Uitspraak
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
primair)
subsidiair).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN [voornaam van verdachte]
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
- een jeugddetentie die gelijk is aan de tijd dat [voornaam van verdachte] in voorarrest heeft gezeten. Dat is 173 dagen;
- een werkstraf van zestig uren, te vervangen door één maand jeugddetentie als [voornaam van verdachte] die werkstraf niet (goed) uitvoert;
- een voorwaardelijke PIJ-maatregel, met de bijzondere voorwaarden die door de Raad voor de Kinderbescherming zijn geadviseerd.
- het klinisch multidisciplinair onderzoek Pro Justitia van 17 oktober 2019;
- het briefadvies van de Raad voor de Kinderbescherming van 18 oktober 2019.
- meewerkt aan een individueel behandeltraject bij [instelling 2] voor zolang de hulpverlening dat nodig vindt;
- meewerkt aan systeemtherapie vanuit [instelling 2] voor zolang de hulpverlening dat nodig vindt;
- conform zijn rooster naar school en stage gaat;
- tussen 23:00 uur en 07:00 uur thuis is. Dit zal door de politie en/of de jeugdreclassering worden gecontroleerd;
- geen contact heeft met de leden van de [naam groep] ;
- intensieve begeleiding accepteert in het kader van ITB Harde Kern voor de periode van 1 jaar.
- meewerkt aan een individueel behandeltraject bij [instelling 2] zolang de hulpverlening dat nodig vindt;
- meewerkt aan systeemtherapie vanuit [instelling 2] zolang de hulpverlening dat nodig vindt;
- conform zijn rooster naar school en stage gaat;
- tussen 23:00 uur en 07:00 uur thuis is, zolang de hulpverlening dat nodig vindt. Dit zal door de politie en/of de jeugdreclassering worden gecontroleerd;
- intensieve begeleiding accepteert in het kader van ITB Harde Kern voor de periode van maximaal 1 jaar.
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 36f, 77a, 77g, 77i, 77s, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 266, 300 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en
- 7 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994,
11.BESLISSING
- verklaart het onder parketnummer 16-260518-18 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde en het onder parketnummer 16-226502-19 onder 1 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht op de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
- stelt daarbij een
- als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- geeft Samen Veilig Midden-Nederland de opdracht om toe te zien op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2018 tot aan de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 30,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2018 tot aan de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [slachtoffer 4] af voor zover deze ziet op de slippers (een bedrag van € 240,-);
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij zijn vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 112,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij zijn vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 225,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoende;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en verklaart dat zij haar vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 7] aan de Staat € 150,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoende;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed.