Op 11 december 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van drs. [verzoeker] tegen mr. S.H. Bokx-Boom, die als behandelend rechter optrad in een civiele zaak met het kenmerk C/16/482293/HARK 19-167. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 3 december 2019, na een zitting op 8 oktober 2019, waarbij de verzoeker als gemachtigde van mevrouw [A] optrad. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet duidelijk was ingediend namens mevrouw [A], en dat verzoeker zelf niet als partij in de onderliggende zaak kan worden aangemerkt. Hierdoor kon de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek tot wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.