Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
AST Beheer B.V., vergunninghouder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die was verleend voor de nieuwbouw van bedrijfshallen en kantoorruimte op een bedrijventerrein. Eiser, eigenaar van een pand tegenover het perceel, had bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 6 november 2018 was verleend aan de vergunninghouder, AST Beheer B.V. Het bestreden besluit van 27 juni 2019 verklaarde het bezwaar deels gegrond, maar liet de omgevingsvergunning in stand met enkele voorwaarden. Eiser stelde dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan en dat de vergunning ten onrechte was verleend met toepassing van de kruimelgevallenregeling.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd was, met name met betrekking tot de definities van hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk. De voorzieningenrechter vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de vergunning niet opnieuw hoefde te worden beoordeeld. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond was verklaard en de zaak finaal werd afgedaan. Eiser kreeg het griffierecht vergoed, en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.024,-.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering bij besluiten over omgevingsvergunningen, vooral wanneer er gebruik wordt gemaakt van uitzonderingsregelingen zoals de kruimelgevallenregeling. De voorzieningenrechter volgde de uitleg van verweerder niet en stelde dat de zelfstandige kantoorruimte niet binnen de bestemming van het perceel viel, wat leidde tot de vernietiging van het besluit.