ECLI:NL:RBMNE:2019:5121
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Doorhaling van BIG-registratie wegens te late herregistratie aanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 oktober 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de doorhaling van de BIG-registratie van eiseres, een fysiotherapeut. De doorhaling vond plaats omdat eiseres haar verzoek tot herregistratie niet tijdig had ingediend. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister voor Medische Zorg, dat haar registratie in het BIG-register op 4 februari 2019 was doorgehaald. Dit bezwaar werd door de Minister op 14 mei 2019 kennelijk ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 17 oktober 2019 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. Eiseres voerde aan dat haar persoonlijke omstandigheden, waaronder een auto-ongeluk, haar in staat hadden gesteld om tijdig een herregistratie aan te vragen. De rechtbank oordeelde echter dat de doorhaling van de registratie terecht was, omdat eiseres niet binnen de gestelde termijn had gehandeld. De rechtbank benadrukte dat de regelgeving omtrent de BIG-registratie dwingend is en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging in dit geval.
De rechtbank concludeerde dat de persoonlijke omstandigheden van eiseres niet voldoende waren om te concluderen dat zij niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.