ECLI:NL:RBMNE:2019:5767

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 december 2019
Publicatiedatum
6 december 2019
Zaaknummer
16/16-158274-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van grootschalige diefstal van mobiele telefoons tijdens muziekfestival met bewijs- en beslagperikelen

Op 6 december 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de diefstal van 113 mobiele telefoons tijdens het Defqon festival in Biddinghuizen, dat plaatsvond van 28 tot en met 30 juni 2019. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een onderzoek ter terechtzitting op 11 oktober en 22 november 2019. De officier van justitie, mr. C. Goedegebuure, eiste een gevangenisstraf van 16 maanden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. W.B. Lisi, vrijspraak bepleitte.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de diefstal of heling van de telefoons. Er was geen direct bewijs dat de verdachte op het festival telefoons had gestolen of dat hij samenwerkte met anderen die dat deden. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten inconsistent waren en dat er geen bewijs was dat de verdachte in de tent was waar de gestolen telefoons werden aangetroffen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging.

Daarnaast werd er een beslissing genomen over de in beslag genomen goederen. De rechtbank gelastte de teruggave van een in beslaggenomen Samsung telefoon en een geldbedrag aan de verdachte, terwijl er geen beslissing werd genomen over andere in beslag genomen voorwerpen, omdat het onduidelijk was wie de eigenaar was. De uitspraak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/16-158274-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 december 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1998] in [geboorteplaats] (Colombia),
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 oktober 2019 en 22 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen mr. W.B. Lisi, advocaat te Almere, namens verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:
in de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 in Biddinghuizen tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 113 telefoons heeft gestolen;
subsidiair:
in de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 in Biddinghuizen tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 113 telefoons heeft geheeld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van voorarrest.
4.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleidend: wat is gebleken over de feitelijke gang van zaken
Van vrijdag 28 juni 2019 tot en met zondag 30 juni 2019 vond in Biddinghuizen het Defqon festival plaats. Gedurende dit festival werd door meer mensen aangifte gedaan van diefstal van hun telefoon. Er werden diverse signalementen doorgegeven. Op zondag 30 juni 2019 zag iemand van de organisatie van het festival een groep van vier personen die volgens zijn verklaring voldeden aan opgegeven signalementen en die zonder crewbandje op de crewcamping liepen. Deze vier personen gingen een tent in (hierna: tent A). Medewerkers van de organisatie van het festival hebben deze personen toen gevraagd naar buiten te komen en gevraagd of ze tent A mochten doorzoeken. Daarin werd niets relevants aangetroffen. Volgens de verklaring van een medewerker van het festival zei een omstander tegen hem dat hij de vier personen ook in een naastgelegen tent heeft gezien (hierna: tent B). Daarop werd ook tent B doorzocht en daarin werden in totaal 81 mobiele telefoons aangetroffen. Beide tenten zijn in beslag genomen. Als verdachten zijn aangehouden:
  • verdachte
  • [medeverdachte 1]
  • [medeverdachte 2]
  • [medeverdachte 3]
Later die dag zag een beveiliger twee personen die in zijn ogen voldeden aan circulerende opgaves van signalementen van personen die telefoons zouden hebben gestolen. Een politieagent heeft deze twee personen staande gehouden en hij ontdekte toen dat ieder van hen onder de bovenkleding een geprepareerd pak droeg, met daarin/daaronder mobiele telefoons. Deze personen zijn door hem als verdachten aangehouden. Deze personen bleken te zijn genaamd:
  • [medeverdachte 4]
  • [medeverdachte 5]
Bij gelegenheid van nader onderzoek is vastgesteld dat [medeverdachte 4] 22 mobiele telefoons in zijn geprepareerde pak droeg. Van vier van die onder hem aangetroffen 22 telefoons is aangifte gedaan van diefstal dan wel een bericht ontvangen van diefstal. In/onder het door
gedragen geprepareerde pak bleek van de aanwezigheid van 10 mobiele telefoons. Van zeven van die telefoons is aangifte gedaan van diefstal.
In de nacht van 30 juni op 1 juli 2019 zag een nachtsurveillant op de crewcamping van het festivalterrein iemand die in zijn ogen voldeed aan het doorgegeven signalement van de personen die telefoons zouden hebben gestolen. Deze persoon stond op de plek waar de tenten A en B stonden, voordat deze in beslag genomen waren. Deze man had geen crewbandje voor de crewcamping om. Ook deze man is als verdachte aangehouden. Het bleek te gaan om [medeverdachte 6] .
De door verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als verdachten ieder voor zich afgelegde verklaringen houden in de kern in dat zij niets met de diefstal van de telefoons te maken hebben. Zij zouden gevieren naar het festival zijn gekomen. De verklaringen over wanneer zij op het festival geweest zouden zijn, hoe lang en om wat voor reden zij het festivalterrein hadden verlaten lopen onderling uiteen.
[medeverdachte 4] heeft bij de politie geen verklaring willen afleggen. [medeverdachte 5] heeft bij de politie als verdachte verklaard dat iemand hem geld had aangeboden om telefoons vanaf het festivalterrein naar buiten dat terrein te brengen.
[medeverdachte 7] verklaarde bij de politie als verdachte dat hij alleen naar Nederland was gereisd, en dat hij de hierboven genoemde verdachten niet kende.
De inbeslaggenomen tenten zijn doorzocht. In tent B (waar de 81 telefoons zijn gevonden) is aangetroffen en in beslag genomen:
  • Een portemonnee met een ID-kaart op naam van [medeverdachte 7]
  • 7 tickets voor een busreis van Barcelona naar Amsterdam, met als aankomstdatum 27 juni 2019. Deze tickets hadden hetzelfde reserveringsnummer. Zes namen op de tickets kwamen overeen met namen van de verdachten, namelijk:
o [verdachte]
o [medeverdachte 1]
o [medeverdachte 2]
o [medeverdachte 3]
o [medeverdachte 5]
o [medeverdachte 7] .
Er is ook onderzoek gedaan naar aan de personen van de verdachten te relateren
social media. Daaruit komt onder meer naar voren dat [medeverdachte 7] op Facebook bevriend is met [medeverdachte 4] , verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
Op basis van het bovenstaande trekt de rechtbank de conclusies dat de verdachten bekenden van elkaar zijn (direct, of indirect via andere verdachten), en dat zij (wellicht op [medeverdachte 4] na; van hem kon dit niet worden vastgesteld) kort voor het Defqon festival gezamenlijk met de bus naar Nederland zijn gereisd. Dit in tegenstelling tot wat door ieder van hen bij de politie is verklaard.
Op grond van het bovenstaande bestonden er onmiskenbaar ernstige bezwaren tegen verdachte voor betrokkenheid bij de diefstal of heling van mobiele telefoons, met voorlopige hechtenis als gevolg daarvan. Immers, de verdachte bezwarende feiten en omstandigheden vroegen van verdachte om een nadere verklaring die dat bezwarende karakter kon ontzenuwen, maar die verklaring bleef uit. Ondertussen is nader opsporingsonderzoek ingesteld naar de betrokkenheid van verdachte bij de diefstal of heling van de telefoons.
Op grond van de inhoud van het aan de rechtbank gepresenteerde einddossier en op grond van wat op het onderzoek ter terechtzitting is verhandeld ligt de bewijsvraag ter beantwoording voor: kan bewezen worden verklaard dat verdachte zich (al dan niet samen met anderen) schuldig heeft gemaakt aan diefstal of heling van de telefoons op het Defqon festival, zoals omschreven in de tenlastelegging.
Bewijsoordeel
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich op de in de tenlastelegging genoemde tijd en plaats schuldig heeft gemaakt aan diefstal van telefoons (het primair tenlastegelegde), zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. De rechtbank licht dat oordeel als volgt toe.
Voorop moet worden gesteld dat op grond van de potentiële bewijsmiddelen in het dossier niet feitelijk kan worden vastgesteld dat verdachte op de in de tenlastelegging genoemde tijd en plaats een telefoon van iemand heeft weggenomen. Evenmin is er rechtstreeks bewijs voorhanden, waaruit volgt dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met één of meer anderen ten aanzien van wie feitelijk moet worden vastgesteld dat door hen telefoons zijn gestolen. De rechtbank ziet dit bewijs ook niet in het in de telefoon van [medeverdachte 4] aangetroffen WhatsApp-gesprek (zoals de officier van justitie heeft betoogd). De door de officier van justitie van die inhoud gegeven duiding dat informatie is gewisseld over het aantal telefoons dat is buit gemaakt en dat namen worden genoemd die in verband zouden kunnen worden gebracht met de namen van medeverdachten, is in het licht van de gerezen verdenking en bezwaren weliswaar te volgen, maar is voor het bewijs voor daderschap van verdachte, als dief van de telefoons, ontoereikend, laat staan voor het bewijs van zijn nauwe en bewuste samenwerking met één of meer mededaders. Uit de inhoud van het dossier volgt slechts dat verdachte samen met een van de personen bij wie gestolen telefoons op het lichaam zijn aangetroffen, naar het festival is gereisd en dat in een tent die door enkele van de door de officier van justitie aangewezen groep van verdachten zou zijn gebruikt, gestolen telefoons zijn aangetroffen, zij het dat niet duidelijk is kunnen worden door welke verdachten.
Verdachte wordt ook vrijgesproken van het subsidiaire verwijt van heling van de gestolen telefoons. Er is geen bewijs voorhanden dat verdachte op enig moment de beschikkingsmacht over de in tent B aangetroffen gestolen telefoons heeft gehad. Er is geen ondubbelzinnig bewijs voorhanden dat verdachte in die tent is geweest of dat het bezit of gebruik van deze tent aan verdachte kan worden toegeschreven. Er is geen bewijs dat verdachte die tent is binnengegaan of heeft verlaten. De verklaring van een getuige dat hij een (onbekend gebleven) omstander zou hebben horen zeggen dat enkele verdachten ook in tent B hebben geslapen, is daarvoor ontoereikend. Ook het aantreffen van het busticket van verdachte in tent B maakt nog niet dat moet worden aangenomen dat verdachte de beschikkingsmacht over de in die tent aangetroffen telefoons moet hebben gehad. Verder geldt ook hier dat bewijs voor een nauwe en bewuste samenwerking met anderen die de beschikkingsmacht over de telefoons hebben gehad, ontbreekt.

5.BESLAG

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen telefoons (waaronder ook de telefoon van verdachte) en een inbeslaggenomen geldbedrag van € 2.020,89 verbeurd worden verklaard.
5.1
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van een in beslaggenomen Samsung telefoon, type SM-G610M (2446030) alsmede een in beslaggenomen geldbedrag van € 260,00 (2445020). Deze goederen behoren aan verdachte toe, zijn niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering verzet zich niet tegen teruggave.
Geen beslissing
De rechtbank zal in de onderhavige zaak geen beslissing geven ten aanzien van de overige inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen die bij gelegenheid van het requisitoir zijn opgesomd in een door de officier van justitie overgelegde beslaglijst, die is gegoten in de vorm van een aantal papieren (naast elkaar gelegd vormend één excelbestand, waarin inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen zijn opgenomen). De officier van justitie heeft in antwoord op naar aanleiding van die beslaglijst gestelde vragen aangegeven dat het beslag op die voorwerpen onder alle verdachten is gelegd. Die stelling vindt evenwel geen verankering in de stukken van het dossier, nog daargelaten het antwoord op de vraag of dat geval ten aanzien van al die voorwerpen denkbaar is. Daaruit blijkt ofwel dat deze voorwerpen onder een andere persoon dan verdachte in beslag zijn genomen of dat er geen beslagene is aangewezen. Dat maakt dat de rechtbank daarover in dit vonnis geen beslissing kan nemen.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Beslag
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
  • een in beslaggenomen Samsung telefoon, type SM-G610M (2446030);
  • een in beslaggenomen geldbedrag van € 260,00 (2445020).
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Veldhuisen, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en
N.P.J. Janssens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Campmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 december 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair:
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 te Biddinghuizen, gemeente Dronten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ongeveer 113 telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan tot op heden onbekend gebleven personen heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair:
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 te Biddinghuizen, gemeente Dronten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten ongeveer 113 telefoons heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.