In deze zaak heeft de kantonrechter op 14 februari 2019 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoekster] B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] wegens een verstoorde arbeidsrelatie. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 24 december 2018 werd ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 31 januari 2019. De feiten van de zaak tonen aan dat [verweerster] sinds 2 april 2013 in dienst was van [verzoekster] en zich op 17 april 2015 ziek meldde. Gedurende haar ziekteperiode waren er verschillende pogingen tot re-integratie, maar deze waren niet succesvol. De arbeidsrelatie tussen partijen was ernstig verstoord, wat leidde tot het verzoek van [verzoekster] om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet langer van [verzoekster] gevergd kon worden. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding ingewilligd en bepaald dat de arbeidsovereenkomst per 1 april 2019 eindigt. Tevens is [verzoekster] veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 9.227,00 aan [verweerster].