ECLI:NL:RBMNE:2019:4977
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van toegenomen gezondheidsklachten in het kader van de Wet WIA na afwijzing van een eerdere aanvraag
In deze zaak heeft eiser, na een eerdere afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering, opnieuw gezondheidsklachten gemeld. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) heeft een Amber-beoordeling uitgevoerd, waarbij alleen de gezondheidsklachten die tot de oorspronkelijke vastgestelde beperkingen hebben geleid, relevant zijn. De rechtbank heeft op 29 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser ongegrond werd verklaard.
Eiser had zich eerder ziekgemeld en een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag was afgewezen omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Na een nieuwe ziekmelding in 2018, heeft verweerder de toegenomen klachten beoordeeld, maar stelde vast dat er geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak waren. Eiser was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig tot stand zijn gekomen en voldoen aan de vereisten. Eiser voerde aan dat zijn klachten aan de rechterhand en psychische klachten waren toegenomen, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts terecht had vastgesteld dat er geen toegenomen beperkingen waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.