Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd te PPC Vught te Vught.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- een proces-verbaal van bevindingen van 28 januari 2019, inhoudende het aantreffen van de situatie ter plaatse na de 112-melding, doorgenummerde pagina 28 e.v.;
- een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 28 januari 2019, doorgenummerde pagina 57 e.v.;
- een geschrift, te weten een pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood van 27 juni 2019, opgemaakt door het NFI;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 oktober 2019.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN MAATREGEL
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege wordt
verpleegd;
- wijst de vordering van
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten die door [benadeelde] zijn gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde] aan de Staat € 15.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.