Op 15 oktober 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een echtpaar uit IJsselstein vrijgesproken van fraude met kinderopvangtoeslag. De officier van justitie beschuldigde hen ervan dat zij aanvraagformulieren voor kinderopvangtoeslag niet naar waarheid hadden ingevuld. De man was vennoot van een gastouderbureau en zijn vrouw zou medeplichtig zijn door haar bankrekening beschikbaar te stellen. De rechtbank oordeelde echter dat niet bewezen kon worden dat de verdachten daadwerkelijk fraude hadden gepleegd.
De zaak omvatte zes aangiftes tegen de man en het gastouderbureau, waarbij gesjoemeld zou zijn met het aantal oppasuren, de vermelde gastouder(s) en handtekeningen. De Belastingdienst had bedragen uitgekeerd op de rekening van het gastouderbureau, maar de aangevers stelden dat zij de toeslag niet of slechts gedeeltelijk hadden ontvangen. De rechtbank hield rekening met het tijdsverloop van de feiten, die tussen 2008 en 2014 hadden plaatsgevonden, wat de waarheidsvinding bemoeilijkte.
De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangevers in 2019 tegenstrijdigheden vertoonden en dat de bedrijfsadministratie van het gastouderbureau niet meer beschikbaar was. Hierdoor was het moeilijk om de rol van de verdachten vast te stellen. Hoewel de rechtbank kon vaststellen dat de aanvragen voor kinderopvangtoeslag niet naar waarheid waren ingevuld, kon niet bewezen worden dat de man de aanvraagformulieren vervalste of geld verduisterde. Daarom sprak de rechtbank zowel de man als zijn vrouw vrij. De officier van justitie had taakstraffen geëist van 240 en 80 uur, maar deze werden niet opgelegd.