Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
2. [eiser sub 2] ,
3. [eiser sub 3] ,
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van Eemland Wonen,
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Eemland Wonen en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiser, Eemland Wonen, vorderde een contact- en locatieverbod voor de duur van één jaar tegen de gedaagde, die zich herhaaldelijk agressief had gedragen tegenover medewerkers van de stichting. De procedure volgde op een incident op 22 november 2018, waarbij de gedaagde zich agressief gedroeg in het kantoor van Eemland Wonen, wat leidde tot aangifte door de medewerkers. Dit was niet de eerste keer dat de gedaagde zich zodanig gedroeg; eerder had hij al een kantoorverbod opgelegd gekregen na een vergelijkbaar voorval in 2017.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van Eemland Wonen gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de incidenten en de impact die deze hadden op de medewerkers. De rechter benadrukte dat het contact- en locatieverbod een ingrijpende maatregel is, maar dat de feiten en omstandigheden dit rechtvaardigden. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, wat de inschatting van zijn toezeggingen bemoeilijkte. De rechter besloot dat de gedaagde gedurende twaalf maanden niet in de nabijheid van het kantoor van Eemland Wonen mocht komen en geen contact mocht opnemen met de medewerkers, op straffe van een dwangsom.
Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.556,05 werden begroot. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk aan de uitspraak moest voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.