Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Veenhuizen, locatie Esserheem.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
in plaats van [verdachte] )en [geboortedatum] (
in plaats van [geboortedatum]1999. De raadsman heeft ter terechtzitting aangegeven dat de gegevens van verdachte bij aankomst in Nederland onjuist geregistreerd zijn en dat de gegevens op de afstandsverklaring de juiste gegevens zijn. De rechtbank zal uitgaan van de persoonsgegevens van verdachte zoals hij is gedagvaard.
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
1.Primair
2.Primair
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
1.primair
2.primair
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
- Shirt € 45,00
- Hemd € 6,00
- Reparatie telefoon € 80,00
- Eigen risico zorgverzekering € 375,00
- Reiskosten € 15,23
- Immateriële schade € 4.500,00
- shirt (€ 45,-);
- hemd (€ 6,-);
- eigen risico zorgverzekering (€ 375,-); en
- reiskosten (€ 15,23)
- Shirt € 145,00
- Tasje € 100,00
- Tandarts kosten € 54,30
- Immateriële schade € 1.500,00
- Jas € 85,00
- Tandarts kosten € 231,90
- Immateriële schade € 1.500,00
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvan
27 (zevenentwintig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.441,23 (zegge: duizend vierhonderdeenenveertig euro en drieëntwintig cent);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2018 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 1.441,23 (zegge: duizend vierhonderdeenenveertig euro en drieëntwintig cent) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 24 (vierentwintig) dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 50,00 (zegge: vijftig euro);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2018 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 50,00 (zegge: vijftig euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 (één) dag hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 50,00 (zegge: vijftig euro);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2018 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 3] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 50,00 (zegge: vijftig euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 (één) dag hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.