4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Bewijsmiddelen
Verdachte heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb wel eens wiet weggebracht voor [medeverdachte] . Als vrienden of bekenden in de buurt wiet nodig hadden, dan bracht ik hen wel eens een gram. De wiet die ik wegbracht haalde ik uit mijn eigen voorraad. [medeverdachte] vulde mijn voorraad later weer aan. Ik kreeg voor het wegbrengen geen geld, maar wel wiet. Het klopt dat ik dit heb gedaan gedurende de tenlastegelegde periode van 27 maart 2018 tot en met 26 maart 2019. Het kan kloppen dat ik gedurende deze periode 58 keer wiet heb weggebracht. [medeverdachte] leende ook wel eens mijn auto. Toen [medeverdachte] gedetineerd zat, heb ik geld voor hem opgehaald bij [A] . [medeverdachte] had dit geld nog tegoed van hem.
Onder medeverdachte [medeverdachte] werd een telefoon in beslag genomen. Op de telefoon stond een WhatsAppgesprek tussen [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) en [verdachte] ( [verdachte] ) (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ), waarin onder meer de volgende berichten werden verstuurd:
6 december 2018
[verdachte] : Faka bro kan je Assie mee neme iemand vraagt net
28 december 2018
[medeverdachte] : spraak bericht van [medeverdachte] : 'ai is goed bro dan ga ik hem even connecten hij belde me net nog om te vragen of je kon brengen dus ik ga hem conneten en bel ik je
[verdachte] : Ai is cool hoor zo van je
[medeverdachte] : Spraakbericht van [medeverdachte] : 'Oke listen i call him now to carne so he;s there you
waight 5 minutes the i wil comt to see you and bring you something
[medeverdachte] : Spraakbericht:' faka bro kan je naar die guy van plaza 6 gaan als je daar bent kan je hem me laten piepen. dan kom ik je daar meeten voordat je loesoe gaat bro. Ik heb hem gezegd hij gaat je 6 donny geven bro dan gooi je wat in de tank en de rest is voor jouw
[verdachte] : Spaakbericht mannelijke stem: 'Is goed bro ik rook ff mijn kontje op en dan ga ik
naar die guy
22 januari 2019
[medeverdachte] : Kun je die ene guy van laastst ff doen ... hij zit bij jouw in het blok
25 januari (de rechtbank begrijpt: 2019)
[medeverdachte] : Kan jij ff langs [naam]
Getuige [getuige 1] heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik gebruik softdrugs. Ik heb drugs gekocht bij [medeverdachte] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ). Ik kan hem appen of bellen en dan spreek je op een plek af. Ik heb wel eens gehad dat iemand anders kwam brengen. Het is wel eens voorgekomen dat [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) iets kwam brengen. Dit zal maximaal twee keer zijn voorgekomen denk ik. Ik heb 15 tot 20 keer drugs bij [medeverdachte] gekocht.
[getuige 2] heeft op 20 juli 2018 onder meer het volgende verklaard:
Toen leerde ik tweeënhalf jaar geleden [medeverdachte] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ) kennen. Hij verkocht ook wiet. Hij vroeg of ik wat voor hem wilde doen. Ik kreeg van hem wiet. Zo ben ik begonnen. Hij heeft mij nooit betaald. Ik kreeg van hem steeds 12 zakjes wiet: tien zakjes om te verkopen en twee zakjes waren dan voor mijzelf. Zo ben ik tweeënhalf jaar geleden begonnen. Als het op was, stuurde ik [medeverdachte] een WhatsApp-bericht. Dan spraken we ergens af. Iedere keer ging het zo.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
De rechtbank stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht slechts dan sprake kan zijn, indien verdachte behoort tot een samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
Aan verdachte wordt verweten dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van softdrugs en/of harddrugs. Bij de beoordeling van dit verwijt neemt de rechtbank als uitgangspunt dat van een organisatie in de hiervoor bedoelde zin sprake is wanneer verdachte en ten minste één andere persoon actief zijn in een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur.
Ten aanzien van het samenwerkingsverband en de duurzaamheid, structuur en het oogmerk acht de rechtbank het van belang dat:
- medeverdachte [medeverdachte] gedurende een langere periode heeft gehandeld in drugs;
- afnemers telefonisch drugs bij [medeverdachte] bestelden;
- [medeverdachte] de drugs met de auto afleverde, waarbij hij ook gebruikt maakte van de auto van [verdachte] ;
- op de momenten dat [medeverdachte] niet in de gelegenheid was om de drugs zelf af te leveren, [verdachte] de (soft)drugs afleverde;
- ook [getuige 2] (in opdracht van [medeverdachte] ) softdrugs afleverde;
- in de periode dat [medeverdachte] in detentie verbleef, [verdachte] achter geld aanging dat [medeverdachte] nog tegoed had van een persoon.
De hiervoor genoemde omstandigheden leiden tot de vaststelling dat verdachte [verdachte] , medeverdachte [medeverdachte] en [getuige 2] gedurende een langere periode een aandeel hebben gehad in een organisatie die zich bezighield met het handelen in softdrugs en dat aldus tussen hen sprake was van een duurzame onderlinge samenwerking. De structuur van de organisatie wordt tot uitdrukking gebracht door de onderlinge rolverdeling tussen de verdachten, waarbij de rechtbank er op grond van de stukken van uitgaat dat [medeverdachte] de leiding had binnen de organisatie en dat [verdachte] en [getuige 2] in opdracht van verdachte [medeverdachte] drugs afleverden en aldus fungeerden als zogenaamde loopjongens. Dat op grond van het dossier niet vast is komen te staan dat [verdachte] en [getuige 2] elkaar kenden, doet aan het voorgaande niet af. Niet is immers vereist dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met, alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] samen met [medeverdachte] en [getuige 2] heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van softdrugs. Met deze vaststelling is tevens het onder1 ten laste gelegde medeplegen van handel in softdrugs bewezen.