4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor feit 1 en 2
Op 15 april 2019 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van poging zware mishandeling/poging doodslag.
Op maandag 15 april 2019 ongeveer om 21.30 uur reed ik op de [straatnaam 1] te [plaatsnaam 1] .
Op 16 april 2019 heeft de politie aanvullende vragen aan [slachtoffer] gesteld. Door [slachtoffer] is daarop als volgt verklaard:
Het verkeerslicht straalt voor mij rood licht uit en ik stop (als eerste auto) voor dat rode licht. Ik zie dat het autootje niet achter mij stopt, maar rechts naast mij op het voorsorteer vak voor rechtsaf. Het verkeerslicht springt voor mij op groen en ik trek gewoon rustig op en juist op dat moment word ik opgeschrikt door een klap tegen de rechterzijde van mijn auto. Ik kijk en zie dat kennelijk die blauwe auto (die net nog naast me op het voorsorteer vak voor rechtsaf stond) ook is weggereden maar net zoals ik rechtdoor is gereden.
Ik rijd een kleine 400 meter door, waar voor mij rechts een parkeerhaven is. Ik zie in de binnenspiegel dat de blauwe auto achter mij stopt. Ik zie dat er een man in die blauwe auto achter stuur zit. Verder zit er niemand anders in die blauwe auto. Ik sta nog bij mijn auto en ik zie de man uitstappen. Tot mijn schrik zie ik ook dat hij een honkbalknuppel in zijn handen heeft. Ik zit net in mijn auto als achter mij een enorme klap hoor van glas dat ingeslagen wordt. Ik zie en voel dat de man mij met kracht met die honkbalknuppel op het hoofd slaat. Hij slaat zeker 5 tot 7 keer op de linkerzijde van mijn hoofd, ter hoogte van mijn slaap. Deze man had de knuppel net andersom vast; dus wel gewoon bij het handvat, maar met het knuppelgedeelte naar beneden.
De man stak de honkbalknuppel door het geopende portierraam mijn auto in en maakte met slagen krachtige stotende bewegingen, waarbij de knuppel als het ware naar zich toe trok en weer van zich afduwde. Hierbij kwam het brede knuppelgedeelte steeds met kracht tegen mijn hoofd aan. Ik zag op dat moment ook goed dat het een metalen (volgens mij aluminium) honkbalknuppel betrof.
Ik zie dan de man stopt met mij slaan; ik zie wel dat hij met die honkbalknuppel met een grote zwaai en dus met grote kracht tweemaal op de vooruit van mijn auto slaat; hierbij raakt hij ook de linker voorstijl van de carrosserie, die daardoor ook helemaal ingedeukt is. Mijn voorruit barst, maar doordat deze van gelaagd glas is blijft de ruit wel in de sponning. Ook raakt de man met het slaan de binnenzijde van mijn portier (waar de portierruit door heen loopt). Deze raakt ook verbogen.
De man begint mij weer op dezelfde manier met die honkbalknuppel in het gezicht te slaan. De man slaat mij nu langer; ik schat ergens tussen de 7 en 10 keer. Ik probeer de slagen af te weren door mijn armen voor mijn hoofd te houden. Ik krijg daardoor ook slagen op mijn beide onderarmen en rond mijn polsen.
Terwijl ik de parkeerplaats af rijdt, hoor ik dat er achter mij nog een ruit van de auto ingeslagen wordt. Mijn achterruit en linker achterportierruit is ingeslagen; dat moet dus een van deze twee zijn geweest.
Ik heb een grote snee op de linker zijde van mijn hoofd, net boven mijn slaap. Daar zitten drie hechtingen in.Deze snee is ontstaan tijdens het slaan.
In een Forensische Geneeskundige verklaring van 17 april 2019 heeft [A] , forensisch arts [...] het volgende genoteerd:
SEH diagnose hoofdletsel, vermoeden van hersenschudding
gemelde klachten Betrokkene heeft flink last van hoofdpijn, de linkerwang, de linkerzijde van de kaak en van het gebit zijn ongevoelig. Het kauwen is moeizaam. De beide onderarmen zijn pijnlijk, met name bij bewegen. Ook de polsen en de vingers zijn gevoelig, vooral bij bewegen. Ook is betrokkene bij vlagen duizelig.
schatting duur verdere
genezing zichtbare letsels: 6 weken
lichaamsdeel hoofd
beschrijving Linkerzijde schedel: een met drie hechtingen gehechte huidwond van ongeveer 4 cm. Linksboven op het voorhoofd, ter hoogte van de haargrens een blauwe verkleuring van de huid met een doorsnede van ongeveer 3 cm. Rondom het linkeroog zwelling en blauwrode verkleuring van de huid, aan de linkerzijde van de neusrug een drietal huidwondjes met een doorsnede van ongeveer 0.5 cm.
lichaamsdeel linker arm
beschrijving De bovenzijde van de linkeronderarm is enigszins gezwollen en iets blauwig verkleurd
soort kneuzing.
De door de onderzochte persoon aangegeven toedracht kan goed passen bij het geconstateerde letsel.
Op 16 april 2019 is [getuige 1] telefonisch als getuige gehoord. Hij heeft het volgende verklaard:
Op maandag 15 april 2019 omstreeks 21:36 uur reed ik samen met mijn collega in mijn auto over de N201 komende vanuit Hilversum en gaande in de richting van Amsterdam.
Toen ik ter hoogte van de hectometerpaal [.] reed zag ik twee auto’s op een weg haven staan. Ik zag dat er allemaal glas op de weg lag. Ik zag dat de bestuurder van het blauwe autootje uit zijn auto was en naast de bestuurderszijde van de andere auto stond. Ik zag dat de man een houtkleurig voorwerp vast hield. Dit voorwerp leek op een stok of een bijl. Ik zag namelijk dat de man met meer dan geringe kracht met het voorwerp in zijn handen hard tegen de andere auto sloeg. Ik had de veronderstelling dat de man met het houten voorwerp de bestuurder wilde slaan. Ik zag ook dan de man gericht sloeg in de richting waar de bestuurder zou moeten zitten. Ik zag dat hij dit met heel veel kracht deed.
Op 19 juli 2019 heeft [getuige 1] in aanvulling op zijn eerdere verklaring van 16 april 2019 het volgende verklaard:
Het kleine blauwe autootje met de dakkoffer stond achter een ander voertuig. Ik zag dat het voorwerp waarmee de verdachte sloeg, leek op de steel van een honkbalknuppel of een stok. Ik zag dat de verdachte de stok met twee handen bij het einde vast had. Ik zag dat hij een soort honkbalslag deed met de stok in de richting van waar de bestuurder hoort te zitten.
Ik zag namelijk dat de verdachte deze slaande beweging ongeveer 3 of 4 keer maakte. Ik zag dat de slagen met zoveel kracht en geweld gingen. Ik zag dit door de lichaamshouding van de verdachte.
Op 9 juli 2019 is [getuige 2] telefonisch als getuige gehoord. Door haar is het volgende verklaard:
Op 15 april 2019 omstreeks 21.30 uur reed ik met mijn collega [getuige 1] door Hilversum op weg naar Den Haag.
Ik zag dat deze man met een lang voorwerp op de bestuurder stond in te hakken. Ik weet niet of het een stok of een buis was. Ik zag dat de man dit met veel kracht deed doordat zijn lichaam mee bewoog met zijn slaande beweging. Ik zag dat hij deze beweging ongeveer 2, 3 of 4 keer maakte.
Over het blauwe autootje kan ik nog vertellen dat ik zag dat het voorzien was van een witte kentekenplaat, met daarop zwart of rode letters.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verklaren op 16 april 2019 het volgende:
Omstreeks 21.50 uur kwamen wij ter plaatse aan de [straatnaam 2] te [plaatsnaam 2] . Aldaar troffen wij het slachtoffer aan. Het slachtoffer zat in zijn eigen voertuig voorzien van kenteken [kenteken 1] , merk Renault, Type Senic, grijs van kleur.
Wij zagen dat de achterruit en het raam aan de linker achterzijde volledig kapot waren geslagen. Wij zagen dat de voorruit ook kapot was geslagen, maar er nog wel in zat. Wij zagen verschillende deuken in het voertuig zitten.
Wij zagen dat zijn gezicht en nek volledig onder het bloed zat, wij zagen dat hij erg ontdaan / geschrokken was. Wij zagen een flinke snee van 5 centimeter op zijn linker kant van zijn schedel zitten.
Aan het einde van de parkeerhaven zagen wij twee plekken waar glas lag. Dit komt overeen met de schade op de auto.
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] verklaren op 3 juli 2019 omtrent het aantreffen van het blauwe autootje het volgende:
Een melder had naar aanleiding van het programma opsporing verzocht gebeld met de melding dat zij het voertuig had zien staan op bovengenoemde locatie. Wij zijn meteen ter plaatse gegaan en zagen het betreffende voertuig. Wij zagen dat het ging om een kleine blauwe Daewoo Kalos. Wij zagen dat er een Duits kenteken plaat op zat, voorzien van het nummer [kenteken 2] . Wij zagen dat er bij het voertuig een dakkoffer op het dak zat.
Een van de buurtbewoners verklaarde dat zij gezien had dat, enkele maanden geleden, de eigenaar van de auto bezig was geweest met zijn auto. De buurtbewoner had schade gezien aan de linker achterkant. Zij had gezien dat de man met een doek en wit spul probeerde om de schade te herstellen.
Een andere buurtbewoner verklaarde dat de man vaak in de avond moet werken en dat zij dacht dat hij op [naam locatie] werkte.
Vervolgens hebben wij, verbalisanten, middels het bedrijfsprocessen systeem BVI-B gezocht naar de eigenaar van het voertuig. Hieruit bleek dat het zo gaan om [verdachte] van [geboortedatum] -1981 woonachtig op de [adres] te [woonplaats] .
Aan aangever [slachtoffer] is een foto getoond van de verdachte. [slachtoffer] verklaart vervolgens:
Antwoord aangever/getuige: Pff dit is m jongens, 100 %. Zijn gezicht vergeet ik nooit meer. Zijn ronde kop, en zijn haar en zijn bouw. Ik begin helemaal te shaken man, dit komt echt ff binnen. Hij heeft wel wat meer baard haar dan tijdens de muishandeling, maar echt dit is hem, 100 %.
Verdachte verklaart dat hij die avond een aanrijding heeft gehad bij de verkeerslichten bij [plaatsnaam 1] :
Die ene avond, 15 april, gaf Google Maps aan dat ik naar rechts moest gaan op een kruising met een stoplicht. Daarna ging het fout, want de navigatie gaf aan dat ik rechtdoor moest. Op het moment dat het groen werd stonden er naast mij ongeveer vijf auto’s. Ik was de eerste op de andere rijbaan. Ik ben snelheid gaan maken zodat ik de auto’s kon passeren. De eerste auto aan de linkerkant maakte ook snelheid en raakte mijn auto aan de achterkant. Hij ging ervandoor en ik ging achter hem aan. Op een gegeven moment stopte hij aan de rechterkant en ik ook op een afstand van anderhalve meter.
De rechtbank is op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen van oordeel dat het verdachte was die op 15 april 2019 geweld heeft gebruikt richting aangever. Die dag vond een aanrijding plaats tussen aangever en verdachte. Zij rijden na de aanrijding iets door om vervolgens aan de rechterkant van de weg te stoppen. Dat verdachte na een korte woordenwisseling zonder geweld zou zijn vertrokken is niet aannemelijk. Getuigen die het moment van gewelduitoefening zien omschrijven de auto van verdachte die daar op dat moment nog steeds staat en aangever herkent de verdachte.
Tevens volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte meerdere malen met kracht met een honkbalknuppel tegen en in de richting van het hoofd en tegen en in de richting van de slaap van [slachtoffer] heeft geslagen en heeft gestoten.
Naar algemene ervaringsregel is het hoofd, waaronder de slaap, een kwetsbaar deel van het lichaam. Krachtige mechanische geweldsinwerking op het hoofd en de slaap kan tot (ernstig) hersenletsel leiden, wat op zijn beurt kan leiden tot de dood. Daarmee is de kans dat [slachtoffer] door deze met kracht gegeven stoten tegen het hoofd en de slaap zou komen te overlijden aanmerkelijk.
Verder geldt dat naar zijn aard en uiterlijke verschijningsvorm het met kracht meerdere malen slaan en stoten met een honkbalknuppel tegen de zijkant van het hoofd, waar zich de slaap bevindt, terwijl die [slachtoffer] op dat moment in zijn auto zit en geen kant op kan, moet worden aangemerkt als zozeer gericht op het doden van die [slachtoffer] , dat verdachte de aanmerkelijke kans dat [slachtoffer] zou komen te overlijden willens en wetens heeft aanvaard.
Het onder feit 1 primair tenlastegelegde is in zoverre wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is op basis van de hiervoor gegeven bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte op 15 april 2019 met een honkbalknuppel meerdere malen met kracht tegen de auto van [slachtoffer] heeft geslagen, waardoor de carrosserie beschadigd is geraakt en het glas van een aantal autoruiten is gebarsten en/of uit de sponningen is gevallen.
Op grond hiervan vindt de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen.