ECLI:NL:RBMNE:2019:5954
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap zonder schuldeisers
Op 6 december 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.P. den Besten, die verzocht om de benoeming van een vereffenaar op grond van artikel 4:204 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (BW) in de nalatenschap van erflaatster [A]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap van erflaatster, die op 19 november 2002 voor het laatst over haar nalatenschap beschikte, op dat moment onbeheerd was, omdat de executeur, [B], op [overlijdensdatum 2] 2019 was overleden. Tijdens de zitting op 6 november 2019 zijn verschillende erfgenamen verschenen, maar niet alle erfgenamen waren aanwezig.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de nalatenschap bestaat uit een banksaldo van ongeveer € 23.000,-- in Nederland en twee woningen in Suriname. Er zijn geen schulden of openstaande verplichtingen bekend bij de erfgenamen. De rechtbank overweegt dat de taak van een vereffenaar is om de belangen van de schuldeisers te behartigen. Aangezien er geen schuldeisers zijn in deze nalatenschap, concludeert de rechtbank dat er geen aanleiding is om een vereffenaar te benoemen. Het verzoek van verzoeker wordt dan ook afgewezen.
De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M.J. Smit, rechter, in aanwezigheid van mr. R.H.M. den Ouden, griffier.