ECLI:NL:RBMNE:2019:4917

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 oktober 2019
Publicatiedatum
24 oktober 2019
Zaaknummer
7857266
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgverzekering en dubbele boeking: zorgverzekeraar moet zorgvuldig onderzoek doen naar relevante feiten voor dagvaarding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 23 oktober 2019, staat de zorgverzekering van [gedaagde] centraal. [gedaagde] had in het verleden een zorgverzekering bij Agis, die is opgevolgd door Zilveren Kruis. Zilveren Kruis heeft [gedaagde] als wanbetaler aangemeld bij het CAK, wat leidde tot een verhoogde premie. In 2019 heeft Zilveren Kruis een vordering op [gedaagde] ter incassering uit handen gegeven aan LAVG, die hem heeft aangemaand om een bedrag van € 1.856,44 te betalen. Na verweer van [gedaagde] heeft Zilveren Kruis haar eis verminderd, maar de vordering bleef omstreden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis een bedrag van € 242,69 dubbel in rekening heeft gebracht bij [gedaagde]. De rechter oordeelt dat Zilveren Kruis onvoldoende heeft aangetoond dat deze fout niet voor risico van [gedaagde] komt. De kantonrechter heeft Zilveren Kruis veroordeeld tot betaling van € 684,34 aan [gedaagde], en heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De dagvaarding voldeed niet aan de eisen van artikel 21 Rv, wat ook heeft bijgedragen aan de beslissing om [gedaagde] niet te laten betalen voor de dagvaarding.

De rechter heeft benadrukt dat zorgverzekeraars zorgvuldig onderzoek moeten doen naar de relevante feiten en omstandigheden voordat zij een verzekerde dagvaarden. Dit is van belang om onnodige kosten voor de verzekerde te voorkomen. De partijen hebben afgesproken dat [gedaagde] contact kan opnemen met LAVG voor een betalingsregeling, en de kantonrechter heeft gesuggereerd dat bewindvoering mogelijk een oplossing kan zijn voor [gedaagde] in zijn financiële situatie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7857266 UA EXPL 19-1073 SHD/1023
Vonnis van 23 oktober 2019
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Zilveren Kruis,
eisende partij,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders Groningen,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
In het dossier zitten de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 15 mei 2019 met één productie;
  • het verweer van 3 juli 2019 met producties genummerd 1 tot en met 4;
  • het tussenvonnis van 17 juli 2019, waarmee een zitting is bepaald;
  • de akte overlegging producties, tevens houdende akte vermindering van eis van Zilveren Kruis gedateerd 7 augustus 2019;
  • de spreekaantekeningen van [gedaagde] voor de zitting van 7 augustus 2019;
  • het proces-verbaal van de zitting van 7 augustus 2019;
  • de akte van Zilveren Kruis gedateerd 2 september 2019;
  • de brief van de griffier van 4 september 2019, waarmee op verzoek van [gedaagde] aan partijen is bevestigd dat tijdens de zitting van 7 augustus 2019 door de kantonrechter is gezegd dat iedere partij de eigen proceskosten moet dragen;
  • de schriftelijke reactie van [gedaagde] gedateerd 17 september 2019 met producties genummerd 1 tot en met 12.
1.2.
De zitting van 7 augustus 2019 is voortgezet op 9 oktober 2019. Daarbij zijn aanwezig geweest:
- de heer E.J.A. Koers namens LAVG en Zilveren Kruis,
- [gedaagde] in persoon, vergezeld door mevrouw [A] .
Tijdens de zitting heeft [gedaagde] spreekaantekeningen overgelegd alsmede een berekening van zijn beslagvrije voet. De griffier heeft aantekening gehouden van hetgeen met partijen is besproken.
1.3.
Hierna is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1.
[gedaagde] heeft in het verleden een zorgverzekering bij Agis gesloten. Zilveren Kruis is de rechtsopvolger van Agis.
2.2.
Met ingang van juni 2013 heeft Agis [gedaagde] als wanbetaler aangemeld bij het CAK. Sindsdien is [gedaagde] de verhoogde (boete)premie verschuldigd aan het CAK. Alleen de zorgkosten (eigen risico) moet [gedaagde] sindsdien aan Zilveren Kruis betalen.
2.3.
[gedaagde] leeft van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande. Hij heeft in het verleden als zelfstandige in de bouw gewerkt.
2.4.
Met een vonnis van 10 februari 2014 heeft deze rechtbank onder zaaknummer 2512776 UC EXPL 13-18113 beslist op een vordering van Agis tegen [gedaagde] . De vordering had betrekking op premies en zorgkosten voor de periode van augustus 2010 tot en met mei 2013. [gedaagde] is veroordeeld om aan Agis een bedrag van € 3.032,95 te betalen, vermeerderd met een bedrag van € 892,79 voor proceskosten. Syncasso was tijdens de procedure de gemachtigde van Agis. Op enig moment heeft Syncasso het dossier gesloten wegens het ontbreken van verhaalsmogelijkheden. Aan het vonnis is tot op heden niet volledig voldaan. Partijen zijn het er niet over eens welk bedrag nog open staat. Zilveren Kruis heeft zeven betalingen van € 104 afgeboekt op premie voor de periode van 18 februari 2010 tot 29 februari 2012. Volgens [gedaagde] heeft de gemeente namens hem negen keer het bedrag van € 104 betaald.
2.5.
Zilveren Kruis heeft in 2019 opnieuw een vordering op [gedaagde] ter incassering uit handen gegeven, nu aan LAVG. Op 22 maart 2019 heeft LAVG [gedaagde] per brief aangemaand om aan haar € 1.856,44 te betalen. Uit de specificatie in de brief blijkt dat het bedrag ziet op vijftien posten uit de periode van 18 februari 2010 tot juni 2013, alsmede drie posten uit 2017, 2018 en 2019. Op dezelfde dag, 22 maart 2019, heeft LAVG [gedaagde] per brief ook aangemaand om aan haar een bedrag van € 2.478,17 te betalen. Deze tweede brief ziet op dezelfde posten als de eerste, maar het te betalen bedrag is opgehoogd met een bedrag van
€ 314,87 voor incassokosten en € 66,12 aan btw over deze kosten. In beide brieven is melding gemaakt van een betaling van € 242,69 aan Zilveren Kruis.
2.6.
Omdat [gedaagde] niet aan de twee sommaties van 22 maart 2019 heeft voldaan, heeft Zilveren Kruis de dagvaarding van 15 mei 2019 laten uitbrengen. De dagvaarding is gebaseerd op de eerste aanmaning van 22 maart 2019 voor het bedrag van € 1.856,44. Met de dagvaarding heeft Zilveren Kruis veroordeling van [gedaagde] gevorderd tot betaling van een bedrag van € 2.439,65. Dit bedrag was berekend als volgt: € 2.099,13 voor premies en zorgkosten, € 246,26 aan wettelijke rente berekend tot 9 mei 2019, € 336,95 aan buitengerechtelijke incassokosten, en de optelsom verminderd met een betaling van € 242,69. De tweede aanmaning van 22 maart 2019 is niet in de dagvaarding genoemd. Ook het vonnis van 10 februari 2014 is niet in de dagvaarding vermeld.
2.7.
Nadat [gedaagde] verweer had gevoerd en hij het vonnis van 10 februari 2014 had overgelegd, heeft Zilveren Kruis haar eis verminderd. Zilveren Kruis heeft erkend dat alle gevorderde posten uit de periode van 2010 tot en met 2013 (in totaal € 1.414,79) al zijn toegewezen bij vonnis van 10 februari 2014. Volgens Zilveren Kruis is door een vergissing opnieuw betaling gevorderd van de oude posten.
de vordering na vermindering en vermeerdering
2.8.
Na de vermindering van eis vordert Zilveren Kruis in deze procedure nog betaling van drie zorgkostennota’s. Dat zijn de nota’s van
19 september 2017 € 338,21
20 juni 2018 € 103,44
28 februari 2019 € 242,69
Totaal
€ 684,34
Daarnaast vordert Zilveren kruis betaling van buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 172,61 (= € 102,65 + 21,56 + 40,00 + 8,40) en wettelijke rente tot en met 31 juli 2019 tot een bedrag van € 20,42.
2.9.
Om een nieuwe procedure te voorkomen heeft Zilveren Kruis haar eis vermeerderd met een zorgkostennota van
7 november 2018 € 242,69 zodat de gevorderde hoofdsom
per saldo
€ 927,03bedraagt.
Zilveren Kruis vordert ook veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
het verweer
2.10.
[gedaagde] erkent dat hij nog een bedrag van € 684,34 moet betalen voor zorgkosten (eigen risico). Hij stelt dat hij wel wil betalen, maar dat niet kan. Hij voert als verweer dat de nota van zijn kno-arts van € 242,69 dubbel bij hem in rekening is gebracht, zowel op 7 november 2018 als op 28 februari 2019.
2.11.
Zilveren Kruis heeft erkend dat de nota van de KNO-arts dubbel in rekening is gebracht bij [gedaagde] . Volgens Zilveren Kruis ligt de fout bij de kno-arts omdat deze de nota dubbel heeft gedeclareerd. Zilveren Kruis stelt dat zij dit zelf heeft ontdekt bij een controle en het bedrag heeft teruggevraagd. Zij stelt dat het bedrag inderdaad is terugbetaald en dat zij toen een bedrag van € 242,69 heeft afgeboekt op openstaande zorgkostennota’s van 3 oktober 2012 en 30 november 2012. De datum van afboeking blijkt uit het overzicht van Zilveren Kruis. Die datum is 2 december 2018.
wat vindt de kantonrechter er van?
2.12.
Voor het bedrag dat [gedaagde] zelf aangeeft dat hij nog moet betalen zal er een veroordeling volgen. De kantonrechter geeft [gedaagde] voor het overige gelijk. De kantonrechter moet vaststellen dat het bedrag van € 242,69 dubbel in rekening is gebracht bij [gedaagde] . Zilveren Kruis heeft onvoldoende aangetoond dat deze fout is veroorzaakt door een omstandigheid die voor risico van [gedaagde] komt. Mogelijk heeft de kno-arts dubbel gedeclareerd, maar dat verklaart dan nog niet dat Zilveren kruis de tweede nota geheel bij [gedaagde] in rekening heeft gebracht. Zilveren Kruis had in haar eigen administratie kunnen zien dat [gedaagde] zijn eigen risico voor het betreffende jaar al geheel of grotendeels had ‘opgebruikt’. Zilveren Kruis heeft dus ook zelf een fout gemaakt. Zij had de dubbele boeking moeten corrigeren nadat de fout was ontdekt. Zij had in ieder geval niet zonder enig overleg met [gedaagde] een bedrag van € 242,69 als fictieve betaling mogen toerekenen aan oude nota’s waarover in 2014 al bij vonnis is geoordeeld. Die toerekening was volstrekt niet transparant. Zelfs met de laatste specificatie van Zilveren Kruis is de toerekening nog moeilijk te doorgronden. De kantonrechter realiseert zich dat Zilveren Kruis werkt met geautomatiseerde systemen die zo zijn ingesteld dat een betaling automatisch wordt afgeboekt op de oudste openstaande post. In dit geval was echter geen sprake van een betaling van [gedaagde] . De dubbele boeking en de fictieve betaling zal dus alsnog moeten worden gecorrigeerd. In deze procedure kan daarom slechts het bedrag van in hoofdsom € 684,34 worden toegewezen.
2.13.
Partijen zijn het daarmee nog niet eens over de hoogte van de totale schuld. Zij zijn het in het bijzonder niet eens over het bedrag dat nog openstaat op het oude vonnis. [gedaagde] heeft in zijn laatste schriftelijke stuk gesteld dat Zilveren Kruis twee betalingen van € 104 voor premie die de gemeente namens hem heeft gedaan in november 2014 en maart 2015 niet heeft afgeboekt. Hij stelt verder dat hij door onzorgvuldig handelen van Zilveren Kruis in 2015 niet is afgemeld bij het CAK terwijl dat toen wel mogelijk was geweest. Volgens [gedaagde] is hij hierdoor benadeeld. Zilveren Kruis heeft ontkend dat zij meer betalingen heeft ontvangen dan afgeboekt. De kantonrechter gaat dit niet verder uitzoeken in het kader van deze procedure. Partijen zullen dat samen alsnog moeten doen. In zoverre leest de kantonrechter de stellingen van [gedaagde] niet als een formele tegenvordering. Het mogelijk financieel nadeel is ook niet concreet genoeg om als vordering te kunnen verrekenen.
de incassokosten
2.14.
De kantonrechter kan de gevorderde incassokosten niet toewijzen. De twee brieven van 22 maart 2019 vermelden verschillende bedragen. Dat maakt de brieven verwarrend. Bovendien hoefde [gedaagde] geen gevolg aan de sommaties te geven omdat de brieven lijken te gaan over een nieuwe vordering. In de brieven is niet uitgelegd dat Zilveren Kruis (ook) een aanmaning stuurde om [gedaagde] te laten voldoen aan het vonnis van 2014.
de zorgplicht
2.15.
[gedaagde] heeft aan Zilveren Kruis nog het verwijt gemaakt dat zij hem met deze procedure onnodig op kosten heeft willen jagen. Volgens [gedaagde] was via Syncasso bij Zilveren Kruis al lang bekend dat hij geen verhaal bood omdat hij van een bijstandsuitkering moet leven en schulden heeft. Hij heeft verklaard dat het UWV en de belastingdienst beslag hebben gelegd op zijn uitkering en dat Syncasso weloverwogen heeft besloten het dossier te sluiten. Namens Zilveren Kruis is hier tegenover gesteld dat zij vóór het uitbrengen van de dagvaarding in het beslagregister heeft gekeken en daarin toen geen beslagen op naam van [gedaagde] heeft gezien.
2.16.
De kantonrechter overweegt dat een zorgverzekeraar zorgvuldig onderzoek moet doen naar de relevante feiten en omstandigheden alvorens zij opdracht geeft om een verzekerde te dagvaarden. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat met een procedure hoge kosten zijn gemoeid en verzekerden vaak wel willen, maar niet kunnen betalen. Het onderzoek in deze zaak is in ieder geval niet zorgvuldig geweest. Zilveren Kruis beschikte immers al over een vonnis waarmee [gedaagde] is veroordeeld een aanzienlijk bedrag aan haar te betalen. Zij heeft niet uitgelegd waarom dit vonnis niet wordt geëxecuteerd en Zilveren Kruis toch belang heeft bij een nieuw vonnis. Weliswaar is de eis in de loop van de procedure verminderd met het eerder toegewezen bedrag. Dat doet niets af aan de onzorgvuldigheid vóór het uitbrengen van de dagvaarding.
2.17.
Aan de onzorgvuldigheid zijn procedureel geen gevolgen verbonden. Voor de uitkomst van de procedure blijft dit dan ook zonder betekenis.
Betalingsregeling en bewind
2.18.
Beide partijen hebben wel belang bij een regeling voor het bedrag dat [gedaagde] nog moet betalen. [gedaagde] kan dan afgemeld worden bij het CAK. En Zilveren Kruis krijgt dan het geld dat zij nodig heeft om zorg te bekostigen.
2.19.
Partijen hebben tijdens de zitting van 7 oktober 2019 afgesproken dat [gedaagde] na ontvangst van dit vonnis contact kan opnemen met de gemachtigde (LAVG) van Zilveren Kruis voor het treffen van een betalingsregeling voor zijn totale schuld (op grond van beide vonnissen). Tijdens de zitting is namens Zilveren Kruis verklaard dat een betalingsregeling van € 50 per maand mogelijk is.
2.20.
De kantonrechter realiseert zich dat [gedaagde] het financieel niet gemakkelijk heeft. Hij heeft tijdens de zitting toegelicht dat hij geen goede ervaringen heeft met schuldhulp. Toch kan [gedaagde] misschien baat hebben bij (tijdelijke) bewindvoering. Als een bewind door de kantonrechter wordt ingesteld, dan wordt door de rechtbank ook toezicht gehouden op de werkzaamheden van de bewindvoerder. Misschien kan bewind een begin van een oplossing zijn om [gedaagde] verdere boetepremies en (proces)kosten te besparen.
de proceskosten
2.21.
Zilveren Kruis wordt overwegend in het ongelijk gesteld en heeft onzorgvuldig gehandeld. Zij moet daarom de eigen kosten dragen. [gedaagde] hoeft de kosten van de dagvaarding, het griffierecht en het salaris voor LAVG dus niet te betalen. Maar [gedaagde] moet wel zijn eigen proceskosten, zoals reiskosten en kopieerkosten, dragen. Hij heeft immers nog een nieuwe schuld aan Zilveren Kruis vanwege het eigen risico over 2017 en 2018 en wordt veroordeeld die schuld te betalen.
2.22.
De dagvaarding voldoet overigens niet aan artikel 21 Rv. Ook om die reden hoeft [gedaagde] niet voor de dagvaarding te betalen. In de dagvaarding had moeten staan dat over het grootste deel van de gevorderde posten al bij vonnis was beslist. Ook had in de dagvaarding uitgelegd moeten worden dat de post van € 242,69 dubbel was geboekt en om die reden als fictieve betaling was afgeboekt op oude posten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis tegen bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 684,34, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 mei 2019 tot de voldoening;
3.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en in haar afwezigheid uitgesproken door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, op de openbare terechtzitting van 23 oktober 2019, in bijzijn van de griffier.