ECLI:NL:RBMNE:2019:5278

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2019
Publicatiedatum
14 november 2019
Zaaknummer
8102405 UC EXPL 19-11139
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrechten op cartoons door ongeautoriseerde publicatie op sociale media

In deze zaak vordert de eiseres, een vennootschap onder firma die humoristische cartoons maakt, schadevergoeding van de gedaagde, die zonder toestemming twee van haar cartoons in bewerkte vorm op zijn Facebookpagina's heeft geplaatst. De eiseres heeft de gedaagde verzocht om dit gebruik te staken, maar de gedaagde heeft hier niet op gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in België woont, waardoor de zaak een internationaal karakter heeft. De kantonrechter heeft zich bevoegd verklaard op basis van de EEX Verordening en heeft Nederlands recht van toepassing verklaard. De dagvaarding is op de juiste wijze betekend, en omdat de gedaagde niet is verschenen, is verstek verleend.

De kantonrechter heeft de inhoudelijke beoordeling van de zaak uitgevoerd en vastgesteld dat de cartoons auteursrechtelijk beschermd zijn. De eiseres heeft recht op schadevergoeding omdat de gedaagde inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten door de cartoons zonder toestemming openbaar te maken. De kantonrechter heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 480,00, gebaseerd op een tarief van Stichting Foto Anoniem en een opslag voor het ontbreken van naamsvermelding.

Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 918,89, en tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 72,00. De gedaagde moet de bedragen binnen 14 dagen na betekening van het vonnis betalen, anders wordt er wettelijke rente in rekening gebracht. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter J.A. Schuman op 13 november 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 8102405 UC EXPL 19-11139 ID/963
Verstekvonnis van 13 november 2019
inzake
de vennootschap onder firma
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M. Russchen,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] , België,
verder te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De overwegingen van de kantonrechter

waar gaat het over?
1.1.
[eiseres] maakt en exploiteert humoristische cartoons met het personage “ [naam personage] ”. [gedaagde] heeft zonder toestemming van [eiseres] twee van deze cartoons in bewerkte vorm en zonder naamsvermelding geplaatst/gedeeld op door hem beheerde Facebookpagina’s. [eiseres] heeft [gedaagde] verzocht dit gebruik te stoppen, omdat daarmee inbreuk wordt gemaakt op de aan [eiseres] toekomende auteursrechten op de afbeeldingen, en om schadevergoeding te betalen. [gedaagde] heeft niet aan dit verzoek voldaan.
1.2.
[eiseres] vordert in deze procedure - kort gezegd - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 768,00 aan schadevergoeding vanwege het inbreuk makende handelen, en tot betaling ex artikel 1019h Rv van de volledige proceskosten en overige kosten van dit geding, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
formele kwesties
1.3.
Nu [gedaagde] in België woont, draagt de zaak een internationaal karakter. De kantonrechter moet daarom eerst nagaan of hij bevoegd is om een oordeel te geven over de zaak en welk recht hij dan moet toepassen en of de dagvaarding op de juiste wijze aan [gedaagde] is betekend.
1.4.
De kantonrechter acht zich bevoegd om deze zaak te behandelen op grond van artikel 7 lid 2 van de toepasselijke herschikte EEX Verordening (nr. 1215/2012). De vordering houdt namelijk verband met een verbintenis uit onrechtmatige daad en [eiseres] stelt dat de afbeeldingen zijn geopenbaard door een mededeling aan het publiek, die is gedaan op een Facebookpagina in de Nederlandse taal die (ook) gericht is op het publiek in Nederland, zodat het schadebrengende feit zich in Nederland voordoet.
1.5.
Verder is Nederlands recht van toepassing. Dit vloeit voort uit artikel 5 lid 1 van de Berner Conventie en artikel 8 lid 1 Rome II-Verordening, omdat de auteursrechtbescherming in Nederland wordt gevorderd.
1.6.
De kantonrechter stelt vast dat de dagvaarding is betekend conform de vereisten van artikel 56 Rv en de toepasselijke Europese Betekeningsverordening (nr. 1393/2007) en dat deze verder aan alle formaliteiten voldoet. Nu [gedaagde] daarop niet heeft geantwoord en ook geen uitstel heeft gevraagd, zal tegen hem verstek worden verleend.
inhoudelijke beoordeling
1.7.
Dan komt de kantonrechter toe aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak.
De cartoons zijn auteursrechtelijk beschermde werken. Aan [eiseres] als maker komen de auteursrechten daarop toe en [gedaagde] maakt inbreuk op die auteursrechten door de cartoons zonder toestemming in gewijzigde vorm op Facebook openbaar te maken. Vermeende onwetendheid van [gedaagde] ten aanzien van de auteursrechtelijke bescherming die op cartoons rust, doet hier niets aan af. Ook het onbewust schenden van auteursrechten komt voor rekening en risico van de inbreukmaker.
1.8.
Het door [eiseres] gevorderde bedrag aan schadevergoeding zal worden toegewezen tot een bedrag van € 480,00 om de volgende redenen.
1.9.
De kantonrechter volgt [eiseres] in haar standpunt dat voor de schadeberekening in dit geval aansluiting kan worden gezocht bij de tarievenlijst van Stichting Foto Anoniem (van 2015) en dan bij het tarief van € 192,00, exclusief btw, dat geldt voor plaatsing van een afbeelding van 400x600 pixels voor de duur van maximaal één week op een site zonder eigen domeinnaam.
1.10.
De kantonrechter acht het in dit geval redelijk om naast dit bedrag van (2 x € 192,00 =) € 384,00 aan gederfde licentievergoeding een opslag van 25% per afbeelding te hanteren als vergoeding voor geleden schade vanwege het ontbreken van de naamsvermelding bij de afbeeldingen en het gebruik in bewerkte vorm. Deze opslag komt neer op (2 x € 48,00 =)
€ 96,00. De kantonrechter ziet geen aanleiding om daarnaast schadevergoeding toe te kennen vanwege de door [eiseres] gestelde aantasting van de waarde en de exclusiviteit, omdat aangenomen kan worden dat dat al is verdisconteerd in de licentievergoeding.
1.11.
Ten aanzien van de door [eiseres] gevorderde proceskosten en andere gemaakte kosten ex artikel 1019h Rv overweegt de kantonrechter als volgt.
1.12.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat het in deze procedure gaat om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten is artikel 1019h Rv van toepassing. [eiseres] kon in redelijkheid tot dagvaarden overgaan, omdat [gedaagde] in het minnelijke traject niets wilde betalen. Bij de vaststelling van de redelijke en evenredige kosten ex artikel 1019h Rv gaat de kantonrechter uit van de door de rechtbank gehanteerde Indicatietarieven in IE-zaken, versie 1 april 2017. Nu het een eenvoudige inbreukkwestie is, met een beperkt feitencomplex en er geen inhoudelijk verweer is gevoerd, beschouwt de kantonrechter deze zaak als een zeer eenvoudige, niet bewerkelijke bodemzaak, waarvoor het liquidatietarief geldt.
1.13.
De proceskosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 146,83 (kosten betekening door Nederlandse deurwaarder)
- overige kosten 166,06 (kosten betekening door Belgische deurwaarder)
- griffierecht 486,00
- salaris gemachtigde
120,00(1,0 punt × tarief € 120,00)
Totaal € 918,89
1.14.
[eiseres] heeft verder recht op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, omdat zij heeft laten zien dat zij die kosten in redelijkheid heeft gemaakt. De kosten zullen worden toegewezen tot het bedrag van de wettelijke staffel van het Rapport BGK-integraal, en dat komt neer op € 72,00 (15% over de hoofdsom van € 480,00).
1.15.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen evenals de gevorderde veroordeling in de nakosten.

2.De beslissing

De kantonrechter:
2.1.
verleent verstek tegen [gedaagde] ,
2.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een bedrag van € 480,00 aan schadevergoeding te betalen,
2.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een bedrag van € 72,00 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen,
2.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op vandaag begroot op € 918,89, waarin begrepen € 120,00 aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening tot de dag van volledige betaling,
2.5.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na de betekening daarvan volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 60,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
2.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
2.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 november 2019.