Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
wonende aan de [adres] , [woonplaats]
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
bijlage 1aan dit vonnis gehecht.
in de periode van 13 maart 2019 tot en met 12 juni 2019 in Zeewolde [slachtoffer] heeft gestalkt;
in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 28 februari 2019 in Zeewolde zijn levensgezel, [slachtoffer] , meermalen heeft mishandeld;
in de periode van 10 mei 2019 tot en met 12 mei 2019 in Zeewolde een ruit heeft vernield;
in de periode van 28 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 in Zeewolde meerdere malen heeft gehandeld in strijd met een door de officier van justitie gegeven gedragsaanwijzing.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
bijlage 2aan het vonnis gehecht. De bewijsmiddelen dienen op deze plaats als ingelast te worden beschouwd.
5.BEWEZENVERKLARING
in de periode van 13 maart 2019 tot en met 12 juni 2019 te Zeewolde, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
op tijdstippen in de periode van 14 oktober 2018 tot en met 28 februari 2019 te Zeewolde zijn levensgezel, [slachtoffer] , heeft mishandeld door te slaan tegen het lichaam en te schoppen tegen het lichaam;
op 12 mei 2019 te Zeewolde opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die aan [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield;
hij op of omstreeks 13 mei 2019 te Zeewolde een wapen van categorie I, onder 6° van de Wet wapens en munitie, te weten een katapult heeft vervaardigd en voorhanden heeft gehad en heeft vervoerd;
in de periode van 28 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te [woonplaats] , (telkens) opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 15 mei 2019 gegeven door de officier van justitie in het arrondissement Midden-Nederland, kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
belaging;
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
Strafbaarheid
Oplegging straf en maatregel
150 uren;
gevangenisstrafvan
1 maand;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2019 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen hechtenis;
- zich niet op te houden in/op de [adres] te [woonplaats] ;
- zich niet op te houden binnen een straal van 100 meter van de woning, gelegen in/aan de [adres] te [woonplaats] ;
- zich te onthouden van contact met de volgende perso(o)n(en): [slachtoffer] , geboren [1991] .