedragen zullen verrekend worden met de laatste drie
betaaltermijnen zoals in de KOOPOVEREENKOMST genoemd is.
Aldus in drievoud overeengekomen en getekend te Zaandam op: 01-04-2015.’ [53]
Onderzoek administratie aangetroffen in woning medeverdachte
Verbalisant [verbalisant 5] heeft op 17 augustus 2016 als volgt verklaard:
‘Op […] 17 augustus 2016 heb ik in verband met het financiële onderzoek 14Parkiet
in beslag genomen administratie onderzocht. Tijdens de doorzoeking van de woning van
[medeverdachte] op het adres [adres] in [woonplaats] op 24 mei 2016 werden diverse
administratieve stukken in beslag genomen.
Tussen deze stukken trof ik een zevental facturen van vliegtuigmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 1]
aan. Deze facturen waren in de Turkse taal. Opvallend aan deze facturen was dat er op vijf
van deze facturen [bedrijf 1] stond en op twee [bedrijf 2] Met name de reserveringsdata op de
[bedrijf 1] / [bedrijf 2] facturen viel op.
[bedrijf 1] reserveringen: 1x 30 maart 2015, 2x 01 april 2015 en 2x 09 april 2015.
[bedrijf 2] reserveringen: 1x 08 april 2015 en 1x 09 april 2015. [54]
Het betreffen hier identieke facturen van vliegtuigmaatschappij [luchtvaartmaatschappij 1] met reserveringen via zowel [bedrijf 1] als [bedrijf 2] die in de woning van [medeverdachte] zijn aangetroffen. De data waarop deze reserveringen zijn gedaan vallen allemaal in de periode waarin [bedrijf 1] verkocht was aan de heer [verdachte] .’ [55]
Onderzoek gebruikte IP-adressen ten behoeve van internetbankieren van [bedrijf 1]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft op 28 november 2016 als volgt verklaard:
‘Ik, verbalisant, verklaar het volgende:
In het opsporingsonderzoek 14Parkiet werd een deelonderzoek uitgevoerd naar de IP-adressen die tijdens het internetbankieren zijn gebruikt op de SNS bankrekeningen [rekeningnummer] en [rekeningnummer] in de periode van 01 januari 2015 tot en met 01 augustus 2015.
[…] Deze vordering was gericht aan de SNS bank en de concrete vraag was of zij opgave konden doen van de bij hun gelogde IP-adressen die waren gebruikt bij het Internet bankieren op de genoemde SNS bankrekeningen in de periode tussen 01 januari 2015 en 01 augustus 2015. Beide rekeningen stonden op naam van [verdachte] .
Doel van deze bevraging was vast te kunnen stellen welke IP-adressen er waren gebruikt in de genoemde periode. Door de SNS bank werden op 30 augustus 2016 de gevraagde IP-adressen uitgeleverd. De uitgeleverde bestanden zijn vervolgens door de digitale recherche onderzocht. Ondanks dat er heel veel IP-adressen waren gebruikt kwamen vijf IP-adressen het meest voor.
Eerder in het onderzoek 14Parkiet werd er in de woning van verdachte [medeverdachte] een computer aangetroffen en in beslag genomen. Door de digitale recherche werd van de harde schijf van deze computer een zogenaamde Image gemaakt. De vijf IP-adressen uit de bankbestanden werden door digitaal specialisten vervolgens met speciale software vergeleken met deze harde schijf. [56]
Opvallend was dat één van de IP-adressen namelijk [IP-adres] in totaal 531 [57] maal werd aangetroffen op de harde schijf van de computer van [medeverdachte] . Het genoemde IP-adres was gebruikt met internetbankieren in de periode dat [bedrijf 1] eigendom was van [verdachte] namelijk tussen 01 januari 2015 en 01 augustus 2015. […]
Opvallend was ook dat het IP-adres [IP-adres] nooit werd gebruikt in combinatie met de privé rekening [rekeningnummer] van [verdachte] .
Uit een vervolgonderzoek, door digitaal specialist [verbalisant 6] , op basis van het genoemde IP-adres en de gegevens op de harde schijf van [medeverdachte] is gebleken dat het bewuste IP-adres duidelijk gerelateerd is aan [medeverdachte] . Uit de samenvattende bevindingen van het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 6] blijkt dat in een genoemde periode de computer aan het internet verbonden is geweest met een modem waarvan het publieke IP- adres [IP-adres] was.’ [58]
Uit de bijlage bij het Proces-verbaal bevindingen onderzoek IP adressen volgt dat het IP-adres [IP-adres] voor het laatst op 28 mei 2015 is gebruikt in relatie met internetbankieren met het bankrekeningnummer [rekeningnummer] . [59]
5.4.2.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader oplichting
Voor een veroordeling wegens oplichting is onder meer vereist dat gebruik is gemaakt van één of meer van de in artikel 326, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) specifiek aangeduide oplichtingsmiddelen: het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels.
Bij de oplichtingsmiddelen die bestaan uit het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid gaat het er in de kern om dat het handelen van de verdachte ertoe kan leiden dat bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen met betrekking tot de ‘persoon’ van de verdachte, over zijn naam of zijn hoedanigheid, waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen met het doel daarvan misbruik te maken.
Bij listige kunstgrepen gaat het in de kern om meer dan een enkele misleidende feitelijke handeling die een onjuiste voorstelling van zaken in het leven kan roepen.
Bij een samenweefsel van verdichtsels gaat het in de kern om gesproken en/of geschreven uitingen die bij een ander een op meer dan een enkele leugenachtige mededeling gebaseerde onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen.
De in artikel 326, eerste lid, Sr bedoelde oplichtingsmiddelen hebben bovendien niet altijd betrekking op gedragingen die scherp van elkaar te onderscheiden zijn. Daardoor kunnen concrete uitwerkingen van deze oplichtingsmiddelen onderlinge samenhang vertonen en elkaar overlappen. Er kunnen zich dus gevallen voordoen waarin hetzelfde gedrag van de verdachte meebrengt dat meerdere oplichtingsmiddelen zijn gebruikt. In zo een geval kan dit gedrag als het gebruiken van meer dan één oplichtingsmiddel worden ten laste gelegd en bewezen verklaard; daarbij behoeft de rechter niet te kiezen uit die oplichtingsmiddelen omdat die keuze voor de strafrechtelijke betekenis van het bewezenverklaarde niet van belang is.
Verder is voor oplichting volgens artikel 326, eerste lid, Sr vereist dat iemand door zo’n oplichtingsmiddel wordt “bewogen”, in die zin dat het slachtoffer mede onder invloed van de door het desbetreffende oplichtingsmiddel in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken is overgegaan tot, in dit geval, de afgifte van geld. Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebruikt, is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verdachte aan [medeverdachte] gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door het bedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] op zijn naam te (laten) zetten en het bankrekeningnummer [rekeningnummer] op zijn naam te (laten) zetten, terwijl [medeverdachte] de aangevers door aanwending van één of meer oplichtingsmiddelen heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen als (aan)betaling voor vliegtickets.
Vaststelling feiten
De rechtbank stelt, gelet op de voornoemde bewijsmiddelen, vast dat de aangevers verklaren dat de website van het bedrijf [bedrijf 1] er professioneel uitzag. De verklaringen van de aangevers houden samengevat in dat zij het vertrouwen hadden dat het bedrijf, [bedrijf 1] , bonafide was. Uit alle aangiftes volgt ook dat de aangevers geld hebben betaald onder de afspraak dat dit geld gebruikt zou worden om de vlucht te betalen bij de reisorganisatoren. De aangevers ontvingen direct na betaling vliegtickets, dan wel vluchtcoupons en reisbescheiden, van het bedrijf [bedrijf 1] . Op deze tickets stonden ook namen van luchtvaartmaatschappijen. Zij hebben hiermee contact gezocht en het bleek dat van hun boeking geen gegevens bekend waren bij de luchtvaartmaatschappijen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft medeverdachte [medeverdachte] zich schuldig gemaakt aan de volgende handelingen, die – nu geenszins is gebleken van enige serieuze inspanning om vluchten te boeken en gezien de wijze van handelen – in onderling verband en samenhang beschouwd als oplichtingshandelingen kunnen worden gekwalificeerd:
- het optuigen van een schijnconstructie, als gevolg waarvan het leek alsof verdachte zijn onderneming heeft overgedragen aan medeverdachte [verdachte] , terwijl hij feitelijk is doorgegaan met de exploitatie van de onderneming en de toegang heeft behouden tot de bankrekening van [bedrijf 1] ;
- het gebruik maken van een professioneel uitziende website en zich via die website voordoen als een bonafide reisbureau;
- het gebruik maken van de in de reisbranche gebruikelijke werkwijze dat mensen na het uitzoeken van een vlucht eerst het volledige bedrag van de boeking moeten betalen voordat zij de tickets of andere reisbescheiden ontvangen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de vorenstaande oplichtingshandelingen te scharen onder de volgende oplichtingsmiddelen: het aannemen van een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels. De aangevers zijn door deze handelingen bewogen tot het doen van betalingen voor vliegtickets, terwijl de vluchten niet zijn geleverd.
Uit de verklaring van verdachte volgt dat medeverdachte [medeverdachte] willens en wetens op deze wijze heeft gehandeld; hij heeft tegen verdachte gezegd dat hij door middel van de schijnconstructie zijn schulden kon aflossen en dat de verzekering de mensen wel schadeloos zou stellen.
De rechtbank stelt, gelet op de voornoemde bewijsmiddelen, eveneens vast dat verdachte op [2015] eigenaar is geworden van [bedrijf 1] . Verdachte was benaderd door iemand, omdat deze persoon wist dat verdachte er wel voor openstond om snel geld te verdienen. Zonder enige kennis van zaken en zonder daarvoor te hoeven betalen heeft verdachte op papier het bedrijf [bedrijf 1] van medeverdachte [medeverdachte] overgenomen en een bankrekening geopend. Verdachte heeft zich eerst ingeschreven als zaakvoerder van het Belgische bedrijf [bedrijf 4] , een bedrijf gespecialiseerd in het aanleggen van elektrische installaties inclusief telefoon, computer en bewakingssystemen, en vervolgens heeft dat bedrijf het bedrijf [bedrijf 1] van medeverdachte [medeverdachte] ‘gekocht.’ Overigens heeft verdachte [bedrijf 1] als eenmanszaak ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De koopsom bedroeg in eerste instantie € 85.000,-, maar is vervolgens op verzoek van medeverdachte [medeverdachte] en nadat [bedrijf 1] al was overgenomen, verhoogd tot € 125.000,-. Medeverdachte [medeverdachte] kon hierdoor uit de schulden komen. Afgesproken was dat hij voor het op naam houden van dat bedrijf maandelijks een vergoeding zou ontvangen van € 2.500,-. Voor de rest hoefde hij geen enkele bedrijfsactiviteit te verrichten. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat de handelingen die door [verdachte] zijn verricht niet constitutief zijn voor de oplichting. De rechtbank beschouwt de schijnconstructie die [medeverdachte] met behulp van [verdachte] heeft opgezet als essentieel, nu [medeverdachte] zonder die schijnconstructie de aangevers niet zou hebben opgelicht, aangezien de oplichting dan direct naar hem herleidbaar zou zijn geweest.
Verdachte heeft verklaard dat hij wist dat het risico bestond dat er mensen benadeeld zouden worden, maar door medeverdachte [medeverdachte] was verteld dat benadeelden schadeloos gesteld zouden worden door de verzekering. Hij heeft eveneens verklaard dat hij vermoedde dat het geld dat hij telkens van de bankrekening van [bedrijf 1] pinde door aangevers was betaald voor tickets die niet voor hen zouden worden gekocht.
Conclusie
De rechtbank concludeert dat verdachte het bedrijf [bedrijf 1] en een bankrekening voor dat bedrijf op zijn naam heeft gezet. De rechtbank leest de tenlastelegging zo dat met ‘te zetten en/of te laten zetten’ ook ‘te houden’ wordt bedoeld. Deze gedragingen zijn ondersteunend geweest voor de oplichting door medeverdachte [medeverdachte] .
Verdachte wist dat er mensen benadeeld zouden worden, zodat hij naar het oordeel van de rechtbank op zijn minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn gedragingen zouden leiden tot het ondersteunen van de oplichting.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte medeplichtig is aan de oplichting gepleegd door [medeverdachte] .

6.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Subsidiair
[medeverdachte] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 januari 2015 tot en met 8 juli 2015 te Utrecht, Lelystad, Hilversum, Zaandam, Amsterdam, 's-Gravenhage, Rijnsburg, Assendelft, Zuidlaren, Werkendam, Vlaardingen, en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
227 personen (vermeld op de lijsten op de pagina's 98 tot en met 102) heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, totaal: 206.921,- euro, zijnde: (aan)betalingen voor vliegtickets, onder meer de navolgende personen, voor de volgende geldbedragen:

1. [aangever 1] , tot de afgifte van 1314 euro en

2. [benadeelde 1] , tot de afgifte van 1912 euro en

4. [aangever 2] , tot de afgifte van 2410 euro en

5. [benadeelde 7] , tot de afgifte van 1432 euro en

6. [aangever 3] , tot de afgifte van 1432 en

7. [aangever 4] , tot de afgifte van 3492 euro en

8. [aangever 5] , tot de afgifte van 1912 euro en

9. [benadeelde 14] , tot de afgifte van 1832 euro en

10. [aangever 7] , tot de afgifte van 1432 euro en

13. [aangever 8] , tot de afgifte van 2040 euro en

14. [benadeelde 8] , tot de afgifte 1733 euro en

16. [aangever 9] , tot de afgifte van 1432 euro en

17. [aangever 10] , tot de afgifte van 1294 euro en

19. [aangever 11] , tot de afgifte van 2928 euro en

door telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid,
- aan bovengenoemde personen zich voor te doen en zich te blijven voordoen als bonafide/betrouwbare verkoper van vliegtickets, middels het bedrijf [bedrijf 1] , waarbij hij valselijk en listiglijk gebruik heeft gemaakt van de in het maatschappelijk verkeer en handelsverkeer geldende gewoonte dat dergelijke aankopen vooraf worden betaald, terwijl deze vluchten telkens niet werden geleverd en
- aan bovengenoemde personen te doen voorkomen dat zij een vlucht geboekt hadden, terwijl er in feite door hem, verdachte, geen vlucht voor die personen was geboekt,
waardoor voornoemde personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2015 tot en met 8 juli 2015 te Hilversum en Zaandam en Amsterdam opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft door opzettelijk het bedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] op zijn, verdachtes, naam te zetten en te laten zetten en het bankrekeningnummer [rekeningnummer] op zijn, verdachtes, naam te zetten en te laten zetten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

7.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het feit, die verdachte heeft gepleegd, staan als volgt in het Wetboek van Strafrecht omschreven:
medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd.

8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

9.OPLEGGING VAN STRAF

9.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring dan verzoekt de raadsman om aan verdachte een taakstraf op te leggen in plaats van een gevangenisstraf.
9.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft snel geld willen verdienen en heeft daartoe het bedrijf [bedrijf 1] op zijn naam laten zetten en een bankrekening voor dit bedrijf op zijn naam geopend. Hierdoor heeft verdachte zich als medeplichtige gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan de oplichting van 227 klanten van [bedrijf 1] door hen te laten betalen voor vliegtickets, terwijl deze vliegtickets uiteindelijk niet werden geboekt. De medeverdachte heeft zich door middel van zijn website voorgedaan als een betrouwbare verkoper van vliegtickets. De slachtoffers maakten geld over en waren in de veronderstelling dat zij met de reisbescheiden die ze, na betaling, van de medeverdachte kregen op vakantie konden gaan. Sommige slachtoffers hoorden kort voor vertrek dat deze reisbescheiden niet geldig waren en voor sommigen werd dit pas duidelijk op Schiphol, terwijl zij daar klaar stonden voor vertrek. Tot slot zijn er ook nog slachtoffers waarbij bleek dat er voor hen geen terugvlucht was geboekt. Zij moesten daardoor veel duurdere vliegtickets kopen op de luchthaven of zagen hun vakantie in duigen vallen. Veel benadeelden hadden, zoals uit de toelichting op de vorderingen blijkt, lang gespaard om hun vliegtickets te betalen.
De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de zeer professionele wijze waarop deze oplichting op grote schaal heeft plaatsgevonden. De medeverdachte heeft met zijn handelen de slachtoffers niet alleen financiële schade toegebracht, maar heeft ook hun vertrouwen in de reisbranche en het betalingsverkeer zeer ernstig geschaad. Uit de vorderingen van de benadeelden volgt bovendien dat veel aangevers sinds de oplichting stress krijgen van het boeken van vliegtickets. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij wist dat er mensen benadeeld zouden worden. De rechtbank neemt het de verdachte dan ook zeer kwalijk dat dit voor hem kennelijk minder gewicht in de schaal legde dan het geldelijk gewin dat hij met het bewezen verklaarde beoogde.
Gelet op het vorenstaande kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Persoon van de verdachte
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 november 2019, waaruit onder meer blijkt dat verdachte veelvuldig met politie en justitie in aanraking is gekomen. Verdachte is eerder tot onherroepelijke gevangenisstraffen veroordeeld. Dit heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.
Oriëntatiepunten
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS vermelden bij fraude met een benadelingsbedrag tussen de € 125.000,-- en € 250.000,-- als vertrekpunt een gevangenisstraf voor de duur van 9 tot 12 maanden onvoorwaardelijk. Dit oriëntatiepunt geldt voor een pleger. Bij verdachte houdt de rechtbank er in strafverminderende zin rekening mee dat medeplichtigheid bewezen is verklaard.
In strafverzwarende zin houdt de rechtbank rekening met de volgende omstandigheden:
- de lange periode waarin de oplichting heeft plaatsgevonden;
- het grote financiële voordeel dat verdachte door de oplichting heeft verkregen;
- het grote aantal gedupeerden en de gevolgen die het voor hen heeft gehad;
- de hoge mate van professionaliteit en de geraffineerdheid waarmee de oplichting gepaard ging door de echt uitziende vliegtickets te versturen.
Overschrijding redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 23 maart 2016 is verhoord in onderhavige zaak. Op die datum is de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechtbank van de Mens en de fundamentele vrijheden aangevangen. Dit is namelijk het moment waarop vanwege de Nederlandse Staat jegens verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zou worden ingesteld. De behandeling in eerste aanleg is niet binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn met een eindvonnis afgerond, terwijl niet van bijzondere omstandigheden is gebleken die deze overschrijding rechtvaardigen. De redelijke termijn is met negen maanden overschreden. De rechtbank zal hiermee bij de strafoplegging rekening houden.
Artikel 63 Sr
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf er rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde op 27 maart 2017 is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 150 uren. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
Conclusie
Omdat de rechtbank komt tot dezelfde bewezenverklaring als de officier van justitie en bij het bepalen van de omvang van de straf rekening houdt met dezelfde omstandigheden, oordeelt de rechtbank dat een gevangenisstraf van 4 maanden, zoals de officier van justitie heeft geëist, passend en geboden is.

10.BENADEELDE PARTIJEN

10.1.
Inleiding
In het onderzoek 14Parkiet hebben 227 benadeelden aangiften gedaan tegen [bedrijf 1] . Van deze benadeelde partijen hebben zich 146 personen gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding. Op 13 november 2019 heeft de behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen plaatsgevonden. De rechtbank zal eerst ingaan op de ontvankelijkheid van de benadeelde partijen in hun vorderingen, vervolgens op de beoordeling van de gevorderde materiële en immateriële schade en tot slot op de gevorderde wettelijke rente, de hoofdelijke betalingsverplichting, de kosten en de schadevergoedingsmaatregel.
Ontvankelijkheid van de vorderingen ingediend door benadeelde partijen [benadeelde 8] , [aangever 135] , [aangever 117] , [aangever 79] en [aangever 189]
10.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [benadeelde 8] , [aangever 135] , [aangever 117] , [aangever 79] en [aangever 189] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering, nu een vordering niet kan worden ingediend na het requisitoir. Deze benadeelde partijen hebben pas na het requisitoir gehouden op 5 november 2019 hun vordering ingediend.
10.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, met de officier van justitie, op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [benadeelde 8] , [aangever 135] , [aangever 117] , [aangever 79] en [aangever 189] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering, nu zij hun vordering hebben ingediend na het requisitoir gehouden op 5 november 2019.
10.4.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat bij het maken van de planning van de behandeling van het onderzoek 14Parkiet met de officier van justitie, de verdediging en de Slachtoffercoördinator
is gecommuniceerd over een zo efficiënt mogelijke behandeling van alle vorderingen van de benadeelde partijen. De rechtbank heeft met de officier van justitie en de verdediging afgesproken dat de straf- en ontnemingszaak op 5 november 2019 zal worden behandeld, met uitzondering van de vorderingen van de benadeelde partij. Het requisitoir, door de officier van justitie gehouden op 5 november 2019, omvatte daarom geen standpunt over de vorderingen van de benadeelde partijen. Met instemming van alle partijen is aan de benadeelde partijen gecommuniceerd dat de behandeling van de vorderingen op 13 november 2019 zal plaatsvinden. Tijdens die behandeling heeft de officier van justitie een standpunt ingenomen over de vorderingen van de benadeelde partijen. De rechtbank oordeelt dat het, gelet op deze gang van zaken, in strijd met de goede procesorde is om voornoemde benadeelde partijen tegen te werpen dat deze vorderingen na het requisitoir van de strafzaak zijn ingediend. De rechtbank verklaart deze benadeelde partijen dan ook ontvankelijk in hun vordering.
Ontvankelijkheid van de vorderingen gericht tegen [bedrijf 2] B.V.en gelet op de bewezen verklaarde pleegperiode
10.5.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft alle vorderingen van de benadeelde partijen gericht tegen [bedrijf 2] B.V. bestreden, nu verdachte geen zeggenschap heeft gehad over [bedrijf 2] B.V.
10.6.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat nu verdachte medeplichtig is aan oplichting de schade ook een direct gevolg is van zijn handelen. De hoofdelijke betalingsverplichting wordt gevorderd, hetgeen maakt dat de vorderingen van de benadeelde partijen gericht tegen [bedrijf 2] B.V. ook tegen verdachte kunnen worden toegewezen.
10.7.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat verdachte in de periode 18 februari 2015 tot en met 8 juli 2015 medeplichtig is aan oplichting en dat de daardoor veroorzaakte schade ook een direct gevolg is van zijn handelen. Het feit dat sommige aangevers geld hebben overgemaakt naar de rekening van [bedrijf 2] B.V. voor een ticket bij [bedrijf 1] maakt het strafrechtelijke verwijt niet anders. De rechtbank zal wel alleen de vorderingen van de 227 aangevers van de aan verdachte tenlastegelegde aangiften bij de beoordeling betrekken en zal dus de vorderingen van benadeelde partijen die aangifte tegen [bedrijf 2] B.V. hebben gedaan buiten beschouwing laten.
Een aantal aangevers heeft tickets gekocht en betalingen gedaan voor 18 februari 2015, zijnde ten aanzien van verdachte de aanvangsdatum van de bewezen verklaarde pleegperiode. Voor zover deze aangevers een vordering tot schadevergoeding hebben ingediend worden zij in de zaak tegen deze verdachte niet-ontvankelijk verklaard.
Het betreft de vorderingen van:
Slachtoffernummer
Naam
48
Mw. [aangever 30]
99
[aangever 79]
128
Mw. [aangever 107]
Deugdelijkheid tickets
10.8.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat benadeelde partijen, na het ontvangen van de e-mail met de mededeling dat [bedrijf 1] failliet was, aangifte hebben gedaan, terwijl niet is gebleken dat hun ticket daadwerkelijk ondeugdelijk was. In alle gevallen moet worden uitgezocht – althans overtuigend zijn gebleken – dat wat als (voorlopig) reisbescheid was toegezonden daadwerkelijk geen recht gaf om te vliegen.
10.9.
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde partijen stellen dat de vliegtickets die zij van [bedrijf 1] hebben ontvangen ondeugdelijk zijn gebleken, althans geen recht gaven op gebruikmaking van de door hen geboekte vlucht. Zij beroepen zich daarbij niet alleen op een e-mail die zij hebben ontvangen waarin werd gemeld dat [bedrijf 1] failliet was, maar bovendien op het feit dat zij hebben geprobeerd om met [bedrijf 1] contact op te nemen, veelal zonder succes. De enkeling die wel iemand te spreken kreeg, kreeg te horen dat zij nieuwe vliegtickets moesten kopen. De meesten hebben contact opgenomen met de luchtvaartmaatschappijen en kregen te horen dat zij niet voorkwamen op passagiers- of boekingslijsten. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee voldoende onderbouwd dat de vliegtickets/reisbescheiden die [bedrijf 1] heeft toegestuurd niet deugdelijk waren. Namens verdachte is deze voldoende onderbouwde stelling onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat de rechtbank bij de verdere beoordeling uitgaat van de juistheid hiervan.
Materiële schade: vergoeding [bedrijf 1] -tickets of nieuwe tickets?
10.10.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat, indien benadeelde partijen nieuwe tickets hebben gekocht en een vergoeding van de kosten hiervan vragen, de prijs van de niéuwe tickets voor vergoeding in aanmerking komt, ook als dit hoger is dan de prijs die de benadeelde partijen voor hun ticket bij [bedrijf 1] hebben betaald.
10.11.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld ten aanzien van alle benadeelde partijen dat alleen de prijs voor het ticket van [bedrijf 1] toegewezen kan worden en niet de prijs van een nieuw ticket.
10.12.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank begrijpt de vordering aldus dat de benadeelde partij de overeenkomst met [bedrijf 1] vernietigt in de zin van artikel 3:44 Burgerlijk Wetboek (BW), omdat deze door bedrog is tot stand gekomen. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de overeenkomst met [bedrijf 1] is gesloten (artikel 3:53 BW), zodat daarmee aan de betaling aan [bedrijf 1] een geldige titel is komen te ontvallen en deze onverschuldigd is gedaan in de zin van artikel 6:203 BW. De koopprijs dient daarom te worden terugbetaald. Verdachte heeft bovendien onrechtmatig gehandeld jegens de benadeelde partij in de zin van artikel 6:162 BW, zodat zij de schade dienen te vergoeden die de benadeelde partij als gevolg daarvan heeft geleden. Deze schade bestaat onder meer uit het verschil tussen de prijs van de tickets van [bedrijf 1] en de prijs van duurdere nieuwe tickets.
Namens verdachte is gesteld dat de benadeelde partij er zelf voor heeft gekozen om nieuwe duurdere tickets te betalen, zodat het verschil in prijs niet aan verdachte maar aan de benadeelde partij moet worden toegerekend. Weliswaar geldt in het algemeen de verplichting voor schuldeisers om hun schade zo veel mogelijk te beperken, maar deze verplichting gaat niet zo ver dat in redelijkheid van de benadeelde partij kan worden verlangd dat, geconfronteerd met het bedrog door verdachten, wordt afgezien van het maken van de geplande reis. De rechtbank is daarom van oordeel dat het prijsverschil tussen de tickets van [bedrijf 1] en de duurdere nieuwe tickets voor vergoeding in aanmerking komt en zal dit prijsverschil bij de benadeelde partijen die dit hebben gevorderd dan ook toewijzen.
Gehele toewijzing vorderingen materiële schade
10.13.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde materiële schade van onderstaande benadeelde partijen rechtstreekse schade betreft. De schade is voldoende onderbouwd en komt voor vergoeding in aanmerking. Dit betekent dat de vorderingen van de hierna te noemen benadeelde partijen geheel worden toegewezen:
Slachtoffernummer
Naam
Materiële schade toegewezen
2
Mw. [benadeelde 7]
1432
5
Dhr. [aangever 3]
1432
8
Dhr. [aangever 1]
1314
10
Dhr. [benadeelde 8]
1733
12
Mw. [aangever 9]
1432
13
Dhr. [aangever 10]
2052
14
Dhr. [aangever 7]
1432
16
Dhr. [aangever 11]
3600
18
Mw. [aangever 4]
3492
21
Dhr. [aangever 5]
2080
23
Dhr./mw. [aangever 12]
1104
26
Mw. [aangever 14]
676
27
Dhr./mw. [aangever 15]
667
29
dhr/mw. [aangever 16]
1960
38
Mw. [aangever 22]
229
40
Dhr./Mw. [aangever 24]
1392
41
Dhr./Mw. [aangever 25]
218
43
Dhr. [aangever 27]
875
45
Dhr. [aangever 29]
1084,86
49
Dhr. [aangever 31]
448
51
Mw. [aangever 33]
629,06
52
Mw. [aangever 34]
776
54
Dhr./mw. [aangever 36]
1194
58
Dhr. [aangever 40]
836
59
Mw. [aangever 41]
416
61
Dhr. [aangever 42]
1532
63
dhr./Mw. [aangever 45]
1452
64
Dhr. [aangever 46]
1832
70
Dhr. [aangever 51]
756
71
Mw. [aangever 53]
438
75
Dhr./Mw. [benadeelde 9]
1023
77
Dhr./Mw. [aangever 58]
1602
78
Mw. [benadeelde 3]
696
85
Dhr./Mw. [aangever 66]
1224
86
[aangever 67]
714
87
Dhr./mw. [aangever 68]
1651
88
[aangever 69]
1632
89
Mw. [aangever 70]
796
91
Dhr. [aangever 71]
676
94
Mw. [aangever 74]
338
95
Dhr./mw. [aangever 75]
1740
103
Mw. [aangever 83]
1264
108
[aangever 88]
1115
111
Dhr. [aangever 91]
965
115
Dhr/Mw. [aangever 95]
1164
117
Dhr./mw. [aangever 97]
218
121
Mw. [aangever 100]
1312
125
Dhr. [aangever 104]
932
136
[benadeelde 10]
1404
137
[benadeelde 11]
1224
140
[aangever 115]
2032
144
Mevr. [aangever 117]
1472
148
Mw. [aangever 123]
1400
149
Mw. [aangever 124]
1292
152
dhr. [benadeelde 12]
1462
154
[aangever 128]
545
155
[aangever 129] (e.v. [aangever 129] )
756
156
[aangever 130]
328
158
[aangever 132]
1712
159
[aangever 133]
476
164
Dhr. [aangever 137]
2277
170
[benadeelde 4]
1194
182
[aangever 152]
1352
184
dhr./mw. [aangever 154]
1702
186
Mevr. [aangever 156]
984
197
Mw. [aangever 166]
1074
198
Dhr. [aangever 167]
436
199
[aangever 168]
2180
201
[aangever 170]
308
206
[aangever 173]
2110
207
dhr. [aangever 174]
516
208
Mw. [aangever 175]
676
209
[aangever 176]
468
211
[aangever 177]
1264
212
Dhr. [aangever 178]
1020
216
Dhr. [aangever 180]
348
218
Mw. [aangever 182]
209
222
Dhr. [aangever 186]
357
224
Dhr./mw. [aangever 188]
2998
225
Dhr./mw. [aangever 189]
776
228
Mw. [aangever 192]
436
231
Dhr. [aangever 195]
856
232
Dhr. [aangever 196]
694
233
Dhr. [aangever 197]
1872
237
Mw. [aangever 201]
418
239
Dhr. [aangever 203]
1004
242
Mw. [aangever 206]
1374
246
Dhr./mw. [aangever 210]
278
250
Dhr. [benadeelde 6]
378
252
Mw. [aangever 215]
219
255
Dhr. [benadeelde 17]
628
256
Mw. [aangever 193]
338
260
[aangever 194] en [benadeelde 18]
849,8
Gedeeltelijke toewijzing, gedeeltelijke afwijzing materiële schade
10.14.
Het oordeel van de rechtbank
Sommige benadeelde partijen hebben meer schade gevorderd dan zij hebben geleden, door bijvoorbeeld volledige vergoeding te vragen van de nieuwe tickets én de oude tickets. Zoals hiervoor is overwogen wijst de rechtbank in dat geval alleen de kosten van de tickets van [bedrijf 1] toe, vermeerderd met het prijsverschil tussen die tickets en de duurdere nieuwe tickets.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde materiële schade van de volgende benadeelde partijen gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking komt, namelijk voor het deel waar het rechtstreekse schade betreft en voldoende onderbouwd is.
Aan de hierna te noemen benadeelde partijen worden de volgende bedragen toegewezen, waarbij hun vordering voor het overige wordt afgewezen:
Slachtoffernummer
Naam
Materiële schade gevorderd
Materiële schade toegewezen
3
Mw. [benadeelde 1]
3756,24
1912
25
Dhr. [aangever 13]
3312
2152
30
Dhr./mw. [aangever 15]
2952
1560
31
Dhr./mw. [aangever 18]
3790
1840
33
Dhr./mw. [benadeelde 2]
2050
1294
44
Mw. [aangever 28]
877,99
399,99
60
Mw. [aangever 43]
873
466
67
Dhr./mw. [aangever 49]
geen bedrag
965
93
[aangever 73]
2531
1462
96
Dhr./mw. [aangever 76]
2004
1268
100
Dhr. [aangever 80]
2864,98
1689,98
123
Dhr. [aangever 102]
1116
915
131
[aangever 109]
2652
1461
144
Dhr. [aangever 118]
3542
2150
153
[aangever 127]
4365,2
2375,2
157
Mw. [aangever 131]
1270,5
696
161
[aangever 135]
800
656
167
[benadeelde 13]
3453,7
1813,7
168
[aangever 141]
2292
1292
178
[aangever 150]
2690
1790
185
Dhr./mw. [aangever 155]
818
490
217
Mw. [aangever 181]
1727,5
989,5
244
Dhr./ Mw. [aangever 208]
723
385
249
Dhr. [aangever 212]
792
358
Gedeeltelijke toewijzing, gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring materiële schade
10.15.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade van de volgende benadeelde partijen gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking komt. Deze benadeelde partijen hebben deels vergoeding van schade gevorderd, zoals bijvoorbeeld taxikosten, waarbij geen onderbouwing is ingediend. In dat deel van de vordering worden de benadeelde partijen daarom niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan dit gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit betekent dat aan de hierna te noemen benadeelde partijen, die hun vordering gedeeltelijk voldoende hebben onderbouwd, de volgende bedragen worden toegewezen en dat zij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard:
Slachtoffernummer
Naam
Materiële schade gevorderd
Materiële schade toegewezen
1
Dhr. [aangever 2]
2125
1912
53
Mw. [aangever 35]
536
336
56
Dhr. [aangever 38]
656
328
81
Dhr. [aangever 62]
1542
308
110
Mw. [aangever 90]
1474
1074
127
Mw. [aangever 106]
2200
826
135
[aangever 112]
1174
1074
139
[aangever 114]
1546
696
143
dhr./mw. [aangever 117]
1464
1214
145
dhr. [aangever 118]
3204
1374
146
[aangever 121]
2336
1272
151
dhr. [aangever 126]
2083,5
1940
162
[aangever 136]
3400
1483
192
dhr. [aangever 161]
981
856
194
[aangever 163]
798
398
195
[aangever 164]
798
398
234
Dhr [aangever 198]
446
396
247
Mw. [aangever 211]
2680
1180
Gedeeltelijke toewijzing, gedeeltelijke afwijzing, gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring materiële schade
10.16.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade van de volgende benadeelde partijen gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking komt. Deze benadeelde partijen hebben naast het gedeelte dat kan worden toegewezen meer gevorderd, te weten kosten waarvan gebleken is dat dit geen rechtstreekse schade betreft en kosten waarvan geen onderbouwing is ingediend. De benadeelde partij zal voor wat betreft dat laatste deel niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering en kan dit gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rest van de vordering wordt afgewezen.
Dit betekent dat aan de hierna te noemen benadeelde partijen, die hun vordering op dit punt voldoende hebben onderbouwd, de volgende bedragen worden toegewezen, dat de vordering daarnaast met betrekking tot het hierna genoemde bedrag wordt afgewezen en dat de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard:
Slachtoffernummer
Naam
Materiële schade gevorderd
Materiële schade toegewezen
Materiële schade afgewezen
57
Dhr. [aangever 39]
1854
1506,42
67,58
73
[aangever 55]
2535,5
1060,5
1025
204
[aangever 216]
4002,81
2807,81
1045
Gehele niet-ontvankelijkverklaring materiële schade
10.17.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de volgende benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu de vorderingen van [aangever 26] en [aangever 125] niet voldoende onderbouwd zijn. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [aangever 19] merkt de rechtbank op dat zonder nadere toelichting het verband tussen de namen op de tickets/de betalingsbewijzen en de aangever niet duidelijk is. Ten aanzien van de benadeelde partijen [aangever 30] , [aangever 79] en [aangever 107] heeft, zoals hiervoor is overwogen, te gelden dat deze benadeelde partijen betaald hebben voor aanvang van de bewezen verklaarde pleegperiode. De benadeelde partijen kunnen de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Slachtoffernummer
Gevorderd bedrag
Naam
34
752
Dhr. [aangever 19]
42
100
Dhr. [aangever 26]
48
1194
Mw. [aangever 30]
99
600
[aangever 79]
128
1943
Mw. [aangever 107]
150
7,95
Mw. [aangever 125]
Gehele afwijzing materiële schade
10.18.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [aangever 171] afwijzen. Reden daarvoor is dat is gebleken dat deze schade reeds volledig is vergoed.
Slachtoffernummer
Naam
202
[aangever 171]
Immateriële schade
10.19.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de gevorderde immateriële schade op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, aangezien het gevorderde bedrag onvoldoende met stukken is onderbouwd en/of niet rechtstreeks voortvloeit uit het ten laste gelegde feit.
10.20.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen algemeen standpunt ingenomen ten aanzien van gevorderde immateriële schade.
10.21.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat meerdere benadeelde partijen immateriële schade hebben gevorderd.
De rechtbank concludeert uit de vorderingen van de benadeelde partijen dat in sommige gevallen de gevorderde immateriële schade onder materiële schade valt, zoals wanneer benadeelde partijen taxikosten of het prijsverschil met nieuwe tickets onder immateriële schade hebben gevorderd. Omdat kennelijk materiële schade in plaats van immateriële schade is bedoeld, heeft de rechtbank deze schadeposten betrokken bij de beoordeling van de materiële schade.
De rechtbank concludeert vervolgens dat een aantal benadeelde partijen immateriële schade heeft gevorderd zonder daarbij een bedrag te vermelden. Nu de wet niet vereist dat de benadeelde partijen een specifiek bedrag aan immateriële schade vordert en de rechtbank de bevoegdheid heeft om dit bedrag te schatten, zal de rechtbank deze vorderingen bij de beoordeling betrekken.
Voor vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade geldt het bepaalde in artikel 6:106 BW. Immateriële schade komt onder andere voor vergoeding in aanmerking indien een benadeelde partij letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. In de onderhavige zaak zijn de eerste twee categorieën niet aan de orde en moet dus gekeken worden of sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. Van belang hierbij is dat er sprake moet zijn van meer dan psychisch onbehagen en het vereist in het algemeen dat er sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Naar zijn aard is bij oplichting in de regel geen sprake van zodanige aantasting in de persoon op andere wijze dat dit een enkel psychisch onbehagen of gekwetst voelen overstijgt. De benadeelde partijen die desondanks een vergoeding van immateriële schade hebben gevorderd, hebben deze vordering niet met stukken onderbouwd waaruit kan worden afgeleid dat bij hen sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld als gevolg van het bewezen verklaarde. In geen van de zaken waar immateriële schadevergoeding is gevorderd zijn omstandigheden gesteld of gebleken die recht geven op een zodanige vergoeding. De rechtbank zal voor zover de benadeelde partijen immateriële schadevergoeding hebben gevorderd de vordering voor dat deel afwijzen.
De rechtbank wijst de door onderstaande benadeelde partijen gevorderde vergoeding voor immateriële schade af:
Slachtoffernummer
Naam
Immateriële schade
5
Dhr. [aangever 3]
geen bedrag
8
Dhr. [aangever 1]
geen bedrag
27
Dhr./mw. [aangever 15]
geen bedrag
29
dhr/mw. [aangever 16]
1000
31
Dhr./mw. [aangever 18]
geen bedrag
41
Dhr./Mw. [aangever 25]
100
44
Mw. [aangever 28]
geen bedrag
45
Dhr. [aangever 29]
500
57
Dhr. [aangever 39]
1000
63
dhr./Mw. [aangever 45]
2500
64
Dhr. [aangever 46]
geen bedrag
70
Dhr. [aangever 51]
500
71
Mw. [aangever 53]
geen bedrag
77
Dhr./Mw. [aangever 58]
1400
78
Mw. [benadeelde 3]
geen bedrag
95
Dhr./mw. [aangever 75]
10
96
Dhr./mw. [aangever 76]
3000
100
Dhr. [aangever 80]
geen bedrag
108
[aangever 88]
geen bedrag
110
Mw. [aangever 90]
600
128
Mw. [aangever 107]
geen bedrag
139
[aangever 114]
geen bedrag
168
[aangever 141]
3000
182
[aangever 152]
200
185
dhr./mw. [aangever 155]
geen bedrag
186
Mevr. [aangever 156]
geen bedrag
204
[aangever 216]
500
206
[aangever 173]
2110
209
[aangever 176]
1000
212
Dhr. [aangever 178]
1300
225
Dhr./mw. [aangever 189]
500
239
Dhr. [aangever 203]
geen bedrag
244
Dhr./ Mw. [aangever 208]
10
Wettelijke rente, hoofdelijke aansprakelijkheid, kosten en de schadevergoedingsmaatregel
10.22.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van alle vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd om deze te vermeerderen met de wettelijke rente opgelegd vanaf de dag van betaling door de benadeelde partij.
De officier van justitie heeft eveneens gevorderd tot opleggen van de hoofdelijke betalingsverplichting en de schadevergoedingsmaatregel met vervangende hechtenis.
10.23.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om geen hoofdelijke betalingsverplichting op te leggen, omdat medeverdachte [medeverdachte] een veel grotere rol heeft gehad. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vermeerdering met de wettelijke rente.
10.24.
Het oordeel van de rechtbank
Wettelijke rente
De rechtbank zal om proceseconomische redenen de toegewezen bedragen vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van volledige betaling.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Dat de benadeelde partijen schade hebben geleden is mede het gevolg van de bewezen verklaarde handelingen van verdachte. Op grond van artikel 6:102 BW, dat op de vorderingen van de benadeelde partijen van toepassing is, is verdachte daarom hoofdelijk aansprakelijk voor deze schade. Dit betekent dat de benadeelde partijen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] voor de gehele schade kunnen aanspreken.
Kosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel en vervangende hechtenis
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van elke benadeelde partij aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van volledige betaling. De rechtbank overweegt hierbij dat het niet-nakomen van de betalingsverplichting uit hoofde van de schadevergoedingsmaatregel bedreigd wordt met vervangende hechtenis. Deze vervangende hechtenis zou door de onmogelijkheid van verdachte om aan de betalingsverplichting te voldoen in werking kunnen treden, hetgeen in een dergelijk geval is op te vatten als het opleggen van een extra straf. Dit is in strijd met de bedoeling van de regeling van de schadevergoedingsmaatregel. Om te voorkomen dat – in het geval van toepassing van vervangende hechtenis – de oplegging van het totaal van deze maatregelen een punitief karakter krijgt, ziet de rechtbank, aanleiding om de vervangende hechtenis steeds te beperken tot 1 dag per toegewezen vordering van een benadeelde partij. Deze toepassing van de hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de desbetreffende benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
11. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen 36f, 48, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
12.1.
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
12.2.
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 7 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
12.3.
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 4 (vier) maanden;
12.4.
Benadeelde partijen
12.4.1.
Materiële schade
Gehele toewijzing:
- wijst de vorderingen van de volgende benadeelde partijen geheel toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de volgende benadeelde partijen van de toegewezen bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd:
Slachtoffer-nummer
Naam
Materiële schade toegewezen
2
Mw. [benadeelde 7]
1432
5
Dhr. [aangever 3]
1432
8
Dhr. [aangever 1]
1314
10
Dhr. [benadeelde 8]
1733
12
Mw. [aangever 9]
1432
13
Dhr. [aangever 10]
2052
14
Dhr. [aangever 7]
1432
16
Dhr. [aangever 11]
3600
18
Mw. [aangever 4]
3492
21
Dhr. [aangever 5]
2080
23
Dhr./mw. [aangever 12]
1104
26
Mw. [aangever 14]
676
27
Dhr./mw. [aangever 15]
667
29
dhr/mw. [aangever 16]
1960
38
Mw. [aangever 22]
229
40
Dhr./Mw. [aangever 24]
1392
41
Dhr./Mw. [aangever 25]
218
43
Dhr. [aangever 27]
875
45
Dhr. [aangever 29]
1084,86
49
Dhr. [aangever 31]
448
51
Mw. [aangever 33]
629,06
52
Mw. [aangever 34]
776
54
Dhr./mw. [aangever 36]
1194
58
Dhr. [aangever 40]
836
59
Mw. [aangever 41]
416
61
Dhr. [aangever 42]
1532
63
dhr./Mw. [aangever 45]
1452
64
Dhr. [aangever 46]
1832
70
Dhr. [aangever 51]
756
71
Mw. [aangever 53]
438
75
Dhr./Mw. [benadeelde 9]
1023
77
Dhr./Mw. [aangever 58]
1602
78
Mw. [benadeelde 3]
696
85
Dhr./Mw. [aangever 66]
1224
86
[aangever 67]
714
87
Dhr./mw. [aangever 68]
1651
88
[aangever 69]
1632
89
Mw. [aangever 70]
796
91
Dhr. [aangever 71]
676
94
Mw. [aangever 74]
338
95
Dhr./mw. [aangever 75]
1740
103
Mw. [aangever 83]
1264
108
[aangever 88]
1115
111
Dhr. [aangever 91]
965
115
Dhr/Mw. [aangever 95]
1164
117
Dhr./mw. [aangever 97]
218
121
Mw. [aangever 100]
1312
125
Dhr. [aangever 104]
932
136
[benadeelde 10]
1404
137
[benadeelde 11]
1224
140
[aangever 115]
2032
144
Mevr. [aangever 117]
1472
148
Mw. [aangever 123]
1400
149
Mw. [aangever 124]
1292
152
dhr. [benadeelde 12]
1462
154
[aangever 128]
545
155
[aangever 129] (e.v. [aangever 129] )
756
156
[aangever 130]
328
158
[aangever 132]
1712
159
[aangever 133]
476
164
Dhr. [aangever 137]
2277
170
[benadeelde 4]
1194
182
[aangever 152]
1352
184
dhr./mw. [aangever 154]
1702
186
Mevr. [aangever 156]
984
197
Mw. [aangever 166]
1074
198
Dhr. [aangever 167]
436
199
[aangever 168]
2180
201
[aangever 170]
308
206
[aangever 173]
2110
207
dhr. [aangever 174]
516
208
Mw. [aangever 175]
676
209
[aangever 176]
468
211
[aangever 177]
1264
212
Dhr. [aangever 178]
1020
216
Dhr. [aangever 180]
348
218
Mw. [aangever 182]
209
222
Dhr. [aangever 186]
357
224
Dhr./mw. [aangever 188]
2998
225
Dhr./mw. [aangever 189]
776
228
Mw. [aangever 192]
436
231
Dhr. [aangever 195]
856
232
Dhr. [aangever 196]
694
233
Dhr. [aangever 197]
1872
237
Mw. [aangever 201]
418
239
Dhr. [aangever 203]
1004
242
Mw. [aangever 206]
1374
246
Dhr./mw. [aangever 210]
278
250
Dhr. [benadeelde 6]
378
252
Mw. [aangever 215]
219
255
Dhr. [benadeelde 17]
628
256
Mw. [aangever 193]
338
260
[aangever 194] en [benadeelde 18]
849,8
Gedeeltelijke toewijzing, gedeeltelijke afwijzing
- wijst de vorderingen van de volgende benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de volgende benadeelde partijen van de toegewezen bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd en wijst de vordering voor wat betreft het meer gevorderde af:
Slachtoffernummer
Naam
Materiële schade gevorderd
Materiële schade toegewezen
3
Mw. [benadeelde 1]
3756,24
1912
25
Dhr. [aangever 13]
3312
2152
30
Dhr./mw. [aangever 15]
2952
1560
31
Dhr./mw. [aangever 18]
3790
1840
33
Dhr./mw. [benadeelde 2]
2050
1294
44
Mw. [aangever 28]
877,99
399,99
60
Mw. [aangever 43]
873
466
67
Dhr./mw. [aangever 49]
geen bedrag
965
93
[aangever 73]
2531
1462
96
Dhr./mw. [aangever 76]
2004
1268
100
Dhr. [aangever 80]
2864,98
1689,98
123
Dhr. [aangever 102]
1116
915
131
[aangever 109]
2652
1461
144
Dhr. [aangever 118]
3542
2150
153
[aangever 127]
4365,2
2375,2
157
Mw. [aangever 131]
1270,5
696
161
[aangever 135]
800
656
167
[benadeelde 13]
3453,7
1813,7
168
[aangever 141]
2292
1292
178
[aangever 150]
2690
1790
185
dhr./mw. [aangever 155]
490
217
Mw. [aangever 181]
1727,5
989,5
244
Dhr./ Mw. [aangever 208]
723
385
249
Dhr. [aangever 212]
792
358
Gedeeltelijke toewijzing en voor het overige niet-ontvankelijk
- wijst de vorderingen van de volgende benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de volgende benadeelde partijen van de toegewezen bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd en verklaart de benadeelde partijen voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter:
Slachtoffernummer
Naam
Materiële schade gevorderd
Materiële schade toegewezen
1
Dhr. [aangever 2]
2125
1912
53
Mw. [aangever 35]
536
336
56
Dhr. [aangever 38]
656
328
81
Dhr. [aangever 62]
1542
308
110
Mw. [aangever 90]
1474
1074
127
Mw. [aangever 106]
2200
826
135
[aangever 112]
1174
1074
139
[aangever 114]
1546
696
143
dhr./mw. [aangever 117]
1464
1214
145
dhr. [aangever 118]
3204
1374
146
[aangever 121]
2336
1272
151
dhr. [aangever 126]
2083,5
1940
162
[aangever 136]
3400
1483
192
dhr. [aangever 161]
981
856
194
[aangever 163]
798
398
195
[aangever 164]
798
398
234
Dhr [aangever 198]
446
396
247
Mw. [aangever 211]
2680
1180
Gedeeltelijke toewijzing, gedeeltelijke afwijzing en voor het overige niet-ontvankelijk
- wijst de vorderingen van de volgende benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de volgende benadeelde partijen van de toegewezen bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van de algehele voldoening en wijst daarnaast de vorderingen voor het hierna genoemde bedrag af en verklaart de benadeelde partijen voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter:
Slachtoffer-nummer
Naam
Materiële schade gevorderd
Materiële schade toegewezen
Materiële schade afgewezen
57
Dhr. [aangever 39]
1854
1506,42
67,58
73
[aangever 55]
2535,5
1060,5
1025
204
[aangever 216]
4002,81
2807,81
1045
Niet-ontvankelijk
- verklaart de volgende benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter:
Slachtoffer-nummer
Gevorderd bedrag
Naam
34
752
Dhr. [aangever 19]
42
100
Dhr. [aangever 26]
48
1194
Mw. [aangever 30]
99
600
[aangever 79]
128
1943
Mw. [aangever 107]
150
7,95
Mw. [aangever 125]
Kosten
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel en vervangende hechtenis
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de volgende benadeelde partijen, de volgende bedragen te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2015 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling steeds bij elke vordering aan te vullen met 1 dag hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Slachtoffer-
nummer
Naam
Materiële schade toegewezen
1
Dhr. [aangever 2]
1912
2
Mw. [benadeelde 7]
1432
3
Mw. [benadeelde 1]
1912
5
Dhr. [aangever 3]
1432
8
Dhr. [aangever 1]
1314
10
Dhr. [benadeelde 8]
1733
12
Mw. [aangever 9]
1432
13
Dhr. [aangever 10]
2052
14
Dhr. [aangever 7]
1432
16
Dhr. [aangever 11]
3600
18
Mw. [aangever 4]
3492
21
Dhr. [aangever 5]
2080
23
Dhr./mw. [aangever 12]
1104
25
Dhr. [aangever 13]
2152
26
Mw. [aangever 14]
676
27
Dhr./mw. [aangever 15]
667
29
Dhr/mw. [aangever 16]
1960
30
Dhr./mw. [aangever 15]
1560
31
Dhr./mw. [aangever 18]
1840
33
Dhr./mw. [benadeelde 2]
1294
38
Mw. [aangever 22]
229
40
Dhr./Mw. [aangever 24]
1392
41
Dhr./Mw. [aangever 25]
218
43
Dhr. [aangever 27]
875
44
Mw. [aangever 28]
399,99
45
Dhr. [aangever 29]
1084,86
49
Dhr. [aangever 31]
448
51
Mw. [aangever 33]
629,06
52
Mw. [aangever 34]
776
53
Mw. [aangever 35]
336
54
Dhr./mw. [aangever 36]
1194
56
Dhr. [aangever 38]
328
57
Dhr. [aangever 39]
1506,42
58
Dhr. [aangever 40]
836
59
Mw. [aangever 41]
416
60
Mw. [aangever 43]
466
61
Dhr. [aangever 42]
1532
63
dhr./Mw. [aangever 45]
1452
64
Dhr. [aangever 46]
1832
67
Dhr./mw. [aangever 49]
965
70
Dhr. [aangever 51]
756
71
Mw. [aangever 53]
438
73
[aangever 55]
1060,5
75
Dhr./Mw. [benadeelde 9]
1023
77
Dhr./Mw. [aangever 58]
1602
78
Mw. [benadeelde 3]
696
81
Dhr. [aangever 62]
308
85
Dhr./Mw. [aangever 66]
1224
86
[aangever 67]
714
87
Dhr./mw. [aangever 68]
1651
88
[aangever 69]
1632
89
Mw. [aangever 70]
796
91
Dhr. [aangever 71]
676
93
[aangever 73]
1462
94
Mw. [aangever 74]
338
95
Dhr./mw. [aangever 75]
1740
96
Dhr./mw. [aangever 76]
1268
100
Dhr. [aangever 80]
1689,98
103
Mw. [aangever 83]
1264
108
[aangever 88]
1115
110
Mw. [aangever 90]
1074
111
Dhr. [aangever 91]
965
115
Dhr/Mw. [aangever 95]
1164
117
Dhr./mw. [aangever 97]
218
121
Mw. [aangever 100]
1312
123
Dhr. [aangever 102]
915
125
Dhr. [aangever 104]
932
127
Mw. [aangever 106]
826
131
[aangever 109]
1461
135
[aangever 112]
1074
136
[benadeelde 10]
1404
137
[benadeelde 11]
1224
139
[aangever 114]
696
140
[aangever 115]
2032
143
dhr./mw. [aangever 119]
1214
144
Dhr. [aangever 118]
2150
144
Mevr. [aangever 117]
1472
145
dhr. [aangever 118]
1374
146
[aangever 121]
1272
148
Mw. [aangever 123]
1400
149
Mw. [aangever 124]
1292
151
dhr. [aangever 126]
1940
152
dhr. [benadeelde 12]
1462
153
[aangever 127]
2375,2
154
[aangever 128]
545
155
[aangever 129] (e.v. [aangever 129] )
756
156
[aangever 130]
328
157
Mw. [aangever 131]
696
158
[aangever 132]
1712
159
[aangever 133]
476
161
[aangever 135]
656
162
[aangever 136]
1483
164
Dhr. [aangever 137]
2277
167
[benadeelde 13]
1813,7
168
[aangever 141]
1292
170
[benadeelde 4]
1194
178
[aangever 150]
1790
182
[aangever 152]
1352
184
dhr./mw. [aangever 154]
1702
185
dhr./mw. [aangever 155]
490
186
Mevr. [aangever 156]
984
192
dhr. [aangever 161]
856
194
[aangever 163]
398
195
[aangever 164]
398
197
Mw. [aangever 166]
1074
198
Dhr. [aangever 167]
436
199
[aangever 168]
2180
201
[aangever 170]
308
204
[aangever 216]
2807,81
206
[aangever 173]
2110
207
dhr. [aangever 174]
516
208
Mw. [aangever 175]
676
209
[aangever 176]
468
211
[aangever 177]
1264
212
Dhr. [aangever 178]
1020
216
Dhr. [aangever 180]
348
217
Mw. [aangever 181]
989,5
218
Mw. [aangever 182]
209
222
Dhr. [aangever 186]
357
224
Dhr./mw. [aangever 188]
2998
225
Dhr./mw. [aangever 189]
776
228
Mw. [aangever 192]
436
231
Dhr. [aangever 195]
856
232
Dhr. [aangever 196]
694
233
Dhr. [aangever 197]
1872
234
Dhr [aangever 198]
396
237
Mw. [aangever 201]
418
239
Dhr. [aangever 203]
1004
242
Mw. [aangever 206]
1374
244
Dhr./ Mw. [aangever 208]
385
246
Dhr./mw. [aangever 210]
278
247
Mw. [aangever 211]
1180
249
Dhr. [aangever 212]
358
250
Dhr. [benadeelde 6]
378
252
Mw. [aangever 215]
219
255
Dhr. [benadeelde 17]
628
256
Mw. [aangever 193]
338
260
[aangever 194] en [benadeelde 18]
849,8
Hoofdelijke aansprakelijkheid -bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Gehele afwijzing
- wijst de vordering tot vergoeding van materiële schade van de volgende benadeelde partij af:
Slachtoffernummer
Naam
202
[aangever 171]
12.4.2.
Immateriële schadevergoeding
- wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade van de volgende benadeelde partijen af:
Slachtoffernummer
Naam
5
Dhr. [aangever 3]
8
Dhr. [aangever 1]
27
Dhr./mw. [aangever 15]
29
dhr/mw. [aangever 16]
31
Dhr./mw. [aangever 18]
41
Dhr./Mw. [aangever 25]
44
Mw. [aangever 28]
45
Dhr. [aangever 29]
57
Dhr. [aangever 39]
63
dhr./Mw. [aangever 45]
64
Dhr. [aangever 46]
70
Dhr. [aangever 51]
71
Mw. [aangever 53]
77
Dhr./Mw. [aangever 58]
78
Mw. [benadeelde 3]
95
Dhr./mw. [aangever 75]
96
Dhr./mw. [aangever 76]
100
Dhr. [aangever 80]
108
[aangever 88]
110
Mw. [aangever 90]
128
Mw. [aangever 107]
139
[aangever 114]
168
[aangever 141]
182
[aangever 152]
185
dhr./mw. [aangever 155]
186
Mevr. [aangever 156]
204
[aangever 216]
206
[aangever 173]
209
[aangever 176]
212
Dhr. [aangever 178]
225
Dhr./mw. [aangever 189]
239
Dhr. [aangever 203]
244
Dhr./ Mw. [aangever 208]
Dit vonnis is gewezen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mrs. D. Riani el Achhab en M.C. Danel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.H. Batavier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 december 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte] is ten laste gelegd dat:
Primair
Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015 te Utrecht, Lelystad, Hilversum, Zaandam, Amsterdam, 's-Gravenhage, Katwijk, Berkel en Rodenrijs, Rijnsburg, Assendelft, Volendam, Zuidlaren, Werkendam, Hattem, Vlaardingen, Drunen, Leerdam, Harderwijk en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
227, althans één of meer perso(o)n(en) (zoals vermeld op de lijst(en) op de pagina('s) 98 tot en met 102) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en) (totaal: 206.921,- euro) (zijnde: (aan)betaling(en) voor (vlieg)ticket(s)), in elk geval enig goed, onder meer de navolgende personen, voor het/de volgende geldbedrag(en):
1. [aangever 1] , tot de afgifte van 1314 euro en/of
2. [benadeelde 1] , tot de afgifte van 1912 euro en/of
3. [benadeelde 19] , tot de afgifte van 1940 euro en/of
4. [aangever 2] , tot de afgifte van 2410 euro en/of
5. [benadeelde 7] , tot de afgifte van 1432 euro en/of
6. [aangever 3] , tot de afgifte van 1432 en/of
7. [aangever 4] , tot de afgifte van 3492 euro en/of
8. [aangever 5] , tot de afgifte van 1912 euro en/of
9. [benadeelde 14] , tot de afgifte van 1832 euro en/of
10. [aangever 7] , tot de afgifte van 1432 euro en/of
11. [benadeelde 20] , tot de afgifte van 1252 euro en/of
12. [benadeelde 21] , tot de afgifte van 1352 euro en/of
13. [aangever 8] , tot de afgifte van 2040 euro en/of
14. [benadeelde 8] , tot de afgifte 1733 euro en/of
15. [benadeelde 22] , tot de afgifte van 1552 euro en/of
16. [aangever 9] , tot de afgifte van 1432 euro en/of
17. [aangever 10] , tot de afgifte van 1294 euro en/of
18. [benadeelde 23] en/of [benadeelde 24] , tot de afgifte van 2100 euro en/of
19. [aangever 11] , tot de afgifte van 2928 euro en/of
20. [benadeelde 25] , tot de afgifte van 1478 euro en/of
21. [benadeelde 26] , tot de afgifte van 1952 euro en/of
22. [benadeelde 27] , tot de afgifte van 2160 euro,
door (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- aan (een) bovengenoemd(e) perso(o)n(en) zich voor te doen en/of zich te blijven voordoen als bonafide/betrouwbare verkoper van (een) vliegticket(s), middels het bedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , waarbij hij valselijk en/of listiglijk gebruik heeft gemaakt van de in het maatschappelijk en/of handelsverkeer geldende gewoonte dat dergelijke aankopen vooraf worden betaald, terwijl deze vluchten (telkens) niet werden geleverd en/of
- aan (een) bovengenoemd(e) perso(o)n(en) te doen voorkomen dat de door hem/haar/hen geboekte (vlieg)ticket(s) definitief was/waren en/of hem/haar/hen daartoe (een) bevestiging(en) toe te sturen en/of aan (een) bovengenoemd(e) perso(o)n(en) (een) (elektronische) vliegticket(s) en/of (een) vluchtcoupon(s) en/of (een) ander (reis)bescheid(en) van [luchtvaartmaatschappij 1] en/of [luchtvaartmaatschappij 2] en/of [luchtvaartmaatschappij 3] en/of [luchtvaartmaatschappij 4] en/of één of meer ander(e) vliegtuigmaatschappij(en) te overhandigen en/of toe te sturen terwijl deze
(elektronische) vliegticket(s) en/of vluchtcoupon(s) en/of ander(e) (reis)bescheiden in feite geen recht gaven tot de betreffen vlucht(en) en/of
- aan (een) bovengenoemde perso(o)n(en) te doen voorkomen dat zij een vlucht geboekt had(den), terwijl er in feite door hem, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s), geen vlucht voor die perso(o)n(en) was geboekt,
waardoor voornoemd(e) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
[medeverdachte] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015 te Utrecht, Lelystad, Hilversum, Zaandam, Amsterdam, 's-Gravenhage, Katwijk, Berkel en Rodenrijs, Rijnsburg, Assendelft, Volendam, Zuidlaren, Werkendam, Hattem, Vlaardingen, Drunen, Leerdam, Harderwijk en/of elder in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige
kunstgre(e)p(en) en / of door een samenweefsel van verdichtsels,
227, althans één of meer perso(o)n(en) (zoals vermeld op de lijst(en) op de pagina('s) 98 tot en met 102) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en) (totaal: 206.921,- euro) (zijnde: (aan)betaling(en) voor (vlieg)ticket(s)), in elk geval enig goed, onder meer de navolgende personen, voor het/de volgende geldbedrag(en):
1. [aangever 1] , tot de afgifte van 1314 euro en/of
2. [benadeelde 1] , tot de afgifte van 1912 euro en/of
3. [benadeelde 19] , tot de afgifte van 1940 euro en/of
4. [aangever 2] , tot de afgifte van 2410 euro en/of
5. [benadeelde 7] , tot de afgifte van 1432 euro en/of
6. [aangever 3] , tot de afgifte van 1432 en/of
7. [aangever 4] , tot de afgifte van 3492 euro en/of
8. [aangever 5] , tot de afgifte van 1912 euro en/of
9. [benadeelde 14] , tot de afgifte van 1832 euro en/of
10. [aangever 7] , tot de afgifte van 1432 euro en/of
11. [benadeelde 20] , tot de afgifte van 1252 euro en/of
12. [benadeelde 21] , tot de afgifte van 1352 euro en/of
13. [aangever 8] , tot de afgifte van 2040 euro en/of
14. [benadeelde 8] , tot de afgifte 1733 euro en/of
15. [benadeelde 22] , tot de afgifte van 1552 euro en/of
16. [aangever 9] , tot de afgifte van 1432 euro en/of
17. [aangever 10] , tot de afgifte van 1294 euro en/of
18. [benadeelde 23] en/of [benadeelde 24] , tot de afgifte van 2100 euro en/of
19. [aangever 11] , tot de afgifte van 2928 euro en/of
20. [benadeelde 25] , tot de afgifte van 1478 euro en/of
21. [benadeelde 26] , tot de afgifte van 1952 euro en/of
22. [benadeelde 27] , tot de afgifte van 2160 euro,
door (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- aan (een) bovengenoemd(e) perso(o)n(en) zich voor te doen en/of zich te blijven voordoen als bonafide/betrouwbare verkoper van (een) vliegticket(s), middels het bedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , waarbij hij valselijk en/of listiglijk gebruik heeft gemaakt van de in het maatschappelijk en/of handelsverkeer geldende gewoonte dat dergelijke aankopen vooraf worden betaald, terwijl deze vluchten (telkens) niet werden geleverd en/of
- aan (een) bovengenoemd(e) perso(o)n(en) te doen voorkomen dat de door hem/haar/hen geboekte (vlieg)ticket(s) definitief was/waren en/of hem/haar/hen daartoe (een) bevestiging(en) toe te sturen en/of aan (een) bovengenoemd(e) perso(o)n(en) (een) (elektronische) vliegticket(s) en/of (een) vluchtcoupon(s) en/of (een) ander (reis)bescheid(en) van [luchtvaartmaatschappij 1] en/of [luchtvaartmaatschappij 2] en/of [luchtvaartmaatschappij 3] en/of [luchtvaartmaatschappij 4] en/of één of meer ander(e) vliegtuigmaatschappij(en) te overhandigen en/of toe te sturen terwijl deze
(elektronische) vliegticket(s) en/of vluchtcoupon(s) en/of ander(e) (reis)bescheiden in feite geen recht gaven tot de betreffen vlucht(en) en/of
- aan (een) bovengenoemde perso(o)n(en) te doen voorkomen dat zij een vlucht geboekt had(den), terwijl er in feite door hem, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s), geen vlucht voor die perso(o)n(en) was geboekt,
waardoor voornoemd(e) perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte(n),
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 februari 2015 tot en met 31 augustus 2015 te Hilversum en/of Zaandam en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en / of inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk het bedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] op zijn, verdachtes, naam te
zetten en/of te laten zetten en/of het bankrekeningnummer [rekeningnummer] op zijn, verdachtes, naam te zetten en/of te laten zetten;
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Meer subsidiair
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015, te Hilversum en/of Zaandam en/of Amsterdam, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten één of meer geld(bedragen), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten één of meer geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 2 december 2016, genummerd PL0900-2015209627 (Onderzoek: 14Parkiet), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 3006 en het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016 doorgenummerd 1 tot en met 208. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 5 november 2019.
3.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] van 14 juli 2015, p. 1783.
4.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] van 14 juli 2015, p. 1784.
5.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] van 14 juli 2015, p. 1785.
6.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] van 9 juli 2015, p. 876.
7.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 1] van 9 juli 2015, p. 877.
8.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] van 8 juli 2015, p. 586.
9.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 7] van 10 september 2015, p. 861.
10.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 7] van 10 september 2015, p. 862.
11.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] van 20 juli 2015, p. 1251.
12.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] van 20 juli 2015, p. 1252.
13.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 4] van 20 juli 2015, p. 2789.
14.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 4] van 20 juli 2015, p. 2790.
15.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 5] van 20 juli 2015, p. 2963.
16.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 5] van 20 juli 2015, p. 2964.
17.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 6] namens [benadeelde 14] van 10 juli 2015, p. 1214.
18.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 6] namens [benadeelde 14] van 10 juli 2015, p. 1215.
19.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 7] van 20 juli 2015, p. 2071.
20.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 7] van 20 juli 2015, p. 2072.
21.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 8] van 14 juli 2015, p. 1829.
22.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 8] van 14 juli 2015, p. 1830.
23.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 8] van 15 juli 2015, p. 1714 A.
24.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 8] van 15 juli 2015, p. 1715 A.
25.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 9] , namens [benadeelde 15] en [benadeelde 16] van 10 juli 2015, p. 1810 A.
26.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 9] , namens [benadeelde 15] en [benadeelde 16] van 10 juli 2015, p. 1811 A.
27.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 10] van 10 juli 2015, p. 1942.
28.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 10] van 10 juli 2015, p. 1943.
29.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 11] van 9 juli 2015, p. 2625.
30.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 11] van 9 juli 2015, p. 2626.
31.Proces-verbaal van relaas van 2 december 2016, p. 6.
32.Bijlage bij het proces-verbaal van 2 december 2016, p. 98.
33.Bijlage bij het proces-verbaal van 2 december 2016, p. 99.
34.Bijlage bij het proces-verbaal van 2 december 2016, p. 100.
35.Bijlage bij het proces-verbaal van 2 december 2016, p. 101.
36.Bijlage bij het proces-verbaal van 2 december 2016, p. 102.
37.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 9.
38.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 67 t/m 71
39.Zijnde een bijlage bij het proces-verbaal van 2 december 2106, p. 102, nr 99: [aangever 95]
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 204.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 205.
42.Proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2015, pagina 104.
43.Proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2015, pagina 105.
44.Proces-verbaal van bevindingen van 22 juli 2015, pagina 107.
45.Proces-verbaal van bevindingen van 5 augustus 2015, pagina 144.
46.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 200.
47.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 201.
48.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 7.
49.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 8.
50.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 8.
51.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 20.
52.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 21.
53.Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, met bijlagen, van 1 december 2016, p. 22.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 322.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 323.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 346.
57.Uit het proces-verbaal van relaas volgt dat dit 513 keer moet zijn, p. 12.
58.Proces-verbaal van bevindingen, p. 347.
59.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, p. 353.