ECLI:NL:RBMNE:2019:4618
Rechtbank Midden-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 3 oktober 2019, wordt de onbevoegdheid van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum bij de uitspraak op bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. Eiser had op 14 maart 2018 een naheffingsaanslag van € 64,90 ontvangen, welke hij betwistte. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond, waarna eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 30 augustus 2019 was eiser afwezig, maar de gemachtigde van de verweerder was aanwezig.
De rechtbank constateert dat de uitspraak op bezwaar is gedaan door een medewerker van ParkeerService, terwijl de bevoegdheid om dergelijke uitspraken te doen niet aan deze instantie was gemandateerd. Dit leidt tot de conclusie dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen. De rechtbank wijst erop dat de heffingsambtenaar de bevoegdheid om bezwaar te behandelen niet kan mandateren aan ParkeerService, omdat deze instantie ook verantwoordelijk is voor het opleggen van naheffingsaanslagen. De rechtbank biedt verweerder de gelegenheid om het gebrek te herstellen binnen een termijn van vier weken.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet worden behandeld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 oktober 2019 en is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier M. Knoop.