Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer van 11 december 2019
[veroordeelde] ,
- [veroordeelde] en zijn raadsman mr. P.A. van der Waal, advocaat te Amsterdam;
- mr. R.E. Craenen, officier van justitie.
- een rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict 20 mei 2019, opgemaakt door [verbalisant] , brigadier van politie eenheid Midden-Nederland, met daarbij behorende bijlagen (hierna: het ontnemingsrapport);
- het vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 11 december 2019 in de onderliggende strafzaak met parketnummer 16/019362-19;
- de stukken behorende tot het dossier in de strafzaak met parketnummer 16/019362-19.
OVERWEGINGEN
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
- het hiervoor genoemde vonnis van 11 december 2019;
- het ontnemingsrapport.
€ 1.250,-heeft gepind.
BESLISSING
[veroordeelde]de verplichting op om terzake van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat te voldoen een bedrag van
€ 5.000,-.