ECLI:NL:RBMNE:2019:5096

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 november 2019
Publicatiedatum
4 november 2019
Zaaknummer
16-659255-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afdreiging door middel van sexting en vervaardigen en bezitten van kinderporno

Op 5 november 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan afdreiging door middel van sexting en het vervaardigen en bezitten van kinderporno. De verdachte, geboren in 1998, werd verminderd toerekeningsvatbaar geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 juli 2016 tot en met 19 maart 2018 in Zeewolde meermalen afbeeldingen van seksuele gedragingen heeft vervaardigd, verworven en in bezit heeft gehad, waarbij betrokkenen kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. Daarnaast heeft de verdachte meerdere minderjarige slachtoffers door bedreiging gedwongen om naaktfoto's van zichzelf te sturen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een tbs-maatregel met voorwaarden en een gevangenisstraf van 105 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het recidiverisico zwaar laten meewegen in de beslissing. De verdachte heeft zich gedurende een lange periode beziggehouden met het afdreigen van minderjarige jongens en heeft daarbij hun vertrouwen ernstig beschaamd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een ongespecificeerde parafiele stoornis, en heeft geoordeeld dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan hem zijn toe te rekenen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard, om de veiligheid van anderen te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16-659255-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 november 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1998] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 oktober 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. I.M.F. Graumans en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. R.W.A. Offermans, advocaat te Zeewolde, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 19 maart 2018 in Zeewolde kinderporno heeft verspreid en/of aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft;
Feit 2 primair:
in de periode van 10 maart 2018 tot en met 19 maart 2018 in Zeewolde [slachtoffer 1] door geweld en/of bedreiging met geweld of bedreiging met enige andere feitelijkheid wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden;
Feit 2 subsidiair:
poging tot het onder feit 2 primair ten laste gelegde;
Feit 3:
Op 27 juli 2017 te Zeewolde en/of Sittard Geleen [slachtoffer 2] door geweld en/of bedreiging met geweld of bedreiging met enige andere feitelijkheid wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden;
Feit 4:
op 3 augustus 2017 te Zeewolde heeft gepoogd [slachtoffer 3] door geweld en/of bedreiging met geweld of bedreiging met enige andere feitelijkheid wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden;
Feit 5:
op 23 september 2017 in Nederland heeft gepoogd [slachtoffer 4] door geweld en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en baseert zich op de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd en de overige bewijsmiddelen zoals deze zich in het dossier bevinden. Ten aanzien van de ten laste gelegde periode onder 1 heeft de officier van justitie opgemerkt dat als startdatum dient te worden uitgegaan van 14 mei 2014, nu deze datum aansluit bij hetgeen is aangetroffen en de verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de onder 1 ten laste gelegde periode en de onder 3 ten laste gelegde bedreigende tekst: “Ik kom je halen” . De raadsman voert – kort gezegd – aan dat voor de periode van feit 1 aansluiting dient te worden gezocht bij het digitale onderzoek van de politie, zodat de periode komt te luiden van 26 juli 2016 tot en met 19 maart 2019. Ten aanzien van de bedreigende tekst: “Ik kom je halen” merkt de raadsman op dat verdachte deze uiting ontkent.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 1 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 oktober 2019; [2]
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 mei 2018, genummerd PL0900-2018077320, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland. [3]
Bewijsoverweging
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat voor de ten laste gelegde periode aansluiting dient te worden gezocht bij het door de politie verrichte digitale onderzoek, waaruit blijkt dat het uitkijksysteem voor de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen een aanmaakdatum aangaf vanaf 26 juli 2016. De rechtbank gaat derhalve uit van de periode vanaf 26 juli 2016 tot en met de dag van inbeslagname, te weten 19 maart 2018.
Feit 2:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 2 primair ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 oktober 2019; [4]
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 april 2018, genummerd PL0900-2015069906, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland; [5]
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] van 2 mei 2018, genummerd PL0900-2015069906, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland; [6]
Feit 3:
[slachtoffer 2] is op 11 april 2018 als getuige gehoord door de politie en heeft als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 2] , geboren op [2001] . [7] […] We begonnen te praten en op enig moment bedreigde hij of zij mij. Ik weet niet hoe het kwam dat hij of zij mij bedreigde. Hij of zij zei dat die alles van mij wist. Ik was toen bang en gefrustreerd en wist niet wat ik moest doen. Toen zei hij of zij of ik een naaktfoto wilde sturen en als ik dat niet zou doen hij of zij achter mij aan zou komen. Ik heb dat dus gedaan. [8] […] Hij of zij zei: “Ik weet jouw gegevens, ik weet alles over jou, ik kom je halen”. [9]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 22 oktober 2019 onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Het kan kloppen dat ik die [slachtoffer 2] heb gedwongen naaktfoto’s van zichzelf op te sturen. [10]
Bewijsoverweging
In tegenstelling tot hetgeen de raadsman heeft bepleit, ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de authenticiteit van de verklaring van [slachtoffer 2] . Bij zijn verhoor als getuige op 11 april 2018 heeft [slachtoffer 2] te kennen gegeven te zijn gedwongen de naaktfoto’s te versturen, doordat verdachte heeft gezegd dat hij anders hem zou komen halen al dan niet bij hem langs te komen. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte die [slachtoffer 2] heeft gedwongen de naaktfoto’s op te sturen door hem de woorden toe te voegen: “Ik weet jouw gegevens, ik weet alles over jou, ik kom je halen”, .
Daarentegen acht de rechtbank niet bewezen dat die [slachtoffer 2] is bewogen tot het opsturen van naaktfoto’s door de toegevoegde woorden: “Nu heb ik nog meer van jou” en “Als jij nu niet nog een naaktfoto stuurt dan zet ik dit online”. Reeds voordat verdachte deze bedreigende woorden heeft geuit, heeft [slachtoffer 2] de naaktfoto’s verstuurd, waardoor het delict al was voltooid.
Feit 4:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 4 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 oktober 2019; [11]
- een geschrift, te weten een mutatierapport van 4 augustus 2017, genummerd PL0900-2017239174-1, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland; [12]
- in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 3] van 11 april 2018, genummerd PL0900-2017239174, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland; [13]
Feit 5:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 5 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 oktober 2019; [14]
- een geschrift, te weten een mutatierapport van 23 september 2017, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland; [15]
- in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 4] van 15 april 2018, genummerd PL0900-2017300769-1, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland; [16]
- in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 4] van 15 april 2018, genummerd PL0900-2017300769-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland. [17]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1:
op één of meer tijdstippen in de periode van 26 juli 2016 tot en met 19 maart 2018 te Zeewolde, meermalen (een grote hoeveelheid) afbeeldingen, te weten foto's en video's en films en gegevensdragers, te weten een computer en een telefoon, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, verworven, in bezit heeft gehad en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de penis en (een) vinger(s)/hand en (een) voorwerp(en) en de mond/tong oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de penis en (een) vinger(s)/hand en (een) voorwerp(en) en de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de penis en (een) vinger(s)/hand en (een) voorwerp(en) en de mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de penis en (een) vinger(s)/hand en (een) voorwerp(en) en de mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het door een dier oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het door een dier likken, betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het door een persoon die kennelijk de. leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een dier en
  • het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de penis en (een) vinger(s)/hand en (een) voorwerp(en) en de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier en
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en opgemaakt is en poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en
  • waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en (waarna) door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling en
  • het masturberen boven/bij en ejaculeren op het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2 primair:
in de periode van 10 maart 2018 tot en met 19 maart 2018 te Zeewolde [slachtoffer 1] (geboren op [2003] ) door bedreiging met enige feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 1] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, immers heeft verdachte die [slachtoffer 1] via chatgesprekken meermalen verzocht meerdere naaktfoto’s op te sturen en naaktfilmpjes/beelden via Skype te sturen en daarbij gedreigd dat hij naaktfoto’s en filmpjes van die [slachtoffer 1] naar mensen in Zeewolde zou sturen;
Feit 3:
op 27 juli 2017 te Zeewolde [slachtoffer 2] (geboren op [2001] ) door bedreiging met geweld en enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, immers heeft verdachte die [slachtoffer 2] meermalen verzocht meerdere naaktfoto's op te sturen en daarbij dreigend de woorden toegevoegd "ik weet jouw gegevens, ik weet alles over jou, ik kom je halen";
Feit 4:
op 3 augustus 2017 te Zeewolde, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] (geboren op [2004] ), door bedreiging met enige feitelijkheid, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, hem, die [slachtoffer 3] , via een chatgesprek heeft gedreigd dat hij, verdachte, een naaktfoto van die [slachtoffer 3] op internet zou plaatsen als hij niet méér naaktfoto’s van zichzelf zou sturen en foto's van zijn vrienden en familie,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 5:
op 23 september 2017, in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 4] (geboren op [2003] ), door bedreiging met enige feitelijkheid, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, hem, die [slachtoffer 4] , via een chatgesprek heeft gedreigd dat hij, verdachte, een naaktfoto van die [slachtoffer 4] op de facebookaccount van die [slachtoffer 4] zou plaatsen als hij niet méér naaktfoto’s van zichzelf zou sturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
Feit 2 primair:
Een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
Feit 3:
Een ander door bedreiging met geweld en bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
Feiten 4 en 5:
telkens, poging tot een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 106 dagen, met aftrek van het voorarrest;
- een terbeschikkingstelling met voorwaarden, te weten:
  • meewerken aan reclasseringstoezicht;
  • meewerken aan time-out;
  • niet naar het buitenland begeven;
  • opname in een zorginstelling;
  • vermijden van contact met minderjarigen;
  • vermijden van kinderporno;
  • inzicht geven in financiën;
  • contactverbod slachtoffers.
De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat en dat er door de deskundigen wordt geadviseerd een streng en strikt behandelkader op te leggen om herhaling te voorkomen. Mede gelet op de ernst van de feiten, acht de officier van justitie een langdurige behandeling in een voorwaardelijk tbs-kader noodzakelijk, zodat verdachte – bij een eventuele terugval in zijn behandeling – niet de keuze kan maken voor detentie boven behandeling.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis met daarnaast een voorwaardelijk strafdeel met daarin gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte een first offender is en dat een tbs-maatregel stigmatiserend werkt. Verdachte wil graag meewerken en zijn behandeling afmaken.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode bezig gehouden met het afdreigen van minderjarige jongens en pogingen daartoe. Verdachte heeft zich daarbij op verschillende chatsites voorgedaan als meisje en heeft daarbij jongens bewogen tot afgifte van naaktfoto’s. Wanneer hij deze foto’s kreeg toegezonden, maakte hij hiervan screenshots en dreigde hij deze naaktfoto’s op internet te plaatsen als de jongens niet zouden voldoen aan zijn eis om meer naaktfoto’s te versturen. De verdachte heeft op deze wijze zijn slachtoffers gechanteerd met het verspreiden van de naaktfoto’s, waarmee hij hun vertrouwen ernstig heeft beschaamd en de jongens angst heeft aangejaagd. Zo blijkt uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 3] dat het feit een enorme impact heeft gehad op hem en dat er naast angst ook veel schaamte heerst nu hij dit bespreekbaar heeft moeten maken met zijn omgeving. Dat de gevolgen van dergelijke acties ingrijpend en verstrekkend zijn, moet, ook voor verdachte, voorzienbaar zijn geweest. Verdachte heeft alleen oog gehad voor zijn eigen behoeften en heeft geen enkel moment nagedacht over de gevolgen die dit soort feiten voor zijn slachtoffers zouden kunnen hebben. Verder heeft verdachte zich – onder meer door het voornoemde handelen – een langere periode schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderporno. Door kinderporno te vervaardigen, bezitten en te verwerven wordt de vraag naar kinderporno in stand gehouden en ook nog eens vergroot. Het mag als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Daarnaast circuleert kinderporno lange tijd op het internet waardoor de kinderen tot in lengte van jaren slachtoffer blijven. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel Justitiële Documentatie van 10 september 2019, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank heeft kennis genomen van een tweetal Pro Justitia rapportages van het NIFP van 13 augustus 2018, opgesteld door R.M.C. Hoogstraten, GZ-psycholoog en D. Matser, kinder- en jeugdpsychiater. Beide deskundigen rapporteren dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een ongespecificeerde parafiele stoornis. Daarnaast is sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Deze stoornis en bedreigde ontwikkeling waren aanwezig ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten en beïnvloedden zijn gedragskeuzes en handelingen. Beide onderzoekers adviseren dan ook bij een bewezenverklaring het ten laste gelegde aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen. Naar het oordeel van de deskundigen wordt op basis van het huidige klinische beeld het risico op herhaling van soortgelijke feiten hoog geacht. Er is sprake van hyperseksualiteit en (vooralsnog) een gerichtheid op minderjarige seksuele ‘objecten’ dan wel partners in seksuele zin. Verdachte bagatelliseert zijn verantwoordelijkheid en minimaliseert zijn gedrag. Om dit recidivegevaar te beperken, zal een langdurig en intensief toezicht door de reclassering moeten worden ingezet waarbij het voorkomen van nieuwe slachtoffers belangrijker zal zijn dan de persoonlijke vrijheden van verdachte zelf. Gezien dit noodzakelijk geachte intensieve toezicht en de ernst van de ten laste gelegde feiten adviseren de deskundigen de behandeling op te leggen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Uit het reclasseringsrapport van 9 mei 2019 blijkt onder meer dat de reclassering ook een risicotaxatie heeft afgenomen, waaruit blijkt dat het herhalingsgevaar als zeer hoog moet worden ingeschat. Hoewel sprake lijkt van een recente voorzichtige positieve ontwikkeling met betrekking tot zelfinzicht en probleembesef en waarin verdachte meer open lijkt te gaan staan voor feedback en advies, wil verdachte ook zijn eigen koers varen en heeft hij weinig tot geen oog voor het risico op herhaling. In overeenstemming met de Pro Justitia rapportages is de reclassering van mening dat alleen een behandeling door middel van een terbeschikkingstelling met voorwaarden het risicomanagement voldoende kan waarborgen.
De rechtbank neemt voornoemde conclusies van de rapportages van psycholoog R.M.C. Hoogstraten en psychiater D. Matser van 13 augustus 2018 over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte zijn toe te rekenen.
Toepassen jeugdstrafrecht
In de Pro Justitia rapportages wordt door de deskundigen overwogen dat verdachte een 21 jarige jongen is, bij wie een pedagogische aanpak niet meer aansluit. Hij is voldoende zelfstandig en het is passend om hem op zijn verantwoordelijkheid en zelfstandigheid aan te spreken. De rechtbank ziet eveneens geen omstandigheden die tot een andere conclusie dienen te leiden. Gelet hierop zal de rechtbank geen toepassing geven aan het jeugdstrafrecht.
Maatregel
Naast de noodzaak tot vergelding is de rechtbank van oordeel dat het minstens zo belangrijk is dat de maatschappij wordt beschermd tegen een herhaling van het handelen van verdachte. De vraag die bij de rechtbank voorligt is of deze behandeling dient te geschieden door middel van een behandeltraject in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke gevangenisstraf of door middel van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Uit het voorgaande blijkt dat hoewel verdachte recentelijk een voorzichtig positieve ontwikkeling laat zien, hij ook vooral zijn eigen koers wil varen en weinig tot geen oog heeft voor het risico op herhaling. De rechtbank is van oordeel dat deze voorzichtige trend nog uitermate pril en weinig gesubstantieerd is. Gelet op het nog steeds als hoog ingeschatte gevaar op herhaling en de noodzaak tot behandeling van langere duur, is de rechtbank van oordeel dat een behandeltraject in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf onvoldoende recidive beperkende waarborgen biedt.
De rechtbank stelt vast dat het onder 1 bewezenverklaarde een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid onder 1 van het Wetboek van Strafrecht waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is en oordeelt dat, gelet op het voorgaande, de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel eist. De rechtbank zal verdachte aldus een tbs-maatregel opleggen en zal ter bescherming van de veiligheid van anderen/algemene veiligheid van personen voorwaarden stellen die het gedrag van verdachte betreffen. De inhoud van deze voorwaarden wordt in het dictum weergegeven.
Straf
Gelet op de aard en ernst van de strafbare feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Daarentegen acht de rechtbank – in overeenstemming met de officier van justitie en de raadsman – het van belang dat het reeds ingezette hulpplan niet wordt doorkruist door detentie. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de tijd in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht passend en geboden is, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 105 dagen met aftrek van voorarrest.
Dadelijke uitvoerbaarheid tbs met voorwaarden
De rechtbank beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de telefoon (G2170338) en de notebook (G2160860) verbeurd te verklaren, nu met behulp van deze voorwerpen het bewezenverklaarde is begaan en de Samsung tablet (G2170328) terug te geven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd ten aanzien van de in beslag genomen notebook (G2160860). Ten aanzien van de telefoon (G2170338) en de Samsung tablet (G2170328) heeft de raadsman verzocht tot teruggave van de in beslag genomen goederen aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten de telefoon (G2170338) en de notebook (G2160860) verbeurd verklaren. Met behulp van deze voorwerpen is het bewezen verklaarde begaan (zoals blijkt uit de bewezenverklaring).
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten de Samsung tablet (G2170328).

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 500,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering toe te wijzen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht en vermeerderd met de wettelijke rente.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] als gevolg van het hiervoor onder 4 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 500,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling,
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 500,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 3 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 10 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 37a, 37b, 38, 38a, 45, 57, 77b, 240b en 284 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
105 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde:
  • Verdachte zal zich niet schuldig maken aan het plegen van enig strafbaar feit;
  • Verdachte werkt mee aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
o Verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
o Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
o Verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
o Verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
o Verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
o Verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
o Verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.
Als de reclassering dat nodig acht, werkt betrokkene mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • Verdachte gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van het openbaar ministerie;
  • Verdachte werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Kliniek of afdeling (FPK/FPA) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • Verdachte laat zich opnemen bij Transfore voor een beschermde woonplek, of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zo spoedig mogelijk, te bepalen door de reclassering. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • Verdachte volgt een ambulante (dag)behandeling bij Forensische polikliniek De Tender, of een soortgelijke instantie. Eventuele afbouw in frequentie zal in overleg en goedkeuring gebeuren van de behandelinstelling en de reclassering;
  • Verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat andere personen, die gesproken zijn door de reclassering, hierbij aanwezig zijn.
  • Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
o Het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o Gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o Gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarden kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek;
  • Indien de reclassering dit nodig acht, geeft verdachte inzage in zijn financiën;
  • Het is verdachte niet toegestaan om direct of indirect contact te hebben met de slachtoffers. Indien contact mocht plaatsvinden, zal dit enkel met toestemming en onder eventueel nader te bepalen voorwaarden van de reclassering geschieden. Indien hij één van hen toevalligerwijs tegenkomt, treedt hij direct uit contact en meldt hij dit bij de reclassering.
- geeft opdracht aan Reclassering Nederland de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
- beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
-
verklaartde in beslag genomen voorwerpen, te weten de telefoon (G2170338) en de notebook (G2160860)
verbeurd;
-
gelastde teruggave aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten de Samsung tablet (G2170328);
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van
€ 500,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. H. den Haan en M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. van Dam, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 november 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 19 maart 2018 te Zeewolde, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens (een grote hoeveelheid) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films en/of gegevensdragers, te weten een computer en/of een telefoon, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het door een persoon die kennelijk de. leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier en/of
  • het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier en/of
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of
  • waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2018 tot en met 19 maart 2018 in de gemeente Zeewolde, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] (geboren op [2003] ), door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 1] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immers heeft verdachte die [slachtoffer 1] via chatgesprekken meermalen verzocht één of meerdere (naakt)foto’s op te sturen en/of naakt(filmpjes)/beelden via Skype te sturen en daarbij gedreigd dat hij (een) (naakt)foto(‘s) en/of (een) filmpje(s) van die [slachtoffer 1] op internet zou plaatsen en/of naar mensen in Zeewolde zou sturen;
Feit 2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2018 tot en met 19 maart 2018 in de gemeente Zeewolde, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] (geboren op [2003] ), door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 1] wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen, of te dulden, die [slachtoffer 1] , via chatgesprekken heeft gedreigd dat hij, verdachte, (een) (naakt)foto(‘s) en/of (een) filmpje(s) van die [slachtoffer 1] op internet zou plaatsen en/of naar mensen in Zeewolde zou sturen als hij niet méér (naakt)foto’s en/of (naakt)filmpjes/beelden van zichzelf zou sturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 3:
hij op of omstreeks 27 juli 2017 te Zeewolde en/of Sittart-Geleen, althans in Nederland, [slachtoffer 2] (geboren op [2001] ) door geweld of enige andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immers heeft verdachte die [slachtoffer 2] meermalen verzocht een of meerdere naaktfoto's op te sturen en daarbij dreigend de woorden toegevoegd "ik weet jouw gegevens, ik weet alles over jou, ik kom je halen" en/of "nu heb ik nog meer van jou". "Als jij nu niet nog een naakt foto stuurt dan zet ik dit online";
Feit 4:
hij op of omstreeks 3 augustus 2017 te Zeewolde, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] (geboren op [2004] ), door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen, of te dulden, hem, die [slachtoffer 3] , via een chatgesprek heeft gedreigd dat hij, verdachte, een naaktfoto van die [slachtoffer 3] op internet zou plaatsen als hij niet méér (naakt)foto•s van zichzelf zou sturen en/of foto's van zijn vrienden en/of familie,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 5:
hij op of omstreeks 23 september 2017, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 4] (geboren op [2003] ), door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen, of te dulden, hem, die [slachtoffer 4] , via een chatgesprek heeft gedreigd dat hij, verdachte, een naaktfoto van die [slachtoffer 4] op de facebookaccount van die [slachtoffer 4] zou plaatsen als hij niet méér (naakt)foto’s van zichzelf zou sturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 oktober 2018, genummerd PL0900-2018077320, opgemaakt door politie Midden-Nederland, team bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 466. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 22 oktober 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
3.Pagina 367-368.
4.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 22 oktober 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
5.Pagina 280-281.
6.Pagina 323 en 325.
7.Pagina 266.
8.Pagina 267.
9.Pagina 268.
10.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 22 oktober 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
11.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 22 oktober 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
12.Pagina 154.
13.Pagina 255.
14.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 22 oktober 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
15.Pagina 165.
16.Pagina 272-273.
17.Pagina 275-276