ECLI:NL:RBMNE:2019:5854
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in een ondertoezichtstellingzaak
Op 6 december 2019 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. J.R. van Es-de Vries in een lopende zaak betreffende de ondertoezichtstelling van zijn minderjarige dochter. Deze zaak was eerder behandeld door de rechter en de mondelinge behandeling was gepland op 10 december 2019. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, omdat verzoeker eerder al wrakingsverzoeken had ingediend die ongegrond waren verklaard. De wrakingskamer concludeert dat er sprake is van kennelijk misbruik van recht, aangezien verzoeker kennelijk probeert de behandeling van de hoofdzaak te vertragen. Daarom wordt verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft ook bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in dezelfde zaak niet in behandeling zal worden genomen, om de voortgang van de procedure te waarborgen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 9 december 2019.