ECLI:NL:RBMNE:2019:5533

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 november 2019
Publicatiedatum
22 november 2019
Zaaknummer
16/123983-19 en 16/262411-18 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Identiteitsfraude, computervredebreuk, oplichting en ontucht met minderjarige

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 19 november 2019, is de verdachte beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder identiteitsfraude, computervredebreuk, oplichting en ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere en Zwolle samen met anderen verschillende frauduleuze activiteiten heeft gepleegd. Dit omvatte het wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van meerdere slachtoffers, het plegen van computervredebreuk door toegang te krijgen tot digitale bankrekeningen, en het oplichten van slachtoffers via nep-bankieren apps. De verdachte heeft ook geprobeerd ontuchtige handelingen te plegen met een vijftienjarige en in het bezit van dierenpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, die als gevolg van de oplichtingspraktijken schade hebben geleden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/123983-19 en 16/262411-18 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 november 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
thans gedetineerd in Detentiecentrum Alphen aan den Rijn.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. C. Crince le Roy, advocaat te Amsterdam, alsmede de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en namens hem, [A] van Slachtofferhulp Nederland, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 16/123983-19
feit 1
in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere wederrechtelijk de identificerende persoonsgegevens heeft gebruikt van [benadeelde 3] , [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] ;
feit 2
in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere met (een) ander(en) computervredebreuk heeft gepleegd bij [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] en [benadeelde 9] ;
feit 3
in de periode van 19 april 2019 tot en met 13 mei 2019 te Almere en/of Zwolle met (een) ander(en) [benadeelde 10] heeft opgelicht en hem heeft bewogen tot afgifte van een camera;
feit 4
in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere met (een) ander(en) [benadeelde 11] , [benadeelde 1] , [benadeelde 12] , [benadeelde 13] en [benadeelde 14] heeft opgelicht en heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen;
feit 5
in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere met (een) ander(en) een auto met kenteken [kenteken] , een auto met kenteken [kenteken] , een camera, een iPhone X en geldbedragen heeft witgewassen.
feit 6
op 20 mei 2019 te Almere heeft geprobeerd met de vijftienjarige [slachtoffer] ontuchtige handelingen te plegen, die (mede) bestaan uit het seksueel binnen dringen van die [slachtoffer] ;
feit 7
op 20 mei 2019 te Almere een iPhone met een afbeelding van dierenporno in zijn bezit heeft gehad;
parketnummer 16/262411-18
feit 1 (hierna: feit 8)
op 19 oktober 2017 te Lelystad, met (een) ander(en) [benadeelde 2] heeft opgelicht en heeft bewogen tot afgifte van een Audi A1 met kenteken [kenteken] ;
feit 2 (hierna: feit 9)
op 20 oktober 2017 te Lelystad, met (een) ander(en) een auto met kenteken [kenteken] heeft witgewassen.
De rechtbank nummert de bij de dagvaardingen met de parketnummers
16/123983-19en
16/262411-18ten laste gelegde feiten respectievelijk als de feiten 1 tot en met 7 en de feiten 8 en 9.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 tot en met 9 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit het onder feit 1 tot en met 9 tenlastegelegde. Hiertoe heeft hij verschillende verweren gevoerd, waarop de rechtbank hieronder nader zal ingaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Met het oog op de leesbaarheid van het vonnis zijn de bewijsmiddelen als
bijlage 2aan dit vonnis gehecht. De bewijsmiddelen dienen op deze plaats als ingelast te worden beschouwd.
Ten aanzien van de bewijsmiddelen geldt dat zij steeds worden gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank leidt uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen de volgende gang van zaken af.
Netwerk met criminele activiteiten
Verdachte heeft samen met anderen meerdere frauduleuze feiten gepleegd, waaronder oplichting, computervredebreuk en identiteitsfraude. Deze feiten hebben zich voltrokken binnen een ogenschijnlijk goed georganiseerd netwerk waarbinnen personen verschillende rollen hebben vervuld. Verdachte heeft hierin een significante rol gespeeld. Zo heeft hij (in ieder geval via een Instagramaccount en via vrienden) katvangers geronseld, die hun bankrekening ter beschikking hebben gesteld, waarop de door fraude verkregen geldbedragen zijn overgemaakt. Op die manier heeft verdachte geprobeerd uit het zicht van politie en justitie te blijven.
Onderzoek naar de telefoonnummers waarmee aangevers zijn benaderd heeft verdachte echter toch in beeld gebracht. Er is gebleken dat verschillende telefoonnummers die zijn gebruikt voor het benaderen van aangevers in een aantal telefoons hebben gezeten. In de periode van december 2018 tot en met mei 2019 zijn tientallen simkaarten (met de daarbij behorende telefoonnummers) gebruikt in deze telefoons. Tussen deze telefoons zijn deze simkaarten met regelmaat verwisseld. Hieruit trekt de rechtbank de conclusie dat het netwerk deze telefoons heeft gebruikt voor het plegen van fraude.
Een deel van de simkaarten is aan verdachte te koppelen. Zo is een van de simkaarten (met telefoonnummer [telefoonnummer] ) op de kamer van verdachte aangetroffen en heeft deze simkaart in zijn eigen iPhone X gezeten. Ook heeft hij een telefoonnummer (+ [telefoonnummer] ) behorend bij een van die simkaarten eerder als zijn eigen nummer bij de politie opgegeven. Daarnaast is met een van de telefoonnummers, op naam van [B] , meermalen contact gelegd met het nummer van verdachte.
In verdachtes telefoon zijn standaardteksten gevonden die naar slachtoffers konden worden gestuurd en scripts voor medeverdachten die kopers hebben benaderd voor het ‘kopen’ van hetgeen zij via Marktplaats aanboden. Ook zijn bij de doorzoeking van verdachtes woning telefoons op zijn kamer aangetroffen waarop een nep-app van ABN/AMRO bankieren stond. Verschillende medeverdachten hebben verklaard dat zij een telefoon met een dergelijke app van verdachte in bruikleen kregen ten behoeve van de oplichting van aangevers.
Modus operandi
Bij de feiten 1 tot en met 4 en feit 8 wordt steeds eenzelfde werkwijze gehanteerd. Er wordt contact gelegd met aangevers via Marktplaats of WhatsApp. Vervolgens wordt hen of hun contacten geld afhandig gemaakt. Feit 1 (misbruik identificerende persoonsgegevens) kan in deze context worden gezien als ‘voorwerk’ voor het oplichten van anderen. Door overname van de WhatsApp-accounts hebben verdachte en/of zijn mededaders zich immers voorgedaan als degene van wie zij het account hadden overgenomen en hebben zij verschillende WhatsAppcontacten van deze aangevers om geld gevraagd. Aan alle aangevers onder feit 2 (binnendringen in een mobiel digitaal bancair systeem) is een nep ‘Tikkie’ gestuurd, met een valse link, waardoor de toegang is verschaft tot de bankrekening van aangevers. Vervolgens is geld van hun bankrekening overgemaakt naar katvangers of zijn bestellingen gedaan en betaald via deze bankrekeningen.
De aangevers onder feit 3 en 8 zijn opgelicht, waarbij zij zijn bewogen tot afgifte van een camera respectievelijk een Audi type A1, doordat is gedaan alsof aan hen geld is overgemaakt. Er werd echter gebruik gemaakt van een nep-app van ABN/AMRO bankieren en het geld is nooit aan hen overgemaakt. Aangevers onder feit 4 zijn via WhatsApp benaderd door voor hen onbekende telefoonnummers. De persoon die hen benaderde gaf aan een familielid te zijn en een aantal rekeningen niet te kunnen betalen. Vervolgens hebben aangevers meerdere bedragen overgemaakt. Later bleek dat het geen familieleden waren die hen hadden benaderd, maar dat zij waren opgelicht.
Ten aanzien van feit 1
De telefoonnummers waarmee contact is gezocht met aangevers zijn te koppelen aan verdachte. Het nummer [telefoonnummer] , dat is gebruikt om [benadeelde 3] te benaderen, hoort bij de simkaart die is aangetroffen in de slaapkamer van verdachte. Het telefoonnummer [telefoonnummer] , dat is gebruikt om [benadeelde 5] te benaderen, heeft in de periode van 28 december 2018 tot en met 19 februari 2018 in de telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer] (iPhone 7) gezeten. Dit is een van de iPhones die door het netwerk waartoe verdachte behoort, is gebruikt voor het plegen van fraude. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het medeplegen van het wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van [benadeelde 3] en [benadeelde 5] voornoemd door verdachte wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Partiële vrijspraak van wederrechtelijk gebruik identificerende persoonsgegevens [benadeelde 4]
Hoewel het telefoonnummer waarmee aangeefster [benadeelde 4] is benaderd te linken is aan verdachte – omdat hij dit nummer bij de politie heeft opgegeven als zijn eigen nummer – spreekt de rechtbank verdachte vrij van het wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van [benadeelde 4] . Vaststaat dat [benadeelde 4] is benaderd door iemand die zich heeft voorgedaan als ‘ [naam] ’ en om geld heeft gevraagd. Hierdoor kreeg [benadeelde 4] de indruk dat dit haar nichtje was en heeft zij geld overgemaakt. Dit feitencomplex kan worden gekwalificeerd als oplichting van [benadeelde 4] of het wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van ‘ [naam] ’, maar niet als het onder feit 1 ten laste gelegde wederrechtelijk gebruik van identificerende persoonsgegevens van [benadeelde 4] .
Ten aanzien van feit 2
Zowel de simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer] , dat is gebruikt om [benadeelde 6] te benaderen, als de simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer] , dat is gebruikt om [benadeelde 7] te benaderen, in de telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer] (iPhone 7) gezeten. Dit is een van de iPhones die door het netwerk waartoe verdachte behoort, is gebruikt voor het plegen van fraude. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het medeplegen van computervredebreuk door verdachte kan worden bewezen.
Partiële vrijspraak van computervredebreuk bij [benadeelde 8] en [benadeelde 9]
De rechtbank spreekt verdachte vrij van computervredebreuk bij [benadeelde 9] , omdat het telefoonnummer dat is gebruikt bij het plegen van computervredebreuk bij [benadeelde 8] niet aan verdachte en/of zijn medeverdachten kan worden gekoppeld. Er kan dan ook niet worden bewezen dat verdachte pleger dan wel medepleger is geweest van computervredebreuk bij [benadeelde 8] en [benadeelde 9] voornoemd.
Ten aanzien van feit 3
Op 19 april 2019 is aangever [benadeelde 10] opgelicht. Verdachte is die dag samen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en een onbekende derde medeverdachte naar Zwolle gereden. Daar aangekomen heeft hij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de opdracht gegeven het tenlastegelegde te plegen en heeft hij hen een telefoon gegeven waarop een nep-app van ABN/AMBRO bankieren stond. Medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben zich vervolgens tegenover [benadeelde 10] voorgedaan als kopers van diens camera en gedaan alsof zij de koopprijs aan aangever hebben overgemaakt. In werkelijkheid gebruikten zij de nep-app van ABN/AMBRO bankieren en is de koopprijs nooit naar aangever overgemaakt. Bij de doorzoeking van verdachtes kamer is een telefoon aangetroffen met daarop een nep-app van ABN/AMBRO bankieren waarin een ‘overschrijving’ van € 5.929,- aan [bedrijf] op het rekeningnummer van aangever zichtbaar is.
De raadsman heeft aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte medepleger van deze oplichting is. De rechtbank verwerpt dit verweer. Zonder nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten valt niet te verklaren dat de telefoon waar de ‘betaling’ aan aangever in te vinden is op verdachtes kamer is aangetroffen. Daarnaast heeft verdachte medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar de woning van aangever gereden en heeft hen daar de opdracht gegeven het tenlastegelegde te plegen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen [benadeelde 10] op 19 april 2019 heeft opgelicht.
Ten aanzien van feit 4
Op grond van onderzoek naar de telefoonnummers waarmee aangevers zijn benaderd – waaruit blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] is gebruikt in twee van de bij het netwerk in gebruik zijnde telefoons – en een rekeningnummer waarop het geld door aangevers is gestort, kan dit feit in verband worden gebracht met verdachte en kan dit feit wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van feit 5
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte samen met zijn medeverdachten een auto met kenteken [kenteken] , een auto met kenteken [kenteken] , een camera (afkomstig van oplichting van [benadeelde 10] ), een iPhone X van mevrouw [benadeelde 15] , € 500,- en meer geldbedragen voorhanden heeft gehad. Ten aanzien van de camera overweegt de rechtbank het volgende. Uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] volgt dat verdachte haar en medeverdachte [slachtoffer] heeft aangestuurd om aangever [benadeelde 10] op te lichten ten behoeve van de afgifte van deze camera. Na afloop van de oplichting hebben medeverdachten de camera kennelijk bij verdachte en de onbekend gebleven mannelijke medeverdachte achtergelaten. Vervolgens heeft verdachte medeverdachten [medeverdachte 2] en [slachtoffer] betaald voor hun diensten. Hieruit volgt dat verdachte deze camera voorhanden heeft gehad uit eigen misdrijf. Ten aanzien van de andere goederen overweegt de rechtbank het volgende. Uit de gevorderde gegevens van iCOV – infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen, zijnde een samenwerkingsverband tussen onder meer de banken, het kadaster en de belastingdienst – is gebleken dat verdachte in de periode van 2014 tot en met 2018 een totaalbedrag van € 3.730,- aan inkomsten heeft gehad. In diezelfde periode heeft hij kamerhuur betaald, gegeten en in zijn andere behoeften voorzien. Ook is niet gebleken dat de verdachte in deze periode spaartegoeden of andere vermogensbestandsdelen bezat. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen deze feiten en omstandigheden een vermoeden van witwassen. Gelet op dit vermoeden mag van verdachte worden verwacht dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk aan te merken verklaring geeft voor de legale herkomst van de genoemde goederen. Dit heeft verdachte niet gedaan. De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij jarenlang uitwonende studiefinanciering heeft ontvangen, kan niet als een dergelijke verklaring gelden, reeds bij gebrek aan concrete onderbouwing van deze stelling, nu uit de bankgegevens van verdachte niet is gebleken dat hij studiefinanciering heeft ontvangen. Het vorenstaande betekent dat de rechtbank ook het aan verdachte onder feit 5 ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.
Ten aanzien van feit 6
Het door de raadsman met betrekking tot feit 6 gevoerde verweer dat niet is voldaan aan het bewijsminimum, wordt weerlegd door de bewijsmiddelen. Ook het verweer dat de verklaring van [medeverdachte 1] van het bewijs moeten worden uitgesloten, omdat deze onbetrouwbaar is, verwerpt de rechtbank. De verklaring van [slachtoffer] dat zij en verdachte voorspel hadden gehad en op het punt stonden om seks te gaan hebben toen de politie binnenkwam, wordt ondersteund door de bevindingen van de verbalisanten ten aanzien van de omstandigheden waaronder zij verdachte hebben aangehouden. Immers hebben verbalisanten verdachte en [slachtoffer] naakt aangetroffen in de kamer van verdachte en stond de penis van verdachte half stijf naar voren. Gezien de leeftijd volgt uit deze omstandigheden voorts dat sprake was van een ontuchtig karakter. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte heeft geprobeerd ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen, te plegen met [slachtoffer] , die de leeftijd van 12 jaren, maar niet de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt.
Ten aanzien van feit 7
Het door de raadsman gevoerde verweer dat verdachte geen opzet had op het in bezit hebben van het filmpje met dierenporno, wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 8 en 9
De rechtbank verwerpt het door de raadsman gevoerde verweer dat verdachte geen rol heeft gespeeld bij de oplichting van [benadeelde 2] . Uit de bewijsmiddelen volgt dat er een nauwe en bewuste samenwerking is geweest tussen een aantal personen onder wie de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] , zijnde verdachte, en medeverdachte [medeverdachte 3] . Immers heeft verdachte met iemand anders zijn medeverdachten [medeverdachte 3] en [C] met de auto opgehaald uit Heerenveen, is samen met hen naar Lelystad gereden, heeft [medeverdachte 3] en [C] onderweg de opdracht gegeven het tenlastegelegde te plegen en hen afgezet op het adres van [benadeelde 2] . Daarnaast blijkt dat verdachte tijdens en na het tenlastegelegde via WhatsApp contact heeft gehad met [medeverdachte 3] . Uit dit WhatsAppcontact blijkt dat verdachte op donderdag bij [medeverdachte 3] informeerde naar de gang van zaken bij de overschrijving van het kenteken en op vrijdag informeerde of het op [medeverdachte 3] naam gestelde kentekenbewijs al was aangekomen, en dat [medeverdachte 3] verdachte heeft benaderd met vragen over de tenaamstelling van de door oplichting verkregen auto en dat verdachte degene is die de orders heeft gegeven ten aanzien van de verkoop van deze auto. Uit de bewijsmiddelen volgt tevens dat verdachte en zijn medeverdachten de door oplichting verworven Audi op 20 oktober 2017 voorhanden hebben gehad. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 8 ten laste gelegde medeplegen van oplichting van [benadeelde 2] en het onder 9 ten laste gelegde medeplegen van witwassen heeft gepleegd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op tijdstippen in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens niet zijnde biometrische gegevens, van een ander heeft gebruikt met het oogmerk om de identiteit van die ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, hierin bestaande dat hij en of zijn mededaders de digitale accounts voor sociale media van [benadeelde 3] en [benadeelde 5] heeft overgenomen door persoonsgegevens (namelijk: de inlogcodes) op te nemen in diverse WhatsAppaccounts en bestaande WhatsAppaccounts over te nemen;
feit 2
op tijdstippen in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019, te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten het mobiel digitale bancaire systeem van
[benadeelde 6] met klantnummer [rekeningnummer] is binnengedrongen, telkens met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en toegangscodes behorend bij voornoemd klantnummer van die [benadeelde 6] waarmee in totaal een bedrag van € 379,- euro is overgeboekt; en
[benadeelde 7] met klantnummer [rekeningnummer] is binnengedrongen, met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en toegangscodes behorend bij voornoemd klantnummer van die [benadeelde 7] waarmee een bedrag van € 25,- euro is overgeboekt;
feit 3
op 19 april 2019 te Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 10] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, immers hebben verdachte en zijn mededaders - ter verkrijging van een camera ter waarde van 5.920,- euro inclusief BTW - zich als kopers voorgedaan en verteld de camera te willen kopen voor een neef die documentaires maakte in Suriname en zich voorgedaan als een ander namelijk [naam] en die [naam] , of een ander laten betalen met een nep- bankier app, waardoor verdachte en zijn mededaders de suggestie hebben gewekt dat de zogenoemde [naam] of een ander de camera had betaald, waardoor [benadeelde 10] is bewogen tot afgifte van de camera;
feit 4
op tijdstippen in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen, benadeelden [benadeelde 11] (dossier aangiften, pagina 62,PL 1300·2019006990), [benadeelde 1] (dossier aangiften, pagina 94, PL 0900·2019002133), [benadeelde 12] (dossier aangiften, pagina 133, PL 0900-2019008330) , [benadeelde 13] (dossier aangiften, pagina 14, PL 1700-2019030745), [benadeelde 14] (dossier aangiften, pagina 36, PL 0900-201903664), hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, immers hebben verdachte en zijn mededaders - ter verkrijging van gelden - zich als familielid voorgedaan en in die hoedanigheid voorgewend en de suggestie gewekt een rekening niet te kunnen betalen en de benadeelde te vragen deze rekening voor hen te betalen waardoor [benadeelde 11] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 418, 19 en € 513,19, en [benadeelde 1] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 4.222,59 en [benadeelde 12] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 1.920,19 en [benadeelde 13] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 3.779,66 en [benadeelde 14] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 1.868,83;
feit 5
op tijdstippen in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019, te Almere en/of eldersin Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten een auto met het kenteken [kenteken] en een auto met het kenteken [kenteken] en een camera (afkomstig van oplichting van de heer [benadeelde 10] ) en een IPhone X (afkomstig van oplichting van mevrouw [benadeelde 15] ) en € 500,- en meer geldbedragen heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen -onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, immers heeft verdachte (onder meer):
  • het gebruik en aanschaf van een auto betaald;
  • van de bankrekening ten name van een ander ( [naam] ) gelden verworven en omgezet;
feit 6
op 20 mei 2019 te Almere, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer] , geboren op [2003] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen te plegen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , met voormeld oogmerk, die [slachtoffer] kusjes heeft gegeven en vervolgens zijn, verdachtes, kleren heeft uitgetrokken en vervolgens op zijn, verdachtes, bed is gaan liggen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 7
op 20 mei 2019 te Almere een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (merk IPhone), bevattende een afbeelding, in bezit heeft gehad, terwijl op die abeelding ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn
betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het door een dier anaal penetreren van een persoon;
feit 8
op 19 oktober 2017 te Lelystad, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een personenauto (merk Audi, type A1, kenteken [kenteken] ), door
- naar aanleiding van de Marktplaatsadvertentie waarin die [benadeelde 2] voornoemde personenauto te koop aanbood,
- die [benadeelde 2] een WhatsAppbericht te sturen met de vraag of de auto nog te koop is en een (ver)koopprijs van tienduizend vijfhonderd euro overeen te komen en
- te vragen of hij per overschrijving mocht betalen omdat hij niet met zo veel geld op zak wilde lopen en niet in 1 dag zoveel geld kon opnemen en
- door aan te bieden dat die [benadeelde 2] een foto van zijn ID-kaart mocht maken
en
- naar het adres van die [benadeelde 2] te gaan en
- op zijn telefoon een betaalapp van de ABN/AMRO bank te tonen aan die [benadeelde 2] en
- aan die [benadeelde 2] te laten zien dat hij tienduizend vijfhonderd euro overmaakte naar het rekeningnummer van die [benadeelde 2] en
- aan die [benadeelde 2] op zijn telefoon te tonen dat een bedrag van tienduizend vijfhonderd euro van zijn rekening was afgeschreven;
feit 9
op 20 oktober 2017, te Lelystad, tezamen en in vereniging met anderen een voorwerp, te weten een personenauto (merk Audi, type A1, kenteken ( [kenteken] ), voorhanden heeft gehad terwijl verdachte en zijn mededaders, wisten dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Voor zover in het bewezenverklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Ten aanzien van de bewezenverklaring van feit 3 merkt de rechtbank op dat zij de tenlastelegging verbeterd leest in die zin dat verdachte [naam] (medeverdachte [medeverdachte 2] )
of een ander(medeverdachte [slachtoffer] ) heeft laten betalen met de nep-app van ABN/AMBRO bankieren. Gelet op de gehele tekst van de tenlastelegging blijkt dat is bedoeld dat een van de twee medeverdachten de ‘betaling’ met de nep-app van ABN/AMBRO bankieren heeft verricht.
Hetgeen onder feit 1 tot en met 9 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
medeplegen van identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, meermalen gepleegd;
feit 2
medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 3 en 8
telkens, medeplegen van oplichting;
feit 4
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 5
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
feit 6
poging tot met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnen dringen van het lichaam;
feit 7
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben;
feit 9
medeplegen van witwassen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat in het geval van strafoplegging dient te worden volstaan met een gevangenisstraf, waarvan de duur gelijk is aan die welke door verdachte in preventieve hechtenis is doorgebracht. Indien de rechtbank van oordeel is dat die straf geen recht doet aan de ernst van de feiten, dan kan daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte worden opgelegd als stok achter de deur.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van identiteitsfraude, computervredebreuk, oplichting en het witwassen van verschillende goederen en geldbedragen afkomstig uit zijn eigen misdrijf. Het witwassen van goederen en gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het financieel en economisch verkeer en op de openbare orde. Met zijn handelen heeft verdachte niet alleen zichzelf, maar ook anderen de mogelijkheid gegeven gestolen geld en goederen weg te sluizen, het aan het zicht van justitie te onttrekken en daaraan een schijnbaar legale herkomst te verschaffen. Het betreft een ondermijnend feit dat de maatschappij veel schade toebrengt. Door deze vorm van fraude kan het vertrouwen van rekeninghouders in het betalingsverkeer en het bankwezen ernstig worden ondermijnd. Ook met het medeplegen van computervredebreuk en oplichting heeft verdachte dit vertrouwen beschaamd. Dit blijkt onder andere uit de slachtofferverklaring die [benadeelde 1] ter terechtzitting heeft afgelegd. Ook heeft verdachte aangevers – soms grote – financiële schade berokkend. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan twee zedenfeiten. Hij heeft geprobeerd seks te hebben met de vijftienjarige [slachtoffer] . Hoewel [slachtoffer] heeft verklaard dat zij hiermee had ingestemd, neemt de rechtbank het verdachte kwalijk dat hij als tweeëntwintig jarige man heeft geprobeerd seks te hebben met een minderjarige. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van dierenpornografisch beeldmateriaal. Voor de vervaardiging van dit beeldmateriaal zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Door de vraag naar dergelijk beeldmateriaal wordt de productie ervan en het misbruik waarmee dit gepaard gaat in stand gehouden.
De persoon van verdachte
Uit de justitiële documentatie van 4 september 2019 van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee.
Uit een reclasseringsadvies van 1 februari 2019 blijkt onder meer dat verdachte zijn leven op de praktische leefgebieden redelijk op orde lijkt te hebben. Zo heeft hij een stabiele huisvesting, volgt hij een opleiding, heeft hij een relatie en ziet de reclassering geen problemen omtrent middelengebruik of psychische problematiek. Betrokkene heeft in het verleden de gevolgen van zijn gedrag onvoldoende ingezien. Naarmate hij ouder wordt, lijkt hij te beseffen wat de negatieve gevolgen van zijn keuzes zijn geweest. Met name het feit dat hij graag een Verklaring Omtrent Gedrag wil kan in de toekomst beschermend werken.
De straf
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en in het licht van de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur. De aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde zouden door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak worden miskend.
Voor feiten als identiteitsfraude, computervredebreuk, oplichting en ontucht met een minderjarige zijn binnen de rechtspraak geen landelijke oriëntatiepunten voor de hoogte van de straf opgesteld. De rechtbank heeft gelet op de straffen die doorgaans worden opgelegd voor dergelijke feiten. In de praktijk blijkt dat binnen de rechtspraak voor dergelijke cybercrime zaken gevangenisstraffen van 1 tot 4 jaar worden opgelegd.
Alles overwegende is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is en zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.

9.BESLAG

Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 2 x Contract iPhone + contract Genius Bar;
- Apple iPhone, 5S SIN: AAMZ7276NL;
aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- Apple iPhone X, SIN: AAMZ7270NL;
- Huawei, SIN: AAMZ7277NL;
- Huawei, SIN: AAML7278NL
- Apple iPhone X, SIN: AAMZ2725NL;
- SIM-kaarten WAZA: A4599180;
- SIM-kaarten WAZA: A4599182;
- Macbook Pro;
verbeurd verklaren. Met behulp van deze voorwerpen zijn de onder 1 tot en met 4 bewezenverklaarde feiten begaan.
De rechtbank is niet in staat een beslissing te nemen over de Apple iPhone X, SIN: AAMZ7274NL. De telefoon is immers onder medeverdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen. Het is aan het Openbaar Ministerie om te beslissen wat er met dit goed zal gebeuren.

10.BENADEELDE PARTIJEN

[benadeelde 10]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.100. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.250. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit. Tevens vordert zij € 25,- euro aan proceskosten.
[benadeelde 13]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.779,66. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 14]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.868,83. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 15]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 680. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 5 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 12.284,22. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 8 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van alle benadeelde partijen heeft de officier van justitie geconcludeerd tot gehele toewijzing van de gevorderde schade te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de door de raadsman verzochte vrijspraak, heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in de vordering of dat de vorderingen moeten worden afgewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde 10]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 5.100 toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 april 2019 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 10] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.100 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 april 2019 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[benadeelde 1]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 3.250 toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 29 december 2018 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op € 25,-.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.250 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 29 december 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 42 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[benadeelde 13]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 3.779,66 toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 januari 2019 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 13] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.779,66 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 januari 2019 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 47 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[benadeelde 14]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 1.868,83 toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 februari 2019 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 13] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.868,83 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 februari 2019 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 28 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[benadeelde 15]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 680,- toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 februari 2019 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 13] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 680,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 februari 2019 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 13 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[benadeelde 2]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 12.284,22 toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 oktober 2017 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 13] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 12.284,22, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 oktober 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 96 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f45,47, 57, 138ab, 231b, 245, 254a, 326, 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 tot en met 9 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 vermeld;
- verklaart het onder 1 tot en met 9 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 tot en met 9 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • 2 x Contract iPhone + contract Genius Bar;
  • Apple iPhone, 5S SIN: AAMZ7276NL;
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • Apple iPhone X, SIN: AAMZ7270NL;
  • Huawei, SIN: AAMZ7277NL;
  • Huawei, SIN: AAML7278NL;
  • Apple iPhone X, SIN: AAMZ2725NL;
  • SIM-kaarten WAZA: A4599180;
  • SIM-kaarten WAZA: A4599182;
  • Macbook Pro;
- is niet in staat een beslissing te nemen over de Apple iPhone X, SIN: AAMZ7274NL;
Benadeelde partij [benadeelde 10]
  • wijst de vordering van [benadeelde 10] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 5.100;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 april 2019 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 10] aan de Staat € 5.100 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 april 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 60 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
  • wijst de vordering van [benadeelde 1] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 3.250;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 25,-;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 3.250 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 42 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 13]
  • wijst de vordering van [benadeelde 13] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 3.779,66;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 13] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2019 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 13] aan de Staat € 3.779,66 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 47 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 14]
  • wijst de vordering van [benadeelde 14] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 1.868,83;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 14] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2019 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 14] aan de Staat € 1.868,83 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 28 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 15]
  • wijst de vordering van [benadeelde 15] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 680,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 15] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2019 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 15] aan de Staat € 680,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 13 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
  • wijst de vordering van [benadeelde 2] in zijn geheel toe tot een bedrag van € 12.284,22;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2017 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 12.284,22 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 96 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. R.B. Eigeman en H. den Haan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Carbo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 november 2019.
Mr. Den Haan is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
parketnummer 16/123983-19
feit 1
hij, op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019, te Almere, althans in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander heeft gebruikt met het oogmerk om de identiteit van die ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, hierin bestaande dat hij en/of zijn mededader( s), de naam en/of adresgegevens en/of telefoonnummer en/of e-mailadres en/of digitale accounts voor sociale media en/of foto's van
[benadeelde 3] (Dossier aangiften, pagina 183, PL0900-2019171095) en/of
[benadeelde 4] (Dossier aangiften, pagina 49 PLOl00-2019014561)
en/of
[benadeelde 5] , (Dossier aangiften, pagina 59 PI0900-2019053239) door voornoemde persoonsgegevens op te nemen in diverse WhatsApp accounts en/of bestaande WhatsApp accounts over te nemen;
feit 2
hij, op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019, te Almere, althans in Nederland, alleen. althans tezamen en in vereniging met een of meer andere(n) telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten het (mobiel) (digitale) bancaire systeem van
[benadeelde 6] met klantnummer [rekeningnummer] is binnengedrongen, telkens met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en toegangscodes behorend bij voornoemd klantnummer van die [benadeelde 6] waarmee in totaal een bedrag van € 279,- euro is overgeboekt; (Dossier aangiften, pagina 52, PL 2019-016904) en/of
[benadeelde 7] met klantnummer [rekeningnummer] is binnengedrongen, telkens met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en toegangscodes behorend bij voornoemd klantnummer van die [benadeelde 7] waarmee in totaal een bedrag van
€ 25,- euro is overgeboekt;( Dossier aangiften, pagina 59, PI 1500- 2019011571) en/of
[benadeelde 8] met klantnummer [rekeningnummer] is binnengedrongen, telkens met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en toegangscodes behorend bij voornoemd klantnummer van die [benadeelde 8] waarmee in totaal een bedrag van € 930,- euro is overgeboekt (Dossier aangiften, pagina 91, PL 1700-2018349192) en/of
[benadeelde 9] met klantnummer [rekeningnummer] is binnengedrongen, telkens met behulp van een valse sleutel, te weten de inloggegevens en toegangscodes behorend bij voornoemd klantnummer van die [benadeelde 9] waarmee in totaal een bedrag van € 930,- euro is overgeboekt (Dossier aangiften, pagina 46 PL1700-2019039464);
feit 3
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 april 2019 tot en met 13 mei 2019 te Almere en/of te Zwolle, althans in Nederland, alleen, althans tezamen en In vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand,
te weten [benadeelde 10] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) - ter verkrijging van een foto camera ter waarde van 5.920,- euro inclusief BTW - zich als koper(s) voorgedaan en/of verteld de camera te willen kopen voor een neef die documentairs maakte in Suriname en/of zich voorgedaan als een ander namelijk [naam] en/of die [naam] laten betalen met een nep- bankier app, waardoor verdachte en/of zijn mededader(s) de suggestie heeft/hebben gewekt dat de zogenoemde [naam] of een ander de fotocamera had betaald, waardoor [benadeelde 10] is bewogen tot afgifte van de fotocamera , althans enig goed;
feit 4
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei 2019 te Almere, althans in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand, te weten benadeelde(n) [benadeelde 11] (dossier aangiften, pagina 62,PL 1300·2019006990}, en/of
[benadeelde 1] (dossier aangiften, pagina 94, PL 0900·2019002133) en/of [benadeelde 12] (dossier aangiften, pagina 133, PL 0900-2019008330},en/of [benadeelde 13] (dossier aangiften, pagina 14, PL 1700-2019030745), en/of [benadeelde 14] (dossier aangiften, pagina 36, PL 0900-201903664), heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) - ter verkrijging van gelden - zich als vriend/familielid (een vader en/of een oom en/of een tante en/of een moeder) voorgedaan en/of in die hoedanigheid voorgewend en/of de suggestie gewekt een rekening niet te kunnen betalen en/of de benadeelde te vragen deze rekening voor hen te betalen waardoor [benadeelde 11] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 418, 19 en € 513,19, althans enig goed en/of [benadeelde 1] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 4.247,42 althans enig goed, en/of
[benadeelde 12] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 1.920,19 , althans enig goed en/of
[benadeelde 13] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 3.779,66 althans enig goed en/of
[benadeelde 14] is bewogen tot afgifte van een geldbedrag van € 1.868,83, althans enig goed;
feit 5
hij, op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 november 2018 tot en met 20 mei
2019, te Almere, althans in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een voorwerp(en), te weten een auto met het kenteken [kenteken] en/of een auto met het kenteken [kenteken] en/of een fotocamera (afkomstig van oplichting van de heer [benadeelde 10] ) en /of een IPhone X (afkomstig van oplichting van mevrouw [benadeelde 15] ) en/of € 500,- en/of meer geldbedrag(en) (totaal C 29.400) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) (deze) voorwerp(en), te weten genoemd(e) geldbedrag(en) en/of auto gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, immers heeft verdachte (onder meer):
  • een of meer geldbedragen contant opgenomen van (een) bankrekening(en) die niet op zijn naam stond(en) en/of
  • het gebruik en/of aanschaf van een auto betaald;
  • van de bankrekening ten name van een ander ( [naam] en/of [naam] en/of [naam] ) gelden heeft verworven en heeft omgezet;
feit 6
hij op of omstreeks 20 mei 2019 te Almere, althans in het arrondissement Midden­
Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer]
, geboren op [2003] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen te plegen, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , met voormeld oogmerk, die [slachtoffer] kusjes heeft gegeven en/of
(vervolgens) zijn, verdachtes, kleren heeft uitgetrokken en/of (vervolgens) op zijn,
verdachtes, bed is gaan liggen, terwijl de 1Jitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 7
hij op of omstreeks 20 mei 2019 te Almere, althans in het arrondissement Midden­
Nederland, een afbeelding, te weten een video en/of film en/of gegevensdrager,
bevattende een afbeelding, te weten een mobiele telefoon (merk iPhone), bevattende een afbeelding, in bezit heeft gehad, terwijl op die abeelding (een) ontuchtige handeling(en)
zichtbaar is/zijn waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn
betrokken, welke ontuchtige handelingen bestonden uit het door een dier anaal penetreren van een persoon;
parketnummer 16/262411-18
feit 1
hij op of omstreeks 19 oktober 2017 te Lelystad, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van
een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een personenauto (merk Audi, type A1, kenteken [kenteken] ), door
- naar aanleiding van de marktplaats advertentie waarin die [benadeelde 2] voornoemde personenauto te koop aan bood,
- die [benadeelde 2] een whatsapp bericht te sturen met de vraag of de auto nog te koop is en/of een (ver)koopprijs van tienduizend vijfhonderd euro overeen te komen en/of
- te vragen of hij per overschijving mocht betalen omdat hij niet met zo veel geld op zak wilde lopen en niet in 1 dag zoveel geld kon opnemen en/of
- door aan te bieden dat die [benadeelde 2] een foto van zijn ID-kaart mocht maken
en/of
- naar het adres van die [benadeelde 2] te gaan en/of
- op zijn telefoon een betaalapp van de ABN/AMRO bank te tonen aan die [benadeelde 2] en/of
- aan die [benadeelde 2] te laten zien dat hij tienduizend vijfhonderd euro overmaakte naar het rekeningnummer van die [benadeelde 2] en/of
- aan die [benadeelde 2] op zijn telefoon te tonen dat een bedrag van tienduizend vijfhonderd euro van zijn rekening was afgeschreven;
feit 2
hij op of omstreeks 20 oktober 2017, te Lelystad, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen een voorwerp, te weten een personenauto (merk Aufi, type A1, kenteken ( [kenteken] ), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededadwer(s), wist(en) althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
Bijlage II: de bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van feit 1
[benadeelde 3] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 11 maart 2019 werd ik per SMS ( [telefoonnummer] ) benaderd. Vervolgens zag ik dat er een authenticatiecode naar me werd verstuurd. Vervolgens zag ik dat de persoon stuurde dat deze code per ongeluk naar mij was verstuurd en de persoon deed het verzoek deze terug te sturen. Deze code bleek niet voor mij bestemd volgens deze persoon. Ik stuurde de code naar deze persoon terug. [2] Ik merkte hierbij op dat mijn Whatsappaccount niet meer beschikbaar was. Tevens werd ik even later gebeld door mijn zus. Ik hoorde haar zeggen dat ze door mij via Whatsapp zou zijn benaderd en dat ik om geld zou hebben gevraagd. Mijn man belde mij met het zelfde verhaal wat mijn zus mij vertelde. Op dat moment realiseerde ik mij dat mijn WhatsAppaccount was overgenomen door een onbekend persoon. [3]
[benadeelde 5] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Omstreeks 15 februari 2019 ontving ik via WhatsApp een bericht. Ik las dat deze persoon zich [naam] noemde en gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Op 18 februari 2019 ontving ik weer een bericht van [naam] . Ik las dat zij vroeg of ik toevallig een verkeerd Sms-bericht van haar ontvangen had. Op datzelfde moment ontving ik drie SMS berichten met een code. Ik las dat [naam] schreef dat zij deze berichten per ongeluk verstuurd had en aan mij vroeg of ik de berichten naar haar terug wilde sturen. [4] Ik heb de berichten vervolgens aan [naam] doorgestuurd. Een paar minuten later hoorde ik mijn partner zeggen: 'He ben jij mij nou aan het appen?' Ik reageerde verbaasd dat dit niet het geval was. Mijn partner liet mij vervolgens berichten zien die vanaf mijn WhatsApp account aan hem gestuurd waren. Op dat moment besefte ik dat mijn WhatsApp gehackt was. Achteraf heb ik van meerdere contacten gehoord dat zij berichten via WhatsApp hebben ontvangen die zogenaamd door mij geschreven zouden zijn. [5]
Ten aanzien van feit 1, 2 en 4 (telecomonderzoek)
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Ik onderzocht de verkregen historische verkeersgegevens van het telefoonnummer: [telefoonnummer] , over de periode van 15 december 2018 tot en met 15 februari 2019. Ik zag dat dit telefoonnummer was gekoppeld aan twee IMEI-nummers, te weten:
[IMEI-nummer]
Hieruit kon worden opgemaakt dat de SIM-kaart behorend bij het genoemde telefoonnummer in twee verschillende telefoons werd gebruikt. Uit de printlijst zijn 39 verschillende telefoonnummers verkregen. Deze telefoonnummers zijn via het
CIOT bevraagd en leverde 12 verschillende tenaamstellingen op. [6]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van telecomonderzoek onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
In dit proces-verbaal wordt het onderzoek omschreven aan het telefoontoestel met het IMEI- nummer: [IMEI-nummer] (iPhone 7). Ik zag dat er andere simkaarten in het toestel met laatstgenoemd IMEI-nummer waren gebruikt, te weten: [7] [telefoonnummer] (in totaal tussen 28 december 2018 en 19 februari 2018: 91 contactmomenten). [telefoonnummer] (in totaal tussen 28 december 2018 en 19 februari 2018: 5 contactmomenten). [8] [telefoonnummer] (in totaal tussen 28 december 2018 en 19 februari 2018: 9 contactmomenten). [9]
IMEI-nummer [IMEI-nummer] (iPhone 5S). Dit betreft het telefoontoestel waar tevens de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] in is gebruikt, waarvan dit telefoonnummer, zoals eerder vermeld, door verdachte [verdachte] aan de politie is opgegeven. Deze laatstgenoemde simkaart is op 11 januari 2019 ook in het toestel van dit huidige
onderzoek gebruikt, te weten IMEI-nummer [IMEI-nummer] (iPhone 7). [10]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Binnen de verkregen gegevens zijn IMEI-nummers onderschept, te weten:
[IMEI-nummer] , een iPhone 5S
[IMEI-nummer] , een iPhone 7. [11] Omdat tussen deze telefoontoestellen kennelijk met regelmaat wordt verwisseld van simkaarten is het hierna weergegeven overzicht gemaakt waarbij met een kruis wordt aangegeven welke SIM- kaart in welk IMEI-nummer is gebruikt tijdens de bevragingsperiode.
[IMEI-nummer] (iPhone 7)
[IMEI-nummer] (iPhone 5S)
[telefoonnummer]
X
X
Nader onderzoek aan gevorderde historische verkeersgegevens wees uit dat de telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer] (iPhone 7) voorzien was van een simkaart waar een telefoonabonnement aan was gekoppeld. Onderzoek wees uit dat dit abonnement op naam stond van [B] en dat er binnen de gevorderde periode 23 contactmomenten zichtbaar waren met een telefoonnummer, gekoppeld aan een abonnement op naam van: [verdachte] . Het betreffende telefoonnummer bleek te zijn: [telefoonnummer] . Hierop zijn van dit telefoonnummer de historische verkeersgegevens gevorderd over de periode tussen 20 december 2018 en 12 maart 2019. Aan deze verkeersgegevens was te zien dat het genoemde telefoonnummer was gekoppeld aan één toestel met het navolgende IMEI-nummer: [IMEI-nummer] , een iPhone X. [12]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Ik onderzocht de in beslag genomen simkaarten, die waren aangetroffen op het Tv-meubel van de slaapkamer van [verdachte] . Ik zag hierop dat de navolgende simkaart aan het navolgende telefoonnummer kon worden gekoppeld:
simkaartnummer : [simkaartnummer]
telefoonnummer : [telefoonnummer]
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat deze simkaart in de periode tussen 8 februari 2019 en 11 maart 2019 in de inbeslaggenomen iPhone X van [verdachte] , met IMEI-nummer [IMEI-nummer] in gebruik is geweest. [13]
Feit 2
[benadeelde 6] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Via WhatsApp kreeg ik op 7 januari 2019 bericht van [naam] ( [telefoonnummer] ). Zij vroeg mij of ik 1 eurocent via tikkie (de rechtbank begrijpt: een app waarmee een betaalverzoek kan worden gestuurd en geld kan worden betaald) wilde overmaken. Ik heb dat geprobeerd maar dat is niet gelukt. Daarop kreeg ik de tweede keer zo'n tikkieverzoek om die 1 eurocent over te maken, dat lukte weer niet. [14] Men heeft kans gezien om drie bedragen over te maken naar Bol.com. Ik zag op de afrekening van mijn rekening dat er op 9 januari 2019 vijfentwintig euro was afgeschreven ten gunste van Bol.com, dat er op 10 januari 2019 vijfenvijftig euro is afgeschreven en een bedrag van tweehonderd en negenennegentig euro ook ten bate van Bol.com. [15]
[benadeelde 7] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 07 januari 2019 was ik in contact gekomen met [naam] ( [telefoonnummer] ). [naam] vroeg mij of ze ter controle een betaalverzoek van 1 cent naar mij mocht sturen zodat ze kon controleren of de naamstelling klopt. Ze stuurde mij vervolgens een betaalverzoek. Ik klikte de link aan en probeerde via de gebruikelijke wijze de 0,01 cent over te maken. Ik probeerde dit in de 1e instantie met een identificatiecode maar dit lukte niet want deze bleef "hangen". [16] Op 09 januari 2019, zag ik op mijn bankafschriften dat er een bedrag van 25,- Euro van mijn rekening was afgeschreven ten behoeve van Bol.com. Ik vond dit vreemd daar ik geen bestelling bij dit bedrijf had geplaatst. Ik ben besloot Bol.com te bellen. Ze vertelde mij dat er een cadeaukaart van 25,- Euro was besteld en dat er was betaald via mijn bankrekeningnummer. [17]
Feit 3
[benadeelde 10] heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 19 april 2019 heb ik een camera van het Merk Sony, kleur zwart, op Marktplaats gezet en deze dus als te koop aangeboden. De koper zou naar mijn woning te Zwolle komen. Op 12 mei 2019 zag ik 2 meisjes bij mijn woning. Hierop stelde 1 meisje zich voor. Het andere meisje stelde zich voor en ik hoorde dat zij [naam] heette. [18] Ik hoorde de meisjes vertellen dat zij de camera wilden kopen voor een neef die naar Suriname zou vertrekken. De neef zou in Suriname een filmproject beginnen onder de naam [naam] . Hierna moesten de meisjes betalen. Dit deden ze via een app op een mobiele telefoon. Ik zag dat dit ging om een ABN/AMRO betaalapp. Ik zag dat op de telefoon bij de app de naam van [naam] stond. Vervolgens liet 1 van de meisjes mij de telefoon zien. Ik zag dat de betaling van 5920,00 euro voltooid was. Het bedrag van 5920,00 euro zou zijn overgemaakt naar mijn zakelijke bankrekening met rekeningnummer [telefoonnummer] ten name van [bedrijf] . Tot op heden heb ik het geldbedrag niet ontvangen. Ik ben met de meisjes mee blijven lopen. Ik zag een grijze Volkswagen Golf met hierin 2 jongens met donker uiterlijk en baardjes. Ik schat de jongens tussen de 20 en de 25 jaar. De beide meisjes zijn bij de jongens in de Volkswagen gestapt. [19]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 5 november 2019 onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Ik zat op 13 mei 2019 in de grijze Volkswagen Golf zoals omschreven in de aangifte. Ik was met een andere jongen en twee meisjes. We zijn samen naar Zwolle gereden, daar zijn de meisjes uitgestapt en hebben we ze opgewacht. Daarna zijn we terug naar Almere gereden. [20]
Medeverdachte [medeverdachte 2] is verhoord. Zij heeft onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Ik had meegedaan aan een oplichtingsding. Ik werd gevraagd door een vriendin
om dat te doen en met haar deed ik dat. Je maakt een afspraak met een persoon via Marktplaats. Die jongens waar ik mee was deden dat. Die jongens waar we mee waren hadden een telefoon met een nep-bankieren app. Je kan dan een rekeningnummer invoeren en doen alsof je iets overmaakt, maar dat wordt in het echt niet overgemaakt.
V: Toen jullie die oplichting gingen doen, was [verdachte] er toen ook bij?
A: Ja.
V: Waar was die oplichting?
A: Dat was in Zwolle.
V: Wat hebben jullie toen in Zwolle meegenomen van het slachtoffer?
A: Een professionele camera. [21]
Ze kwamen ons gewoon thuis bij [naam] halen. Ze kwamen met een
Volkswagen volgens mij, volgens mij een Polo. Er zaten 2 jongens in. De bestuurder ken ik niet en de bijrijder was [verdachte] . We stapten toen achterin. We gingen toen naar Zwolle rijden. Toen we er bijna waren kregen we onze opdracht. [verdachte] gaf de opdracht. [verdachte] zei: We zijn er. Je gaat een camera kopen. De camera kost zoveel euro. Je moet een naam verzinnen. Vervolgens gaan jullie uitleggen dat jullie een jongerenrekening hebben en dat het geld er daarom niet meteen opstaat. We hebben daar geld voor gekregen. De bestuurder krijgt geld. Degene die de dates regelt moet geld krijgen en wij ook. Ik kreeg EUR 200 in totaal. [slachtoffer] kreeg ook EUR 200. [22] Het is eigenlijk gewoon een script. Een scène die we goed moeten inspelen. Ik heb de naam [naam] verzonnen voor mezelf. [23]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Ik onderzocht een in beslag genomen telefoon, te weten: Huawei, SIN: AAMZ7278NL. Deze telefoon is aangetroffen in de vermoedelijke slaapkamer van verdachte [verdachte] . [24] Ik zag dat het toestel was voorzien van een app van ABN/AMRO bankieren. Gezien de werking en specificaties van deze app bleek deze vals te zijn, echter functioneert deze app wel voor het doen van pseudo-overboekingen. Ik zag op deze app dat er drie bankrekeningen waren afgebeeld, allen op naam van [naam] . Ik zag op een van deze drie rekeningen een ‘overschrijving’ van € 5929,- aan [bedrijf] , op rekeningnummer [telefoonnummer] . [25]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Telefoon 3, SIN: AAMZ7277NL, Huawei. Op de telefoon werd een app van ABN/AMRO bankieren aangetroffen. [26]
Telefoon 4, SIN: AAMZ7278NL, Huawei. Op de telefoon werd een app van ABN/AMRO bankieren aangetroffen.
Telefoon 6, SIN: AAMZ7275NL, Fake iPhone XS Max. Op de telefoon werd een app van ABN/AMRO bankieren aangetroffen. [27]
De op de telefoons 3,4 & 6 aangetroffen ABN/AMRO bankieren apps blijken allen van zelfde makelij. Op alle drie de toestellen wordt hetzelfde standaard (fictieve) rekeningnummer aangeboden, te weten: [fictief nummer] . Blijkens het onderzoek aan laatstgenoemde telefoon, de fake-iPhone betreft het een buiten de reguliere app-store gedownloade app genaamd: ‘ [fake app] ’ dan wel de update hiervan ‘ [fake app] ’. [28]
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Van het onderzoeksteam ontving ik meerdere telefoons. Ik kreeg het verzoek om
deze gegevensdragers op forensische wijze veilig te stellen en inzichtelijk te maken voor het onderzoeksteam. Daarbij werd expliciet de aandacht gevraagd voor een bankieren app. Zie hieronder een overzicht van de betreffende telefoons, waarop de Fake ABN geïnstalleerd stond. Smartphone 1, SIN: AAMZ7275NL, Fake iPhone XS Max; Smartphone 2, SIN: AAMZ7278NL, Huawei; Smartphone 3, SIN: AAMZ7277NL, Huawei. [29] Ik zag dat de applicatie zich ontgrendelde en ik toegang had tot de app. Ik heb van het menu en startscherm van de fake ABN app op de 3 toestellen en overzichtsfoto gemaakt. [30] Ik zag dat via het tabblad Beheer bij de optie “Rekeningen personaliseren” de gebruiker de naam en het rekeningnummer kan wijzigen in wat hij/zij zelf wil. Onder de optie “Persoonlijke gegevens bekijken” is het mogelijk om een willekeurig bedrag op 1 van de 3 aangemaakte rekeningen te
storten. Ik heb in de ABN app ook 3 rekeningen aangemaakt en daar verschillende soorten bedragen op gestort. [31] Ik zag dat als er op een overboeking gedrukt werd, er een overzicht van die 'transactie’ geladen werd. Ik zag dat als een overboeking lang ingedrukt werd, deze verwijderd werd uit het overzicht van de afschrijvingen. Hierna heb ik met het referentietoestel een nepoverschrijving gedaan. Ik heb bij de optie “Rekeningen” gekozen voor de optie overboeken. Ik zag dat er een scherm
geladen werd waarbij ik een bedrag, naam, rekeningnummer, betalingskenmerk en/of omschrijving kon invullen. Ik heb hier een aantal foutieve gegevens ingevoerd waaronder in plaats van een rekeningnummer of betalingskenmerk een willekeurige tekst. Nadat ik dit bevestigd had door op volgende te drukken, zag ik dat ik een overzicht kreeg met de door mij ingevulde gegevens. Ik zag dat ik nog een keer kon kiezen voor de optie” volgende”. Nadat ik gekozen had voor “Volgende”, kreeg ik een bevestigingsscherm waar ik de toegangscode van de applicatie ( [toegangscode] ) kon invullen. Ik voerde hier vervolgens de eerder verstrekte code in. Ik zag tot slot het scherm met rekening overzicht en zag dat de zogenaamde transactie verwerkt en afgeschreven was. [32]
Feit 4 en 5
[benadeelde 11] heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 9 januari 2019 ontving ik een WhatsAppbericht van een mij onbekend telefoonnummer ( [telefoonnummer] ). De persoon die mij berichtte maakte zich bekend als mijn zoon [naam] . Later zag ik dat er zelfs een foto van mijn zoon als profielfoto werd gebruikt. Vrij snel ging het gesprek over een aantal rekeningen die hij niet kon betalen door een storing bij de ING bank. Hij vroeg of ik die kon voorschieten. Ik heb vervolgens de gevraagde bedragen overgemaakt. Bankrekeningnummer: [rekeningnummer] t.n.v. J. [naam] , 418.19 euro en 513.19 euro. Met betalingskenmerk: [nummer] en [nummer] . Daarna werd ik op dezelfde dag gebeld door de ING fraudedesk, omstreeks 18:30 uur. Zij deelden mij mede dat uit onderzoek was gebleken dat ik was opgelicht. [33]
[benadeelde 1] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 29 december 2018 kreeg ik een WhatsAppbericht van mijn dochter dacht ik. Ik dacht dit omdat ik een foto van haar zag. Zij gaf aan dat zij een nieuw nummer had. Het nummer wat zij toen doorgaf was [telefoonnummer] . Zij vroeg mij op dat moment haar uit de brand te helpen omdat zij rekeningen moest betalen en het niet lukte. De persoon vroeg mij een bedrag van 871,19 euro over te maken op rekening [rekeningnummer] . Ik heb daar toen mee ingestemd. Ik heb vervolgens nog 4 rekeningen betaald. De eerste rekening was 796,12 euro, de tweede was 840,00 euro, de derde was 1287,17 euro en de vierde was 428,11 euro. Op 29 december kwam mijn dochter langs bij mij. Ik vroeg aan mijn dochter of alles goed gegaan was met het betalen van de rekeningen. Ik zag dat mijn dochter erg schrok, ik hoorde dat ze tegen mij zei "dat doen we toch nooit op die manier". [34]
[benadeelde 12] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Mijn zus is genaamd [naam] . Op 06 januari 2019 ontving ik van [naam] een WhatsAppgesprek. Zij appte mij met een ander telefoonnummer, namelijk [telefoonnummer] . [naam] vroeg aan mij of ik drie rekeningen wilde betalen omdat zij steeds een foutmelding kreeg bij deze betalingen. Ik zei dat ik haar wilde helpen en kreeg 3 bedragen om te betalen, namelijk: 611 euro, 761 euro en 548,19 euro. Deze bedragen had ik overgemaakt. [35] Ik appte daarna naar [naam] op haar oude telefoonnummer en daarin zei [naam] dat zij nog geen nieuw telefoonnummer heeft. [36]
[benadeelde 13] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Tussen 27 januari 2019 en 30 januari 2019 ben ik opgelicht via WhatsApp om geld over te maken. Dat heb ik vervolgens ook enkele keren gedaan.
- Hoeveel geld werd er in totaal overgemaakt? 3.779,66 Euro. [37]
- Naar welk bankrekeningnummer werden de bedragen overgemaakt?
[rekeningnummer] t.n.v. [naam] .
Ik werd benaderd via WhatsApp door een persoon, waarvan ik dacht dat dit mijn schoonzus was.
- Was de WhatsApp verstuurd met het telefoonnummer dat bekend is bij u van uw schoonzus? Nee, het was het nummer [telefoonnummer] , dat was niet het nummer van mijn schoonzus zoals ik het kende.
- Waarom geloofde u dan toch dat dit uw schoonzus [naam] was?
Het WhatsApp-profiel was voorzien van een profielfoto waarop [naam] en haar vriendin zichtbaar waren. In het WhatsApp-gesprek dat wij hadden gaf zij aan dat zij een nieuw nummer had. Toen bleek dat mijn rekening geblokkeerd was door de
ABN/AMRO. Toen ik daarover belde met het nummer 0900-0024 (de rechtbank begrijpt: het telefoonnummer van ABN/AMRO), werd ik in contact gebracht met een mevrouw die mij kenbaar maakte dat mijn rekening geblokkeerd was vanwege ongebruikelijke transacties. [38] Ook hoorde ik dat het geld niet naar mijn schoonzus was overgemaakt, maar naar iemand anders. [39]
[benadeelde 14] heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 4 februari 2019 werd ik via WhatsApp benaderd door een voor mij onbekend telefoonnummer: [telefoonnummer] . Ik zag dat in het bericht stond dat dit het nieuwe telefoonnummer was van mijn vader. Ik zag dat er ook een foto van mijn vader bij het profiel van WhatsApp stond. Ik kreeg het verzoek om een bedrag van 977,67 euro over te maken naar [naam] op rekeningnummer: [rekeningnummer] en een bedrag van 891,16 naar het zelfde rekeningnummer. Ik heb beide betalingen gedaan. Hierna kreeg ik een betaalverzoek van de Rabobank (naam ontvanger: [naam] , [rekeningnummer] ). Ik heb op de link geklikt en wilde deze rekening van 698 euro ook gaan betalen maar kreeg van de ING bank de melding dat mijn betaalfunctie was geblokkeerd. [40] Ik hoorde van de ING dat het geld al binnen een half uur van de rekening van [naam] was afgehaald. [41]
[naam] heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 02 februari 2019 zag ik op Instagram een account met de naam " [account]
", "Snel geld verdienen", "Wij zijn betrouwbaar", "DM snel voordat wij vol zijn", hierna te noemen [account] . Ik heb vervolgens telefonisch de eerste afspraak gemaakt met de beheerder op 02 februari 2019 op Rotterdam Centraal Station. Ik wilde kennis maken met de beheerder en wilde meer informatie over de werkwijze van [account] . Ik zag dat de beheerder aan kwam rijden in een voertuig met kenteken [kenteken] , een witte KIA. Ik ben ingestapt in de KIA en heb kennis gemaakt met de beheerder van [account] , hierna te noemen [naam] . Ik hoorde dat [naam] zei: "Je moet je bankpas aan mij geven; Ik neem je bankpas mee; Ik zal samen met Unibet een bedrag van duizend (1000) euro op je bankrekening storten. We spreken dan weer af, zodat we samen het geld weer van je bankrekening af kunnen halen door te pinnen". Mijn bankrekeningnummer is: [rekeningnummer] . [42] We troffen elkaar op maandag 04 februari 2019 omstreeks 12:00 uur. Ik zag dat [naam] weer aan kwam rijden met de KIA. [43] Ik hoorde dat [naam] zei dat dat hij toch weer mijn bankpas nodig had, om het financieel weer te regelen. Terwijl [naam] weg was en ik op hem wachtte, zag ik op mijn RABO bankapp dat er dertienhonderd (1300) euro was gestort op mijn bankrekening, maar dat deze transactie werd gevolgd door zeker 20 andere transacties die heel vreemd waren. Ik had zelf beslist geen opdrachten gegeven voor deze transacties. [44]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Op 11 april 2019 onderzocht ik een proces-verbaal van verhoor verdachte (de rechtbank begrijpt: [naam] ). Ik las in dit verhoor dat door de verhorend ambtenaar een SKDB-foto van [verdachte] werd getoond, met de vraag of [naam] kon verklaren wie deze persoon was. Ik las dat [naam] verklaarde dat deze persoon de daadwerkelijke persoon was die in de Kia reed en met wie hij, volgens de verklaring in zijn aangifte, twee keer had afgesproken. Met deze persoon wordt degene bedoeld die [naam] kende als ‘ [naam] ’. [45]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 5 november 2019 onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
De auto met kenteken [kenteken] , een Kia, was van mij. Later heb ik deze auto ingeruild voor de auto met kenteken [kenteken] , een Seat Leon. [46]
[benadeelde 15] , wonende te [woonplaats] , [adres] , heeft aangifte gedaan. Daarbij heeft zij onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Apple iPhone x te koop gezet via marktplaats. Interesse vanuit [naam] via
marktplaats berichten. Uiteindelijk telefoonnummers uitgewisseld en via
WhatsApp verdere afspraken gemaakt. Ze kwam afgelopen zondag (de rechtbank begrijpt: op 3 februari 209) om 15:30 de telefoon ophalen en gaf aan het geld ter plaatse over te maken. Nu blijkt dat het geld nooit echt overgemaakt is. Het gaat om een bedrag van 685 euro. [47] Als haar eigen telefoonnummer vermeldt aangeefster [telefoonnummer] . [48]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 20 mei 2019, omstreeks 17:06 uur, werd door: de Ondersteuningsgroep Midden-Nederland in een woning, te weten, [adres] , [woonplaats] , binnengetreden. [49] Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
- Autosleutels Seat / Slaapkamer [verdachte] / Bed (Foto 1)
- 5 bankbiljetten van €100,- / Slaapkamer [verdachte] / TV-meubel (Foto 6)
- 1 telefoon iPhoneX / Slaapkamer [verdachte] / vloer (foto 9) [50]
De op de vloer aangetroffen iPhoneX heeft spooridentificatienummer AAMZ7270NL gekregen [51] en is onderzocht door verbalisant [verbalisant 1] , die daarvan heeft gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat dit toestel was voorzien van IMEI-nummer [IMEI-nummer] en als laatst gebruikte telefoonnummer had [telefoonnummer] . [52]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Op 28 maart 2019 onderzocht ik de historische verkeersgegevens (printlijsten) van de iPhoneX met IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Ik zag op de printlijsten een telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [benadeelde 15] van 11 januari 2019 tot en met 1 februari 2019 en dat de telefoon toen op masten aanstraalde voornamelijk in en rond de omgeving van Arnhem. Vervolgens zag ik dat het telefoonnummer van [benadeelde 15] niet meer in beeld kwam. Vervolgens zag ik dat vanaf 5 februari 2019 tot en met de einddatum van de weergegeven bevragingsperiode het telefoonnummer [telefoonnummer] in beeld kwam, op naam van verdachte [verdachte] . Tevens zag ik de mastaanstralingen veranderen in uiteenlopende locaties door het gehele land. Ik zag op de printlijst tevens een adres weergegeven bij de naam [benadeelde 15] , namelijk [adres] , [woonplaats] . [53]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Op 12 juli 2019 onderzocht ik de verkregen gegevens van de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV). Het vorderen van deze gegevens strekte tot het doen van onderzoek naar inkomsten, uitgaven, vermogen, fiscaal verkeer en andere geldstromen van verdachte [verdachte] . [54]
Rekeningnummer
2018
2017
2016
2015
2014
[rekeningnummer]
125
[rekeningnummer]
[rekeningnummer]
243
243
249
[rekeningnummer]
1.024
[rekeningnummer]
[rekeningnummer]
538
1.322
[rekeningnummer]
[rekeningnummer]
1
[rekeningnummer]
[rekeningnummer]
-15
Totaal
781
1.55
374
1.024
1
feit 6 [55]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een proces-verbaal van aanhouding onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Op verzoek van de recherche zijn wij de woning van de verdachte (de rechtbank begrijpt: te [woonplaats] ) binnengetreden. Op de eerste verdieping was er een afgesloten slaapkamerdeur. Ik zag dat de collega de deur forceerde. Toen de deur open ging zag ik de verdachte achter de deur staan. Ik zag dat de verdachte naakt was. Ik zag dat zijn penis half stijf naar voren stond. Ik zag dat er in bed een naakte dame zat. Na enkele minuten heb ik de verdachte geholpen met aankleden. Ik zag dat zijn penis op dat moment naar beneden hing en niet meer naar voren stond. Later bleek dat de vrouw in bed 15 jaar oud was. Er waren geen andere mensen in de slaapkamer aanwezig. [56]
Verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] hebben in een proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden met [slachtoffer] (vrouw), geboren op [2003] , wonende te [woonplaats] , gevoerd op 20 mei 2019 in aanwezigheid van de vertrouwenspersoon [D] (begeleidster [naam] ) onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Ze kent een jongen [verdachte] . Vandaag vroeg [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) of hij bij [slachtoffer] mocht komen en dat was goed maar [verdachte] zei ook dat [slachtoffer] naar hem kon komen in [wijk] . [slachtoffer] dacht "ik ga gewoon seks met hem hebben" dat wilde zij. Voordat ze seks zouden hebben, hoorden ze mensen naar boven komen rennen, toen kwam de politie. [slachtoffer] was naakt, maar zat met een deken om haar heen en [verdachte] was naakt. Voordat de politie er is: er kwam een beetje voorspel zegt [slachtoffer] , kusjes geven en zo. Ze gingen verder praten en [slachtoffer] wilde seks met [verdachte] en zei dat ze het wilde. Ieder deed zijn eigen kleren uit en [verdachte] ging liggen en [slachtoffer] wilde ook net gaan liggen en toen sprong [verdachte] op omdat er mensen aan kwamen rennen. Het idee van seks hebben had [slachtoffer] wel, ze hoopte erop. [57]
Feit 7
Verbalisant [verbalisant 7] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
In het opsporingsonderzoek tegen de verdachte: [verdachte] werd onder andere een iPhone in beslag genomen. Een kopie van het, op deze gegevensdragers aanwezige reeds veiliggestelde beeldmateriaal van in totaal 77190 fotobestanden en 719 filmbestanden, is ter selectie op de aanwezigheid van kinderpornografie en ter beoordeling aan mij aangeboden. Na genoemde foto- en filmbestanden te hebben bekeken en beoordeeld, trof ik een dierenpornografisch filmpje aan. Het betrof hier een filmpje van een hond die een volwassen vrouw anaal penetreert. [58]
Ten aanzien van feit 5 en 7
Verdachte heeft ter terechtzitting van 5 november 2019 onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
De inbeslaggenomen iPhone X waarop het filmpje is aangetroffen is van mij. [59]
Feit 8 en 9 [60]
[benadeelde 2] heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Rond 24 september 2017 had ik mijn auto op Marktplaats te koop aangeboden. Dit is een Audi Al voorzien van het kenteken [kenteken] . Op donderdag 19 oktober 2017 om 00.08 uur kreeg ik een appje van nummer [telefoonnummer] . Ik las: "Hallo goedenavond. Is de auto al nog te koop?" Ik antwoordde toen dat ik de auto nog in mijn bezit had. Men vroeg of de auto in goede staat was. Dit was het geval. Wij zijn overeengekomen dat de koper de auto voor een bedrag van tienduizendvijfhonderd (10.500,00) euro zou kopen. Om 09.27 uur kreeg ik de app: "En als wij tot een overeenkomst gekomen zijn, zou ik dan per bank kunnen betalen? Dat ik het bedrag naar jou overschrijf in jouw bijzijn? Jij mag uiteraard zelf jou banknr etc intoetsen op mijn mobiel zodat jij zeker weet dat het goed verloopt. Loop namelijk liever niet met zo veel cash op zak, en kan bovendien niet eens zo veel van mijn bank binnen 1 dag." De koper schreef dat ik ook wel een foto van zijn ID-kaart mocht maken. [61] Omstreeks 15.00 uur stonden er twee (2) jonge jongens voor mijn deur. De jongen wilde de auto kopen. Bij mij thuis had de koper via zijn telefoon het geld overgemaakt. Ik zag dat de koper naar de ABN/AMRO bankieren app op zijn telefoon ging. Ik had mijn rekeningnummer opgenoemd. Mijn rekeningnummer bij de ING bank is [rekeningnummer] . Ik zag dat de koper tienduizendvijfhonderd (10.500,00) over maakte naar mijn rekeningnummer. Ik vroeg nog wel of hij terug wilde gaan zodat ik kon zien dat het geld daadwerkelijk van zijn rekening was afgeschreven. Dit liet hij mij zien en ik zag daadwerkelijk dat er een bedrag van tienduizendvijfhonderd (10.500,00) euro was afgeschreven van zijn rekening. Hierdoor had ik het idee dat het goed zat. Ik had het vertrouwen erin dat ik het geld zou krijgen. Hierna zijn wij naar de Bunte in het LelyCentrum gegaan. Hier hebben wij de auto overgeschreven. Dit was om 15.33 uur. Als het rijbewijs vals was geweest had ik dat hier vernomen. De auto kon op naam van de koper gezet worden. De koper heeft mij zijn rijbewijs laten zien. Het rijbewijs stond op naam van [medeverdachte 3] , geboren op 02 maart 1996 en geboren in Heerenveen. Het rijbewijs was op 06 oktober 2017 afgegeven te Heerenveen. Ik zag op het rijbewijs een foto. De jongen welke mijn auto kocht was de jongen op het rijbewijs. [62] Tot op heden heb ik het geld niet ontvangen. [63]
Medeverdachte [medeverdachte 3] is gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 19 oktober 2017 werd ik door [E] geappt. [E] vroeg aan mij of ik een auto kon verplaatsen en of ik een rijbewijs had. Ik heb mijn rijbewijs en zei dat ik dat wel kon. Hierna werd ik gebeld door een voor mij onbekende jongen die zei dat zij over een uur in Heerenveen waren om de auto te verplaatsen. Ik ben gebeld door nummer [rekeningnummer] . Ik ben naar [E] gelopen. [E] was er en twee andere jongens en ik. Wij zijn in de auto bij de jongens gestapt. Onderweg kregen wij informatie mee. Er werd tegen mij en [E] verteld dat wij straks in Lelystad een auto moesten kopen en wij kregen een telefoon mee van de jongens met een bankieren app waar wij het geld mee moesten overmaken. De auto zou ook op onze naam gezet worden en dan na een dag weer van onze naam afgehaald worden. Daarna zou het klaar zijn. Op het moment dat wij in Lelystad aankwamen werden wij uit de auto gezet en kregen wij een telefoon mee met de codes. Ik weet nog dat het bij de school de Wingerd was bij de Plantage in Lelystad. Er werd ook gezegd waar wij heen moesten. Daar moesten wij dus aanbellen om de auto te kopen. [64] Hierop heb ik het geld dus zogenaamd overgemaakt naar die man. hierna kregen wij de sleutel van de auto in handen, hierna zijn wij met de man naar het postkantoor gereden, de auto was op dat moment wel onverzekerd. Op het postkantoor hebben wij de auto over laten schrijven op mijn naam. De eigenaar van de auto heeft nog een fotogemaakt van mijn rijbewijs. Hierna moesten wij de auto afleveren bij de jongens. Dit was weer bij CBS de Wingerd in Lelystad, hierna zijn zij er met de auto vandoor gegaan en werden wij weer thuis afgezet. Op het moment dat wij onderweg naar huis waren werd er gezegd dat ik morgen het kentekenbewijs thuis gestuurd kreeg, hierna werd er gezegd dat ik op vrijdag een bericht moest sturen naar een van die jongens en dan zouden ze mij op komen halen om de auto weer te verkopen. Op vrijdag omstreeks 14:00 uur werd ik op gehaald door de jongens met de auto. In Lelystad hebben ze eerst een aantal autobedrijven opgebeld of ze de auto wilde kopen. Toen zeiden ze tegen mij dat ik straks naar een auto bedrijf moest rijden en een geloofwaardig verhaal moest vertellen zodat de auto verkocht moest worden. Op dat industrieterrein hebben wij de auto ook neergezet en moest ik de auto verkopen bij dat bedrijf. De auto moest 3000 euro opleveren maar na een testrit heb ik 2700 euro gekregen van de garage. Er werden tijdens de testrit fouten aan de auto ontdekt en daarom ging de prijs naar beneden. [65] Hierna moest ik terug naar de auto met de buitenlandse jongens komen. [66] Het waren dezelfde jongens op vrijdag als op donderdag. [67]
Als bijlage bij het verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3] zijn screenshots van WhatsAppgesprekken gevoegd. Onder andere van een gesprek tussen [C] en het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Donderdag (de rechtbank begrijpt: 19 oktober 2017)
[telefoonnummer] : Yo Bro
[telefoonnummer] : En ?
[medeverdachte 3] : Yo
[medeverdachte 3] : We rijden nu met die man naar postkantoor
[telefoonnummer] : Is overgemaakt
[medeverdachte 3] : Ja rijden hem nu naar huis dan spreken we af
[telefoonnummer] : Oké
[medeverdachte 3] : Cbs de wingerd, dat is een school, locatie wil niet verzenden
[telefoonnummer] : Ike ik kom [68]
(…)
[telefoonnummer] : Morgen payday [69]
Vrijdag (de rechtbank begrijpt: 20 oktober 2017)
[telefoonnummer] : Is het er
[medeverdachte 3] : nee nog niet man [70]
(…)
[telefoonnummer] : We komen nu eraan
[medeverdachte 3] : Heb nog niks binnen man [71]
[telefoonnummer] : Ik weet maar als het binnen is kunnen we gelijk bewegen snapje
[telefoonnummer] : Anders moet ik nog naar jou rijden als het binnen is [72]
[medeverdachte 3] : Hoop dat de post snel komt
[medeverdachte 3] : Want wat heb je eigenlijk allemaal nodig om de auto voer te laten schrijven op een ander zn naam
[telefoonnummer] : Nee komt sowieso vandaag
[telefoonnummer] : Je had het gister voor 4uur overgeschreven bij het postkantoor toch ?
[medeverdachte 3] : Ja geloof t wel [73]
(…)
[medeverdachte 3] : Jo ik heb em
[telefoonnummer] : Waar ben je [74]
[medeverdachte 3] : Thuis, ik kom naar de plek waar we gister afgezet werden [75]
(…)
[telefoonnummer] : En Bro
[telefoonnummer] : ?
[medeverdachte 3] : Ze willen max 3000 cash geven
[medeverdachte 3] : Ze hebben em uitgelezen en zitten storingen in
[telefoonnummer] : Ja dat is goed
[telefoonnummer] : Doe maar
[telefoonnummer] : 3000
[medeverdachte 3] : Prima
[telefoonnummer] : App maar als het gelukt is Bro [76]
[medeverdachte 3] : Jo gelukt
[medeverdachte 3] : Kom eraan [77]
Verbalisant [verbalisant 8] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven.
Op 22 oktober 2017 omstreeks 13:00 uur kreeg ik, verbalisant, een vordering
verstrekking gebruikersgegevens op een telefoonnummer van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie. Uit dit onderzoek bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer] te naam gesteld is aan: [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte). [78]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 september 2019, genummerd PL0900-2019039507, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 59 (‘PV Persoonsdossier’), pagina 1 tot en met pagina 233 (‘PV Aangiften’), pagina 1 tot en met pagina 314 (‘PV Algemeen dossier deel 1’), pagina 315 tot en met pagina 514 (‘PV Algemeen dossier deel 2’). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 183, ‘PV Aangiften’.
3.Pagina 184 en de bijlage op pagina 186, ‘PV Aangiften’.
4.Pagina 59, ‘PV Aangiften’.
5.Pagina 60 en de bijlagen op pagina 61A tot en met C, ‘PV Aangiften’.
6.Pagina 12, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
7.Pagina 25, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
8.Pagina 26, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
9.Pagina 28, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
10.Pagina 39, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
11.Pagina 66, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
12.Pagina 67, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
13.Pagina 348, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
14.Pagina 52, ‘PV Aangiften’.
15.Pagina 53, ‘PV Aangiften’.
16.Pagina 54, ‘PV Aangiften’.
17.Pagina 55, ‘PV Aangiften’.
18.Pagina 168, ‘PV Aangiften’.
19.Pagina 169, ‘PV Aangiften’.
20.De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 5 november 2019.
21.Pagina 323, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
22.Pagina 324, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
23.Pagina 325, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
24.Pagina 441, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
25.Pagina 442 en de afbeelding op pagina 443, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
26.Pagina 299, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
27.Pagina 300, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
28.Pagina 301, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
29.Pagina 475, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
30.Pagina 476, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
31.Pagina 478, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
32.Pagina 480, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
33.Pagina 62 en de bijlagen op pagina 71, ‘PV Aangiften’.
34.Pagina 95 en de bijlagen op pagina 106 tot en met 116, ‘PV Aangiften’.
35.Pagina 133, ‘PV Aangiften’.
36.Pagina 134 en de bijlagen op pagina 134A tot en met 134F, ‘PV Aangiften’.
37.Pagina 14, ‘PV Aangiften’.
38.Pagina 15, ‘PV Aangiften’.
39.Pagina 16 en de bijlagen op pagina 18 tot en met 29, ‘PV Aangiften’.
40.Pagina 36, ‘PV Aangiften’.
41.Pagina 37 en de bijlagen op pagina 38A tot en met 38K, ‘PV Aangiften’.
42.Pagina 40, ‘PV Aangiften’.
43.Pagina 41, ‘PV Aangiften’.
44.Pagina 42, ‘PV Aangiften’.
45.Pagina 40, ‘PV Algemeen dossier deel 1’. Met de foto van verdachte op pagina 51.
46.De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 5 november 2019.
47.Pagina 130, ‘PV Aangiften’.
48.Pagina 131, ‘PV Aangiften’.
49.Pagina 205, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
50.Pagina 206, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
51.Pagina 221, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
52.Pagina 363,‘PV Algemeen dossier deel 2’.
53.Pagina 67 – 77, ‘PV Algemeen dossier deel 1’.
54.Pagina 342, ‘PV Algemeen dossier deel 2’.
55.Wanneer hierna voor de feiten 6 en 7 wordt verwezen naar processen-verbaal betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 1 oktober 2019, genummerd PL0900-2019147484, opgemaakt door politie Midden-Nederland, ongenummerd (‘Einddossier art. 245 Sv’). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
56.PL0900-2019039507-13, blad 1, als bijlage 2 opgenomen in het ‘Einddossier art 245 Sv’.
57.PL0900-2019147484-2, blad 3, als bijlage 1 opgenomen in het ‘Einddossier art 245 Sv’.
58.Procesverbaalnummer 2019039507 en documentcode 20190909.1000.9848.BEV, als bijlage 4 opgenomen in het ‘Einddossier art 245 Sv’.
59.De verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 5 november 2019.
60.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 oktober 2019, genummerd PL0900-2017320232, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 279. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
61.Pagina 152.
62.Pagina 153.
63.Pagina 154.
64.Pagina 16.
65.Pagina 17.
66.Pagina 18.
67.Pagina 22.
68.Pagina 33.
69.Pagina 34.
70.Pagina 34.
71.Pagina 35.
72.Pagina 36.
73.Pagina 37
74.Pagina 39.
75.Pagina 40.
76.Pagina 41.
77.Pagina 42.
78.Pagina 239.