Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen’.
7.STRAFBAARHEID VAN [voornaam van verdachte]
8.OPLEGGING VAN STRAF
- de justitiële documentatie (het ‘strafblad’) van [voornaam van verdachte] van 14 oktober 2019;
- het psychologisch onderzoek Pro Justitia van 27 november 2018;
- het advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 12 november 2019.
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
80 uur;
40 uurniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat [voornaam van verdachte] de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van
- veroordeelt [voornaam van verdachte] tot hoofdelijke betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 september 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, [voornaam van verdachte] (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt [voornaam van verdachte] ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt [voornaam van verdachte] de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat