Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
720,--
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Coltavast B.V. een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap European Care Residence and [naam] B.V. (ECR) wegens huurachterstand. ECR huurt sinds 8 maart 2019 kantoor- en bedrijfsruimte van Coltavast, maar heeft de huur over het tweede kwartaal van 2019 pas op 4 juni 2019 betaald en heeft de huur over het derde kwartaal van 2019 tot op heden niet voldaan. Coltavast vordert ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur en boetes. De kantonrechter heeft op 25 september 2019 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Coltavast heeft de spoedeisendheid van haar vordering aangetoond, omdat zij substantiële kosten voor het gehuurde moet betalen en geen huurinkomsten ontvangt. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, omdat ECR haar betalingsverplichtingen niet tijdig is nagekomen en er voldoende aannemelijk is dat een bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden. De termijn voor ontruiming is vastgesteld op 21 dagen na betekening van het vonnis. ECR wordt ook veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, boetes en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 9 oktober 2019.