ECLI:NL:RBMNE:2019:6107
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van extra pensioen aan werknemers van Hero Nederland B.V. na vrijwillige aansluiting bij Stichting BPL Pensioen
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, staat de vraag centraal of werknemers van Hero Nederland B.V. (hierna: Hero) door de vrijwillige aansluiting van Hero bij de Stichting BPL Pensioen (hierna: BPL) in aanmerking kunnen komen voor extra pensioen op basis van de VPL-regeling. De kantonrechter heeft op 18 december 2019 uitspraak gedaan in deze kwestie. Hero vorderde een verklaring voor recht dat acht van haar werknemers hun voorwaardelijke pensioenaanspraken onverminderd hebben behouden, en dat BPL verplicht is deze aanspraken na te komen. De kantonrechter heeft de vordering van Hero afgewezen, omdat de werknemers niet voldeden aan de voorwaarden voor de VPL-regeling. Hero had haar productieactiviteiten per 1 juli 2015 gestaakt en was sindsdien niet meer actief in de groenten- en fruitverwerkende industrie, waardoor de werknemers niet meer in aanmerking kwamen voor extra pensioen. De kantonrechter oordeelde dat de VPL-regeling van BPL geen grondslag bood voor toekenning van extra pensioen aan de werknemers van Hero. Daarnaast werd de uitvoeringsovereenkomst tussen Hero en BPL niet als basis voor het behoud van VPL-rechten gezien, omdat de tekst van de overeenkomst geen ruimte bood voor een ruime uitleg. De kantonrechter concludeerde dat Hero zich niet met succes kon beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen, aangezien BPL niet verplicht was om Hero te informeren over de VPL-rechten, gezien de omstandigheden en de professionele begeleiding die Hero had.