Op 12 februari 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, P.J.G. van Osta, een verzoek behandeld van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (GI) voor een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam van minderjarige]. De minderjarige is sinds 12 december 2018 weggelopen van een open leefgroep en is sindsdien niet meer bereikbaar. De GI heeft zorgen geuit over de veiligheid van [voornaam van minderjarige], die zich mogelijk in een onveilige omgeving bevindt en eerder is weggelopen. Het verzoek van de GI werd ingediend op 23 januari 2019, maar er ontbrak een instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper, wat normaal gesproken vereist is voor een reguliere machtiging gesloten jeugdzorg. De kinderrechter heeft het verzoek daarom opgevat als een verzoek om een spoedmachtiging.
Tijdens de zitting is de minderjarige niet verschenen, maar haar advocaat, mr. P.S. Wibbelink, heeft verklaard dat [voornaam van minderjarige] op de hoogte was van de zitting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er voldoende zorgen zijn over de minderjarige en dat een spoedmachtiging noodzakelijk is om haar veiligheid te waarborgen. De kinderrechter heeft besloten om de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van vier weken, met de mogelijkheid om de zaak opnieuw te beoordelen zodra de minderjarige is teruggevonden en een instemmingsverklaring kan worden verkregen.
De kinderrechter heeft de beslissing mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de instructie dat de verzoeker, de minderjarige en haar advocaat op een nader te bepalen zittingsdatum zullen worden gehoord. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 13 februari 2019.