AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Poging tot doodslag, vernieling en wapenbezit met bijzondere voorwaarden
Op 17 oktober 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 3 mei 2019 in Utrecht heeft geprobeerd haar hoofdbehandelaar, [slachtoffer], van het leven te beroven. De verdachte heeft met een mes geprobeerd de toegang te krijgen tot de behandelinstelling waar het slachtoffer werkzaam was. Tijdens de zitting op 3 oktober 2019 heeft de officier van justitie, mr. M. Kamper, de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J.R.A. Röschlau. De rechtbank heeft diverse deskundigen gehoord, waaronder psychiater J. van der Meer en klinisch psychologen E.J. Kors en T. Smits, die de psychische toestand van de verdachte hebben beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag, vernieling en wapenbezit. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel TBS is overwogen, de verdachte nog een laatste kans moet krijgen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien het recidiverisico. Daarnaast is de benadeelde partij, [instelling], in het gelijk gesteld en is de schadevergoeding van € 299,59 toegewezen.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal toetsing met dossiernummer PL0900-2019131806 Z (p. 1 t/m 66) en het proces-verbaal einddossier met de documentcode 190611.1000.13977 (p. 85 t/m 120) bevinden, volgens de in dat proces-verbaal toegepaste nummering. Wanneer paginanummers verwijzen naar andere processen-verbaal, dan wordt dit expliciet vermeld. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal die op ambtseed of ambtsbelofte en in de wettelijke vorm zijn opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344.1.5° Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2.De verklaring van aangever [slachtoffer] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 6.
3.De verklaring van aangever [slachtoffer] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 7.
4.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 3 oktober 2019.
5.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 17.
6.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 19.
7.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 20.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 3.
9.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 4.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] d.d. 23 mei 2019, proces-verbaal einddossier, pagina 119.
11.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] d.d. 23 mei 2019, proces-verbaal einddossier, pagina 120.
12.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [instelling] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 11 t/m 12.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] d.d. 5 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 24.
14.Een proces-verbaal van binnentreden in woning van verbalisant [verbalisant 5] d.d. 3 mei 2019, proces-verbaal toetsing, pagina 41 t/m 47.
15.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 3 oktober 2019.