ECLI:NL:RBMNE:2019:5766

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 december 2019
Publicatiedatum
6 december 2019
Zaaknummer
16/158281-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grootschalige diefstal van mobiele telefoons tijdens muziekfestival met vrijspraak voor diefstal en bewezenverklaring voor heling

Op 6 december 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de grootschalige diefstal van mobiele telefoons tijdens het Defqon festival in Biddinghuizen, dat plaatsvond van 28 tot en met 30 juni 2019. De verdachte werd beschuldigd van diefstal en heling van in totaal 113 telefoons. Tijdens de terechtzittingen op 11 oktober en 22 november 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 juni 2019 22 telefoons op zijn lichaam droeg, die in beslag zijn genomen. Van deze telefoons waren er vier te herleiden tot aangiften van diefstal. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstal van de telefoons, waardoor de verdachte voor het primair ten laste gelegde werd vrijgesproken. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan heling van de vier telefoons, omdat hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden op, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de noodzaak van een generaal preventieve werking van de straf. De rechtbank gelastte ook de teruggave van bepaalde in beslag genomen goederen aan de verdachte en de rechthebbenden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/158281-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 december 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1990] te [geboorteplaats] (Colombia),
thans gedetineerd in de Penitiaire Inrichting in Ter Apel te Ter Apel,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 oktober 2019 en 22 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen mr. K.D. Regter, advocaat te Heerlen, waarnemend voor mr. H.M.W. Daamen, advocaat te Maastricht, namens verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:
in de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 in Biddinghuizen tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 113 telefoons heeft gestolen;
subsidiair:
in de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 in Biddinghuizen tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 113 telefoons heeft geheeld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde. Ter zake van het subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte hooguit kan worden veroordeeld voor heling van zeven telefoons. Verdachte kan niet worden gekoppeld aan de 81 telefoons die zijn aangetroffen in een tent op het festival. Van veel van de 32 telefoons die op de lichamen van verdachte en een medeverdachte zijn aangetroffen, kan de misdadige herkomst daarvan niet worden vastgesteld, laat staan dat zij door verdachte en de betreffende medeverdachte zijn gestolen of geheeld. Voor het aan verdachte gemaakte verwijt dat hij in vereniging met een of meer ander heeft zich heeft schuldig gemaakt aan heling van telefoons is evenmin bewijs voorhanden, aldus de raadsman.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Verbalisant [verbalisant] heeft op 1 juli 2019 om 00.05 uur in Biddinghuizen verdachte staande gehouden. Hij zag dat verdachte onder zijn t-shirt een strak pak droeg en dat er meerdere goederen onder dat pak zaten. De verbalisant voelde dat het om mobiele telefoons ging. Tijdens de insluittingsfouillering kwamen er meerdere mobiele telefoons tevoorschijn. Verdachte droeg 22 telefoons op zijn lichaam. [2]
De aangetroffen 22 telefoons zijn in beslaggenomen. Vier telefoons hebben de volgende goednummers gekregen:
- PL0900-2019193335-2444668;
- PL0900-2019193335-2444673;
- PL0900-2019193335-2444689
- PL0900-201919335-2444783. [3]
Ten aanzien van de telefoon met goednummer PL0900-2019193335-2444668 heeft de politie vastgesteld dat [rechthebbende 1] de rechthebbende is. [4] Hij had aangifte gedaan van diefstal van de betreffende telefoon op 29 juni 2019 in Biddinghuizen. [5]
Ten aanzien van de telefoon met goednummer PL0900-2019193335-2444673 heeft de politie vastgesteld dat [rechthebbende 2] de rechthebbende is. [6] Zij had aangifte gedaan van diefstal van de betreffende telefoon op 30 juni 2019 in Biddinghuizen. [7]
Ten aanzien van de telefoon met goednummer PL0900-2019193335-2444689 heeft de politie vastgesteld dat [rechthebbende 3] de rechthebbende is. [8] Namens haar was aangifte gedaan van diefstal van de betreffende telefoon op 30 juni 2019 in Biddinghuizen. [9]
Ten aanzien van de telefoon met goednummer PL0900-201919335-2444783 heeft de politie vastgesteld dat [rechthebbende 4] de rechthebbende is. [10] Hij had aan de politie laten weten dat de betreffende telefoon was gestolen op het Defqon festival in Biddinghuizen. [11]
Bewijsoverwegingen
Inleidend: wat is gebleken over de feitelijke gang van zaken
Van vrijdag 28 juni 2019 tot en met zondag 30 juni 2019 vond in Biddinghuizen het Defqon festival plaats. Gedurende dit festival werd door meer mensen aangifte gedaan van diefstal van hun telefoon. Er werden diverse signalementen doorgegeven. Op zondag 30 juni 2019 zag iemand van de organisatie van het festival een groep van vier personen die volgens zijn verklaring voldeden aan opgegeven signalementen en die zonder crewbandje op de crewcamping liepen. Deze vier personen gingen een tent in (hierna: tent A). Medewerkers van de organisatie van het festival hebben deze personen toen gevraagd naar buiten te komen en gevraagd of ze tent A mochten doorzoeken. Daarin werd niets relevants aangetroffen. Volgens de verklaring van een medewerker van het festival zei een omstander tegen hem dat hij de vier personen ook in een naastgelegen tent heeft gezien (hierna: tent B). Daarop werd ook tent B doorzocht en daarin werden in totaal 81 mobiele telefoons aangetroffen. Beide tenten zijn in beslag genomen. Als verdachten zijn aangehouden:
  • [medeverdachte 1]
  • [medeverdachte 2]
  • [medeverdachte 3]
  • [medeverdachte 4]
Later die dag zag een beveiliger twee personen die in zijn ogen voldeden aan circulerende opgaves van signalementen van personen die telefoons zouden hebben gestolen. Een politieagent heeft deze twee personen staande gehouden en hij ontdekte toen dat ieder van hen onder de bovenkleding een geprepareerd pak droeg, met daarin/daaronder mobiele telefoons. Deze personen zijn door hem als verdachten aangehouden. Deze personen bleken te zijn:
  • verdachte
  • [medeverdachte 5]
Bij gelegenheid van nader onderzoek is vastgesteld dat verdachte 22 mobiele telefoons in zijn geprepareerde pak droeg. Van vier van die onder hem aangetroffen 22 telefoons is aangifte gedaan van diefstal dan wel een bericht ontvangen van diefstal. In/onder het door
gedragen geprepareerde pak bleek van de aanwezigheid van 10 mobiele telefoons. Van zeven van die telefoons is aangifte gedaan van diefstal.
In de nacht van 30 juni op 1 juli 2019 zag een nachtsurveillant op de crewcamping van het festivalterrein iemand die in zijn ogen voldeed aan het doorgegeven signalement van de personen die telefoons zouden hebben gestolen. Deze persoon stond op de plek waar de tenten A en B stonden, voordat deze in beslag genomen waren. Deze man had geen crewbandje voor de crewcamping om. Ook deze man is als verdachte aangehouden. Het bleek te gaan om [medeverdachte 6] .
De door [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] als verdachten ieder voor zich afgelegde verklaringen houden in de kern in dat zij niets met de diefstal van de telefoons te maken hebben. Zij zouden gevieren naar het festival zijn gekomen. De verklaringen over wanneer zij op het festival geweest zouden zijn, hoe lang en om wat voor reden zij het festivalterrein hadden verlaten lopen onderling uiteen.
Verdachte heeft bij de politie geen verklaring willen afleggen. [medeverdachte 5] heeft bij de politie als verdachte verklaard dat iemand hem geld had aangeboden om telefoons vanaf het festivalterrein naar buiten dat terrein te brengen.
[medeverdachte 6] verklaarde bij de politie als verdachte dat hij alleen naar Nederland was gereisd, en dat hij de hierboven genoemde verdachten niet kende.
De inbeslaggenomen tenten zijn doorzocht. In tent B (waar de 81 telefoons zijn gevonden) is aangetroffen en in beslag genomen:
  • Een portemonnee met een ID-kaart op naam van [medeverdachte 6]
  • 7 tickets voor een busreis van Barcelona naar Amsterdam, met als aankomstdatum 27 juni 2019. Deze tickets hadden hetzelfde reserveringsnummer. Zes namen op de tickets kwamen overeen met namen van de verdachten, namelijk:
o [medeverdachte 1]
o [medeverdachte 2]
o [medeverdachte 3]
o [medeverdachte 4]
o [medeverdachte 5]
o [medeverdachte 6] .
Er is ook onderzoek gedaan naar aan de personen van de verdachten te relateren
social media. Daaruit komt onder meer naar voren dat [medeverdachte 6] op Facebook bevriend is met verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] .
Op basis van het bovenstaande trekt de rechtbank de conclusies dat de verdachten bekenden van elkaar zijn (direct, of indirect via andere verdachten), en dat zij (wellicht op verdachte na; van hem kon dit niet worden vastgesteld) kort voor het Defqon festival gezamenlijk met de bus naar Nederland zijn gereisd. Dit in tegenstelling tot wat door ieder van hen bij de politie is verklaard.
Op grond van het bovenstaande bestonden er onmiskenbaar ernstige bezwaren tegen verdachte voor betrokkenheid bij de diefstal of heling van mobiele telefoons, met voorlopige hechtenis als gevolg daarvan. Immers, de verdachte bezwarende feiten en omstandigheden vroegen van verdachte om een nadere verklaring die dat bezwarende karakter kon ontzenuwen, maar die verklaring bleef uit. Ondertussen is nader opsporingsonderzoek ingesteld naar de betrokkenheid van verdachte bij de diefstal of heling van de telefoons.
Op grond van de inhoud van het aan de rechtbank gepresenteerde einddossier en op grond van wat op het onderzoek ter terechtzitting is verhandeld ligt de bewijsvraag ter beantwoording voor: kan bewezen worden verklaard dat verdachte zich (al dan niet samen met anderen) schuldig heeft gemaakt aan diefstal of heling van de telefoons op het Defqon festival, zoals omschreven in de tenlastelegging.
Bewijsoordeel
Vrijspraak diefstal (primair tenlastegelegde)
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich op de in de tenlastelegging genoemde tijd en plaats schuldig heeft gemaakt aan diefstal van telefoons (het primair tenlastegelegde), zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. De rechtbank licht dat oordeel als volgt toe.
Voorop moet worden gesteld dat op grond van de potentiële bewijsmiddelen in het dossier niet feitelijk kan worden vastgesteld dat verdachte op de in de tenlastelegging genoemde tijd en plaats een telefoon van iemand heeft weggenomen. Evenmin is er rechtstreeks bewijs voorhanden, waaruit volgt dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met één of meer anderen ten aanzien van wie feitelijk moet worden vastgesteld dat door hen telefoons zijn gestolen. De rechtbank ziet dit bewijs ook niet in het in de telefoon van verdachte aangetroffen WhatsApp-gesprek (zoals de officier van justitie heeft betoogd). De door de officier van justitie van die inhoud gegeven duiding dat informatie is gewisseld over het aantal telefoons dat is buit gemaakt en dat namen worden genoemd die in verband zouden kunnen worden gebracht met de namen van medeverdachten, is in het licht van de gerezen verdenking en bezwaren weliswaar te volgen, maar is voor het bewijs voor daderschap van verdachte, als dief van de telefoons, ontoereikend, laat staan voor het bewijs van zijn nauwe en bewuste samenwerking met één of meer mededaders. Uit de inhoud van het dossier volgt slechts in een tent die door enkele van de door de officier van justitie aangewezen groep van verdachten zou zijn gebruikt, gestolen telefoons zijn aangetroffen, zij het dat niet duidelijk is kunnen worden door welke verdachten.
Heling: bespreking van een verweer en overwegingen ten aanzien van het bewijs
De rechtbank passeert het verweer van de raadsman dat enkele processen-verbaal van aangifte niet zijn ondertekend en dat daarom niet kan worden vastgesteld dat de telefoons van misdrijf afkomstig zijn. De processen-verbaal die niet zijn ondertekend betreffen aangiften via internet of kopieën van aangiften. Voor de rechtbank is buiten redelijke twijfel dat door de betreffende persoon aangifte van diefstal is gedaan. Het enkele ontbreken van een daarop door de aangever geplaatste handtekening doet daar niet aan af.
Vervolgens ligt voor of, en zo ja met betrekking tot welke telefoons verdachte het verwijt treft dat hij zich aan heling, opzettelijk dan wel culpoos, heeft schuldig gemaakt.
Op het lichaam van verdachte zijn - naast kennelijk zijn eigen telefoon – nog 22 telefoons aangetroffen in de door hem gedragen geprepareerde kleding. Een overzicht van de inbeslaggenomen telefoons (met goednummers) bevindt zich bij de stukken in het dossier [12] . Van die 22 telefoons zijn er 4 te herleiden tot een aangifte dan wel een bericht van diefstal, zodat van die 4 toestellen de misdadige herkomst reeds daarom als een paal boven water staat. Waar het gaat om de bewijsvraag of verdachte met die misdadige herkomst bekend was ten tijde van zijn verkrijging daarvan kent de rechtbank betekenis toe aan de plaats en wijze waarop deze 4 telefoons onder de verdachte zijn aangetroffen, te weten onder zijn bovenkleding en verborgen in een geprepareerd pak. Het aldus verborgen bezit van deze telefoons acht de rechtbank redengevend voor het bewijs van verdachtes wetenschap omtrent die misdadige herkomst. Een die redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft verdachte immers niet willen geven. Daarmee is het bewijs gegeven dat verdachte op de tenlastegelegde tijd en plaats deze 4 telefoons opzettelijk heeft geheeld.
De rechtbank acht wat met betrekking tot de misdadige herkomst van deze 4 telefoons is komen vast te staan, mede redengevend voor het bewijs van de misdadige herkomst van de 18 andere telefoons, die gelijktijdig verborgen in hetzelfde door verdachte gedragen pak door de politie zijn aangetroffen en inbeslaggenomen. Weliswaar bevat het dossier niet ook processen-verbaal van aangifte van diefstal die aan deze 18 telefoons kunnen worden gerelateerd, maar nu verdachtes bezit van die telefoons – door hem vormgegeven door het verbergen daarvan in dat geprepareerde pak – samenvalt met zijn bezit van de eerder bedoelde 4 telefoons, schreeuwen deze de verdachte sterk belastende en voor het bewijs redengevende feiten en omstandigheden om zijn verklaring waardoor die redengevendheid wordt ontzenuwd. De verdachte heeft ervoor gekozen op aan hem gestelde vragen in alle toonaarden te zwijgen. Dit een en ander brengt de rechtbank tot de bewijsconclusie dat, hoewel rechtstreeks bewijs voor de misdadige herkomst van 18 telefoons ontbreekt, de rechtbank de misdadige herkomst van ook die 18 telefoons niettemin bewezen acht.
Verdachte zal worden vrijgesproken voor zover het gaat om het verwijt van heling van de telefoons die zijn aangetroffen in tent B. Uit de stukken in het dossier volgt immers niet dat verdachte op enig moment de beschikkingsmacht over de in die tent B aangetroffen telefoons heeft gehad. Er is geen bewijs dat verdachte in tent B is geweest of dat anderszins een voor het bewijs redengevend verband kan worden gelegd van zijn persoon met deze tent. Er is geen verklaring waaruit volgt dat is gezien dat verdachte die tent is ingegaan of heeft verlaten. De verklaring van een getuige dat hij een (onbekend gebleven) omstander zou hebben horen zeggen dat enkele verdachten in tent B hebben geslapen, is voor het aannemen van dat voor het bewijs redengevende verband volstrekt onvoldoende. Van een nauwe en bewuste samenwerking met één of meer anderen die de beschikkingsmacht over die telefoons hebben gehad is evenmin gebleken.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
subsidiair
omstreeks 30 juni 2019 te Biddinghuizen 22 telefoons voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen subsidiair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
subsidiair:
opzetheling.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft de rechtbank in overweging gegeven om een op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf te beperken tot de periode die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, eventueel aan te vullen met een voorwaardelijk strafdeel als stok achter de deur.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan
Verdachte heeft zich terwijl hij verbleef op een drukbezocht festival schuldig gemaakt aan opzetheling van mobiele telefoons. Ten aanzien van een aantal van die telefoons is ondubbelzinnig vastgesteld dat die aan festivalbezoekers zijn ontstolen. Het moet ervoor worden gehouden dat verdachtes vizier louter gericht is geweest op het met het oog op winstbejag vergaren van telefoons en dat hij met dat doel dat festival heeft bezocht. Dit betreft een ernstig en hinderlijk feit. De rechtmatige eigenaren van die telefoons hebben niet alleen materiële schade geleden, maar door het gemis van hun telefoon ook overlast ervaren tijdens en na het festival. In mobiele telefoons is immers doorgaans zeer veel informatie opgeslagen die niet steeds eenvoudig opnieuw bijeen kan worden gebracht. Verdachte heeft met zijn handelen bovendien bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen telefoons.
Verdachte heeft gebruik gemaakt van geprepareerde kleding, wat naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar een zekere mate van professionaliteit en doelgerichtheid illustreert. Verder zijn er aanwijzingen dat verdachte deel heeft uitgemaakt van een georganiseerd verband. In andere woorden: de rechtbank gaat er vanuit dat verdachte op rooftocht naar Nederland is gekomen. Dit alles werkt in aanzienlijke mate strafverhogend.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 2 september 2019 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat hij niet eerder in Nederland voor strafbare feiten is veroordeeld.
Preventieve werking
Met de straf beoogt de rechtbank allereerst vergelding voor de ernst van het feit. De rechtbank wil daarnaast dat van de op te leggen straf een generaal preventieve werking uitgaat. Zij beoogt daarmee dat ook anderen ervan worden weerhouden om op festivals of soortgelijke gelegenheden van meer of minder argeloze bezoekers telefoons te stelen en/of deze te helen.
De straf
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur aangewezen is en dat niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf waarvan de duur gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zoals subsidiair is bepleit. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank geen aanleiding voor een (deels) voorwaardelijke straf. Verdachte leeft immers niet in Nederland en zal vermoedelijk ook niet snel hier terugkeren. De rechtbank acht alles afwegend een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden passend en geboden, met aftrek van de tijd die door hem in preventieve hechtenis is doorgebracht.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen telefoons (waaronder ook de telefoon van verdachte), alsmede het inbeslaggenomen horloge en een inbeslaggenomen geldbedrag van € 2.020,89 verbeurd worden verklaard.
9.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft verzocht om teruggave van de volgende inbeslaggenomen goederen aan
verdachte: een geldbedrag van € 275,00 (2443962), sleutels (2443968), een horloge
(2443965) en een telefoon (2443973).
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen,
te weten:
- een rol plakband (2443963);
- een horloge (2443965);
- een zwarte Samsung telefoon, type SM-G973F (2443973).
Voor wat betreft de in beslag genomen sleutels (2443968) en een geldbedrag van € 275,00 constateert de rechtbank dat hiervan niet duidelijk is of deze goederen zijn teruggegeven. De rechtbank zal daarom teruggave gelasten van deze goederen, voor zover deze nog niet zijn teruggegeven.
Voor al deze goederen geldt dat zij toebehoren aan verdachte, niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de navolgende in beslag genomen voorwerpen aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt, voor zover deze nog niet zijn teruggegeven:
- een telefoon (2444673);
- een telefoon (2444689);
- een telefoon (2444735);
- een telefoon (2444783).
Ten aanzien van deze voorwerpen is onduidelijk of deze reeds zijn teruggegeven. Er zijn wel bewijzen van ontvangst aanwezig in het dossier, maar deze zijn niet ondertekend.
Bewaring in beslag genomen voorwerpen
Met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een telefoon (2444671);
- een telefoon (2444681);
- een telefoon (2444682);
- een telefoon (2444687);
- een telefoon (2444691);
- een telefoon (2444692);
- een telefoon (2444697);
- een telefoon (2444710);
- een telefoon (2444714);
- een telefoon (2444743);
- een telefoon (2444747);
- een telefoon (2444778);
- een telefoon (2444788);
- een telefoon (2444805);
- een telefoon (2444814);
- een telefoon (2444819);
- een telefoon (2444823);
kan geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal daarom de bewaring ten behoeve van de rechthebbende(n) van deze voorwerpen gelasten.
Geen beslissing
De rechtbank zal geen beslissing nemen ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen waarvan reeds uit het dossier blijkt dat zij zijn teruggeven aan de rechthebbende. De rechtbank zal in de onderhavige zaak ook geen beslissing geven ten aanzien van de overige inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen die bij gelegenheid van het requisitoir zijn opgesomd in een door de officier van justitie overgelegde beslaglijst, die is gegoten in de vorm van een aantal papieren (naast elkaar gelegd vormend één excelbestand, waarin inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen zijn opgenomen). De officier van justitie heeft in antwoord op naar aanleiding van die beslaglijst gestelde vragen aangegeven dat het beslag op die voorwerpen onder alle verdachten is gelegd. Die stelling vindt evenwel geen verankering in de stukken van het dossier, nog daargelaten het antwoord op de vraag of dat geval ten aanzien van al die voorwerpen denkbaar is. Daaruit blijkt ofwel dat deze voorwerpen onder een andere persoon dan verdachte in beslag zijn genomen of dat er geen beslagene is aangewezen. Dat maakt dat de rechtbank daarover in dit vonnis geen beslissing kan nemen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
acht maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de
teruggave aan verdachtevan de volgende voorwerpen:
  • een rol plakband (2443963);
  • een horloge (2443965);
  • een zwarte Samsung telefoon, type SM-G973F (2443973);
  • voor zover nog niet teruggegeven, sleutels (2443968);
  • voor zover nog niet teruggegeven, een geldbedrag van € 275,00 (2443962).
- gelast de
teruggave aan de rechthebbendevan de volgende voorwerpen, voor zover nog niet teruggegeven:
  • een telefoon (2444673);
  • een telefoon (2444689);
  • een telefoon (2444735);
  • een telefoon (2444783).
- gelast de
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de volgende voorwerpen:
  • een telefoon (2444671);
  • een telefoon (2444681);
  • een telefoon (2444682);
  • een telefoon (2444687);
  • een telefoon (2444691);
  • een telefoon (2444692);
  • een telefoon (2444697);
  • een telefoon (2444710);
  • een telefoon (2444714);
  • een telefoon (2444743);
  • een telefoon (2444747);
  • een telefoon (2444778);
  • een telefoon (2444788);
  • een telefoon (2444805);
  • een telefoon (2444814);
  • een telefoon (2444819);
  • een telefoon (2444823).
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Veldhuisen, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en
N.P.J. Janssens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Campmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 december 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair:
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 te Biddinghuizen, gemeente Dronten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ongeveer 113 telefoons, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan tot op heden onbekend gebleven personen heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair:
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 28 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 te Biddinghuizen, gemeente Dronten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten ongeveer 113 telefoons heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs hadden
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 8 oktober 2019, genummerd PL0900-2019193335, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 2 tot en met 582 en 600 tot en met 715. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 434, 435, 446 en 507.
3.Een geschrift, inhoudende een kennisgeving van inbeslagneming, pagina 694 tot en met 700.
4.Een geschrift, inhoudende een bewijs van ontvangst, pagina 218.
5.Pagina 219.
6.Een geschrift, inhoudende een bewijs van ontvangst, pagina 366.
7.Een geschrift, inhoudende een kopie aangifte, pagina 367 en 368.
8.Een geschrift, inhoudende een bewijs van ontvangst, pagina 252.
9.Een geschrift, inhoudende een kopie aangifte, pagina 253 en 254.
10.Een geschrift, inhoudende een bewijs van ontvangst, pagina 288.
11.Pagina 289.
12.Pagina 694 tot en met 700