ECLI:NL:RBMNE:2019:4539

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 september 2019
Publicatiedatum
30 september 2019
Zaaknummer
16/659757-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving

Op 30 september 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 8 juni 2016 te Soest, waarbij de verdachte samen met anderen een geldbedrag van 120 euro zou hebben weggenomen van een slachtoffer, vergezeld van bedreiging en geweld. De rechtbank heeft op basis van het procesdossier en de verklaringen van de betrokkenen geoordeeld dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de diefstal met geweld heeft gepleegd. De rechtbank concludeerde dat de handelingen van de verdachte niet voldeden aan de criteria voor diefstal, aangezien het geld door het slachtoffer zelf werd afgegeven en niet werd weggenomen.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en haar medeverdachten bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving van het slachtoffer. De rechtbank stelde vast dat de verdachte geen wezenlijke bijdrage had geleverd aan de omstandigheden die leidden tot de vrijheidsberoving. Gezien deze overwegingen sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel de diefstal met geweld als de wederrechtelijke vrijheidsberoving. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de noodzaak om de betrokkenheid van een verdachte bij de tenlastegelegde feiten duidelijk aan te tonen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/659757-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 september 2019.
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
opgegeven postadres: [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 september 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.R.F. Esbir Wildeman en van hetgeen verdachte en mr. S.B.J. Hiemstra, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 (eerste alternatief):
op 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging, een geldbedrag toebehorende aan [slachtoffer] heeft weggenomen, welke diefstal is voorafgegaan, vergezeld of gevolgd door (bedreiging met) geweld tegen die [slachtoffer] ;
en/of
Feit 1 (tweede alternatief):
op 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging, door (bedreiging
met) geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag, welke
(bedreiging) met geweld bestond uit het:
- rond de nek vastpakken van [slachtoffer] ;
- tegen de borst en/of hals duwen van [slachtoffer] ;
- tegen [slachtoffer] zeggen: “Je denkt toch niet dat je zomaar weg kan, je bent een vieze hoerenloper, we hebben cameratoezicht, we hebben je kenteken en daarmee weten we ook je werkgever, je staat op de foto. Je komt hier niet weg”;
- in het gezicht slaan van [slachtoffer] ;
- tegen [slachtoffer] zeggen: “je moet betalen, we maken foto’s, doe geen rare dingen zoals de politie bellen;
- het tegen [slachtoffer] zeggen dat hij zijn broek moest laten zakken en dat zij een foto zouden maken van het ontblote geslachtsdeel van die [slachtoffer] .
Feit 2:
op 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging, [slachtoffer] , wederrechtelijk van
zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 (eerste alternatief) en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en baseert zich daarvoor op de bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integraal vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Verdachte was niet aanwezig bij de afpersing en de wederrechtelijke vrijheidsberoving.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 (eerste alternatief):
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte de onder feit 1 eerste alternatief ten laste gelegde diefstal met geweld heeft begaan. Voor een bewezenverklaring van diefstal moet komen vast te staan dat sprake was van een wegnemingshandeling door de dader. Aangever heeft verklaard dat hij, nadat veelvuldig tegen hem was gezegd dat hij moest betalen en er geweld tegen hem was uitgeoefend, uiteindelijk het geld in zijn hand heeft genomen en heeft gezegd “hier is het geld”, waarna het geldbedrag uit zijn hand werd gepakt. De rechtbank is van oordeel dat hiermee sprake is geweest van het afgeven van het geldbedrag en niet van het wegnemen. De rechtbank zal verdachte dan ook van diefstal vrijspreken.
Ten aanzien van feit 1 (tweede alternatief):
Uit de verklaring van aangever blijkt dat hij eerst geld heeft afgegeven en dat pas daarna tegen hem is gezegd dat hij zijn broek naar beneden moest doen en dat er een foto van zijn ontblote geslachtsdeel werd gemaakt. De afpersing was daarom al voltooid voordat tegen aangever werd gezegd dat hij zijn broek moest laten zakken. Voor zover verdachte al betrokken was bij het maken van de foto heeft dit dus geen rol gespeeld bij de afgifte van het geld door aangever. Verdachte heeft ook geen van de overige tenlastegelegde handelingen verricht die hebben geleid tot de afpersing. De rechtbank is van oordeel dat de enkele aanwezigheid van verdachte in het vakantiehuisje ten tijde van de afpersing onvoldoende is om te oordelen dat er sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar medeverdachten bij de afpersing van aangever. Zij heeft aan die afpersing geen wezenlijke bijdrage geleverd. Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het aan verdachte onder feit 1 (tweede alternatief) ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en dat zij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2:
Uit het procesdossier valt niet af te leiden dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en haar medeverdachten bij de wederrechtelijke vrijheidsberoving van aangever. Verdachte was weliswaar aanwezig in het vakantiehuisje, maar uit de verklaringen van verdachte de medeverdachten en aangever volgt niet dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de omstandigheid dat aangever het huis niet kon verlaten. Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten aanzien van feit 2 moet worden vrijgesproken nu dit feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 1 (eerste en tweede alternatief) ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.E. Spruit, voorzitter, mrs. I.J.B. Corbeij en M.E. Falkmann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Beek, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 september 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
zij op of omstreeks 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (van 120,- euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- die [slachtoffer] (met kracht) rond/bij de nek heeft/hebben vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] op/tegen de borst en/of de hals heeft/hebben geduwd en/of
- ( daarbij) (op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd "Je denkt toch niet dat je zomaar weg kan, je bent een vieze hoerenloper, we hebben cameratoezicht, we hebben je kenteken en daarmee weten we ook je werkgever, je staat op de foto, je komt hier niet weg", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking, en/of
- die [slachtoffer] in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd woorden in de trant van "je moet betalen, we maken foto's, doe geen rare dingen zoals de politie bellen" en/of
- ( meermalen) (op dwingende manier) gezegd dat die [slachtoffer] zijn broek moest laten zakken en/of dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (vervolgens) (een) foto('s) zou(den) maken van het ontblote geslachtsdeel van die [slachtoffer] ;
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
zij op of omstreeks 08 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van 120,- euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of haar mededader(s), welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat zij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- die [slachtoffer] (met kracht) rond de nek heeft/hebben vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] op/tegen de borst en/of de hals heeft/hebben geduwd en/of
- ( daarbij) (op dreigende toon) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd "Je denkt toch niet dat je zomaar weg kan, je bent een vieze hoerenloper, we hebben cameratoezicht, we hebben je kenteken en daarmee weten we ook je werkgever, je staat op de foto, je komt hier niet weg", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd woorden in de trant van "je moet betalen, we maken foto's, doe geen rare dingen zoals de politie bellen"
- ( meermalen) (op dwingende manier) gezegd dat die [slachtoffer] zijn broek moest laten zakken en/of dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (vervolgens) (een) foto('s) zou(den) maken van het ontblote geslachtsdeel van die [slachtoffer] ;
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Feit 2:
zij op of omstreeks 08 juni 2016 te Soest, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] in een huisje (op vakantiepark Het [vakantiepark] ) wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk
- die [slachtoffer] (met kracht) rond de nek vastgepakt en/of
- die [slachtoffer] , toen die [slachtoffer] de voordeur open deed, naar binnen geduwd en/of klem gezet in een hoek in de hal en/of
- ( daarbij) die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: "Je denkt toch niet dat je zomaar wegkan, je bent een vieze hoerenloper, wij hebben cameratoezicht, we hebben je kenteken en daarmee weten we ook je werkgever, je staat op de foto, je komt hier niet weg", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] de weg naar de voordeur versperd en/of
- een dreigende sfeer gecreëerd en in stand gehouden waardoor die [slachtoffer] enige tijd werd belet/belemmerd zich vrijelijk te bewegen en te gaan en staan waar hij wilde;
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht