Deze uitspraak betreft het recht op zorgtoeslag van eiser, die niet langer met een geldig adres in de Basisregistratie Personen (BRP) staat geregistreerd. De rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke grondslag is die vereist dat een geldig BRP-adres een voorwaarde is voor het recht op zorgtoeslag. De verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, had de zorgtoeslag van eiser per 1 december 2017 stopgezet op basis van het ontbreken van een geldig adres. Eiser betwist dit en stelt dat hij bereikbaar is via zijn briefadres en dat er geen wettelijke vereiste is voor een geldig BRP-adres om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag. De rechtbank volgt eiser in zijn betoog en vernietigt het besluit van de verweerder, omdat het motiveringsgebrek bevat. De rechtbank draagt de verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Daarnaast verklaart de rechtbank het beroep tegen het tweede bestreden besluit niet-ontvankelijk, omdat de verweerder heeft toegezegd het bezwaar van eiser te behandelen als een aanvraag voor zorgtoeslag voor 2018 en 2019. Eiser krijgt ook een vergoeding voor zijn reiskosten van € 36,60. De uitspraak is openbaar gedaan op 5 november 2019.