In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 september 2019 uitspraak gedaan over de wijziging van de verblijfplaats van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam van minderjarige], die sinds 2008 in een pleeggezin verblijft. De gecertificeerde instelling (GI) had op 23 augustus 2019 met spoed [voornaam van minderjarige] overgeplaatst naar een crisisplek zonder voorafgaande toestemming van de kinderrechter, wat als onrechtmatig werd beschouwd. De kinderrechter had op 29 augustus 2019 toestemming verleend voor een tijdelijke plaatsing van twee weken, maar het meer of anders gevraagde werd aangehouden.
De moeder van [voornaam van minderjarige] heeft verweer gevoerd tegen de acties van de GI en verzocht om de terugplaatsing van haar kind naar haar zorg. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI tekort is geschoten in het naleven van de wettelijke vereisten voor de verplaatsing van een pleegkind dat langer dan een jaar in hetzelfde pleeggezin verblijft. Ondanks de onrechtmatigheid van de eerdere verplaatsing, oordeelde de kinderrechter dat de spoedplaatsing noodzakelijk was voor het welzijn van [voornaam van minderjarige].
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat [voornaam van minderjarige] niet kan terugkeren naar de pleegouders en dat de huidige situatie bij de moeder niet voldoende is om de zorg voor haar kind te waarborgen. De GI is verantwoordelijk voor de verdere stappen en moet zorgen voor de juiste hulpverlening. De kinderrechter heeft de GI toestemming verleend om de verblijfplaats van [voornaam van minderjarige] te wijzigen naar een zorgaanbieder voor 24-uurs zorg tot 15 september 2019, en heeft het verzoek van de moeder om de GI te vervangen afgewezen. De kinderrechter heeft de GI aangespoord om adequaat te handelen in de toekomst.