ECLI:NL:RBMNE:2019:484

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 februari 2019
Publicatiedatum
11 februari 2019
Zaaknummer
7214523 UC EXPL 18-10429
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrechten van een fotograaf door het openbaar maken van een foto op een website

In deze zaak vorderde eiser, een professionele freelance fotograaf, dat gedaagden zich zouden onthouden van inbreuk op zijn auteursrechten met betrekking tot een door hem gemaakte foto. Eiser had in 2015 in opdracht van Ara Shoes AG foto's gemaakt voor een reclamecampagne. In maart 2018 ontdekte eiser dat gedaagden een banner met een uitsnede van zijn foto op hun website hadden geplaatst zonder toestemming. Eiser somde gedaagden in juni 2018 aan om het gebruik van de foto te staken, maar gedaagden verwijderden de banner pas na de sommatie. Eiser vorderde onder andere een verbod op verdere inbreuk, schadevergoeding en vergoeding van proceskosten. De kantonrechter oordeelde dat gedaagden inbreuk hadden gemaakt op de auteursrechten van eiser, omdat zij de foto zonder toestemming openbaar hadden gemaakt. De kantonrechter wees de vorderingen van eiser grotendeels toe, inclusief een schadevergoeding van € 300,00 en een dwangsom voor verdere inbreuken. De proceskosten werden ook aan gedaagden opgelegd. Het vonnis werd uitgesproken op 13 februari 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7214523 UC EXPL 18-10429 ID/963
Vonnis van 13 februari 2019
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] , Duitsland,
eiser,
gemachtigde: mr. P.R.C. Ballings,
tegen:
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde sub 1] V.O.F.,
handelend onder de naam
[handelsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2] ,
vennoot van gedaagde sub 1,
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde sub 3] ,
vennoot van gedaagde sub 1,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
gedaagde sub 3 heeft namens gedaagden verweer gevoerd.
De kantonrechter leidt uit de inhoud van de processtukken af dat de naam van gedaagde sub 1. “ [gedaagde sub 1] V.O.F.” is in plaats van “ [gedaagde sub 1] V.O.F.” zoals kennelijk abusievelijk in de kop van de dagvaarding is vermeld. De kantonrechter zal de dagvaarding aldus verbeterd lezen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 augustus 2018 met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord met productie 1,
- de conclusie van repliek met producties 1 en 2,
- de conclusie van dupliek met producties 2 tot en met 6.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eiser is een professionele freelance fotograaf, die zijn foto’s wereldwijd exploiteert.
2.2.
Gedaagden beheren en exploiteren de website www. [handelsnaam] (hierna: de website), waarop voor meer dan 15.000 merken de online en fysieke verkooppunten worden weergegeven.
2.3.
In 2015 heeft eiser in opdracht van Ara Shoes AG modellen gefotografeerd voor een reclamecampagne. Ara Shoes AG heeft deze foto’s gebruikt in reclamefolders en banners, die zij heeft verspreid onder haar verkooppunten en online openbaar heeft gemaakt.
2.4.
Eiser heeft in maart 2018 geconstateerd dat gedaagden de navolgende banner van Ara Shoes AG op de website hadden geplaatst:
De daarin afgebeelde foto van het vrouwelijke model is een uitsnede van een door eiser gemaakte foto (hierna: de foto).
2.5.
In een brief van 20 juni 2018 heeft mr. Ballings namens eiser gedaagden gesommeerd het gebruik van de foto te staken wegens inbreuk op de auteursrechten en persoonlijkheidsrechten van eiser en verzocht in overleg te treden over het vergoeden van de door eiser geleden schade en gemaakte kosten.
2.6.
Gedaagden hebben de banner op 20 juni 2018 van de website verwijderd en deze op 21 juni 2018 van de server laten verwijderen. Partijen hebben geen regeling kunnen treffen over betaling van een schadevergoeding door gedaagden aan eiser.

3.Het geschil

3.1.
Eiser vordert - kort gezegd - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. gedaagden hoofdelijk beveelt zich te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van eiser, waaronder het openbaar maken en/of verveelvoudigen van de foto op de website, op straffe van een dwangsom,
2. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 750,00, exclusief btw, aan schadevergoeding aan eiser, te vermeerderen met wettelijke rente,
3. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de proceskosten ex 1019h Rv ad in totaal € 4.712,58, exclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Gedaagden voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van eiser in zijn vorderingen, althans tot afwijzing daarvan.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De zaak draagt een internationaal karakter, omdat eiser in het buitenland woont. De kantonrechter acht zich op grond van het bepaalde in artikel 2 lid 1 van de in deze zaak toepasselijke EEX-Verordening bevoegd om van het geschil kennis te nemen, nu gedaagden in Nederland gevestigd respectievelijk woonachtig zijn.
4.2.
Nu de vorderingen gegrond zijn op inbreuk op een auteursrecht vloeit uit artikel 5 lid 1 van de Berner Conventie en artikel 8 lid 1 Rome II-verordening voort dat Nederlands recht van toepassing, omdat Nederland het land is waar de auteursrechtbescherming wordt gevorderd.
4.3.
Ter beoordeling ligt voor of gedaagden inbreuk hebben gemaakt op aan eiser toekomende auteurs- en persoonlijkheidsrechten op de foto en daarom schadeplichtig zijn jegens hem. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat het geval om de volgende redenen.
4.4.
Voor zover gedaagden als verweer aanvoeren dat aan de foto geen auteursrechtelijke bescherming toekomt, gaat de kantonrechter daaraan voorbij. Eiser heeft onweersproken gesteld dat de foto het resultaat is van originele en creatieve keuzes van de maker, die onder andere tot uiting komen in de begrenzing van het onderwerp, de afstand van de camera ten opzicht van de geportretteerde, de wijze waarop gebruik is gemaakt van licht en brandpuntafstand, de keuze van de lens en het variëren van sluitertijd en diafragma. Dit maakt dat de foto voldoende eigen en oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker dragen. Dat de styling, visagie en haarstyling van het gefotografeerde model niet door de fotograaf zijn gedaan, maar door anderen, doet hier niet aan af.
4.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat eiser de foto heeft gemaakt. Het feit dat eiser de feitelijke maker van de foto is, brengt op grond van de hoofdregel van artikel 1 Aw in beginsel mee dat hij ook de auteursrechthebbende is. Dit is slechts anders als hij het auteursrecht conform artikel 2 Aw heeft overgedragen of een ander op grond van de Auteurswet als de maker moet worden aangemerkt. Eiser stelt dat hij met Ara Shoes AG is overeengekomen dat het auteursrecht op de door hem vervaardigde foto’s bij hem blijft rusten en dat hij aan Ara Shoes AG een licentie heeft verstrekt voor gebruik van de foto’s voor de duur van drie jaar. Eiser verwijst naar de als productie 1 bij repliek overgelegde factuur voor de door hem verrichte werkzaamheden waarin is opgenomen: “Buyouts 3 Jahre weltweit alle Printmedien und online”. Gedaagden hebben de juistheid van deze factuur niet betwist. Zij hebben hier alleen tegenin gebracht dat de factuur niet gedateerd is en dat de onderliggende afspraken niet zijn overgelegd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft eiser zodoende met deze factuur voldoende aangetoond dat hij het auteursrecht op de foto niet aan Ara Shoes AG heeft overgedragen, maar zelf heeft behouden. Dit brengt mee dat ook al zou Ara Shoes AG de foto als eerste als van haar afkomstig openbaar hebben gemaakt zonder vermelding van de naam van eiser als maker, zij daarmee niet als de (fictieve) maker en dus auteursrechthebbende heeft te gelden. Het beroep van gedaagden op artikel 8 Aw gaat namelijk niet op, nu eiser met Ara Shoes AG andersluidende afspraken heeft gemaakt. Het beroep van gedaagden op artikel 3.8 BVIE gaat evenmin op, omdat dat artikel geen betrekking heeft op rechten op foto’s.
4.6.
Op grond van artikel 1 Aw heeft eiser als auteursrechthebbende het uitsluitend recht om de foto openbaar te maken en te verveelvoudigen. Anderen mogen dit in beginsel alleen met voorafgaande toestemming van eiser, tenzij zij zich op een beperking van de Auteurswet kunnen beroepen, maar dat laatste is in dit geval niet gesteld of gebleken. Verder komt aan eiser op grond van artikel 25 lid 1 sub a en d Aw in beginsel het recht toe op vermelding van zijn naam als maker bij de foto en het recht om zich te verzetten tegen verminking van de foto.
4.7.
Vast staat dat gedaagden zonder toestemming van eiser een banner met daarin een uitsnede van de foto op de website openbaar hebben gemaakt zonder vermelding van de naam van eiser als maker. Gelet daarop is er sprake van een inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van eiser en daarmee van onrechtmatig handelen van gedaagden jegens eiser op grond waarvan gedaagden schadeplichtig zijn. De vermeende onwetendheid van gedaagden van het op de foto rustende auteursrecht van eiser, maakt dit niet anders. Ook het onbewust schenden van intellectuele eigendomsrechten komt voor rekening en risico van de inbreukmaker. Daarbij had het op de weg van gedaagden gelegen om te onderzoeken of het hen vrij stond de banner van Ara Shoes AG te kopiëren en op de website te plaatsen. Dit geldt temeer nu zij wisten dat foto’s niet zonder toestemming van de auteursrechthebbende verveelvoudigd en openbaar gemaakt mogen worden en zij om die reden ook een abonnement hebben genomen bij […] . Nu gedaagden het inbreukmakende handelen niet hebben erkend, heeft eiser belang bij toewijzing van het onder 1. gevorderde bevel tot het zich onthouden van dat handelen. Het gevorderde bevel is voor het overige te ruim geformuleerd, zodat dat deel zal worden afgewezen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd.
4.8.
Eiser heeft voldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat hij als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade heeft geleden. Eiser heeft immers aangevoerd dat hij met zijn foto’s inkomsten genereert, dat de foto in opdracht is gemaakt en dat hij daarvoor een vergoeding heeft gekregen. Dit is door gedaagden onvoldoende bestreden.
4.9.
Nu de schade niet exact is vast te stellen, zal deze begroot moeten worden op een wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade. Uitgangspunt bij deze begroting is dat de auteursrechthebbende ten minste aanspraak kan maken op een schadevergoeding gelijk aan de licentievergoeding die verschuldigd zou zijn geweest, als er wel toestemming voor de veelvoudiging zou zijn gevraagd. Eiser stelt dat voor de tarieven aansluiting moet worden gezocht bij de tarievenlijst 2015 van de Stichting Foto Anoniem. Voor zover gedaagden zich op het standpunt stellen dat het niet redelijk is om bij de begroting van de schade van die tarieven uit te gaan, gaat de kantonrechter daaraan voorbij.
Gedaagden hebben volstaan met te stellen dat vergelijkbare foto’s via […] te koop zijn voor € 9,80 per stuk. Nu niet is gesteld of gebleken dat via […] ook een licentie voor gebruik van de foto van eiser kan worden gekocht, gaat die vergelijking niet op. De kantonrechter zal dan ook uitgaan van de genoemde tarievenlijst.
4.10.
Eiser is voor wat betreft het toepasselijke tarief uitgegaan van het tarief behorend bij gebruik van een foto van 400x600 pixels, voor de duur van maximaal een kwartaal, op een Nederlandstalige site met een .nl domeinnaam, op een pagina die één niveau dieper ligt dan de homepage van de site, zijnde € 300,00. Deze berekenwijze is door gedaagden niet betwist. Daarmee is een bedrag van € 300,00 exclusief btw aan gederfde licentievergoeding toewijsbaar.
4.11.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om daarnaast nog een bedrag aan schadevergoeding toe te wijzen wegens schending van de genoemde persoonlijkheidsrechten van eiser. Dit omdat gedaagden een bestaande banner van Ara Shoes AG, waarin de foto al was bijgesneden en waarin de naam van eiser niet was opgenomen, één op één van een andere internetpagina hebben overgenomen op de website. Nu gedaagden deze banner niet hebben aangepast, valt zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet in te zien dat eiser ter zake schade heeft geleden. De banner is dan immers met toestemming van eiser al eerder op deze wijze op internet gebruikt. Het is strijdig met de redelijkheid dat eiser zich verzet tegen het zodanig gebruik van zijn foto, welk gebruik hij eerder door Ara Shoes AG wel toestond.
4.12.
De gevorderde wettelijke rente over het bedrag aan schadevergoeding zal worden toegewezen zoals gevorderd.
4.13.
Deze procedure ziet op de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, zodat artikel 1019h Rv van toepassing is. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft eiser in redelijkheid tot dagvaarden kunnen overgaan, omdat gedaagden het inbreukmakende handelen niet hebben erkend en in het minnelijk traject niet bereid zijn gebleken meer dan € 150,00 aan vergoeding voor schade en kosten aan eiser te voldoen. Bij de vaststelling van de redelijke en evenredige kosten ex artikel 1019h Rv gaat de kantonrechter uit van de door de rechtbank gehanteerde Indicatietarieven in IE-zaken, versie 1 april 2017. Nu het een eenvoudige inbreukkwestie betreft, met een beperkt feitencomplex en er geen uitgebreid inhoudelijk verweer is gevoerd, beschouwt de kantonrechter deze zaak als een zeer eenvoudige, niet bewerkelijke bodemzaak, waarvoor het liquidatietarief geldt. Eiser heeft niet onderbouwd waarom in dit geval een hoger tarief op zijn plaats is.
4.14.
Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding € 169,58 (incl. informatiekosten, excl. btw)
- griffierecht 226,00
- salaris gemachtigde
240,00(2,0 punten × tarief € 120,00)
Totaal € 635,58
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de in 5.4. bepaalde termijn.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt gedaagden om zich onmiddellijk na de betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van eiser op de foto, waaronder het openbaar maken en/of verveelvoudigen van de foto op de website,
5.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de één betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, om aan eiser een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de één betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, om binnen tien werkdagen na betekening van dit vonnis aan eiser een bedrag van € 300,00 exclusief btw te betalen aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van 30 augustus 2018 tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, in die zin, dat wanneer de één betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling zal zijn bevrijd, tot betaling van de proceskosten aan de zijde van eiser, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 635,58, waarin begrepen € 240,00 aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2019.