Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
op de website Marktplaats.nl gezet. Op 30 januari 2018 kreeg ik een bericht. Ik zag dat er onder het bericht de naam [A] stond . Wij hebben gedurende de dag diverse keren contact via de chat van de marktplaats app gehad over de verkoop. [2]
inclusief software te koop gezet. De persoon die een reactie gaf vroeg of € 1.500,- akkoord was als hij dat bedrag betaalde. Vervolgens is er via de chat een over en weer gesprek geweest. Vervolgens heeft de koper (die zich [A] noemde) zijn telefoonnummer aan mij verstrekt. [7]
. Op 19 januari 2018 heb ik een marktplaatsadvertentie aangemaakt. [A] was geïnteresseerd in mijn MacBook en wilde hem kopen. We waren een prijs van € 1.500,- overeengekomen. Het geld zou worden overgemaakt via internetbankieren. Dezelfde dag kwam [A] bij mij thuis. Hij vertelde mij dat hij de MacBook nodig had voor zijn studie. We waren het eens geworden en hij pakte zijn telefoon om het geld over te schrijven via ABN AMRO internetbankieren. Ik zag dat hij € 1.500,- had overgemaakt naar mij. Op de achtergrond zag ik ook dat het was afgeschreven van [A] met bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] . [voornaam van A] had aangeboden dat ik een foto van zijn identiteitskaart kon maken. Ik heb mijn MacBook vervolgens aan [A] meegegeven. [11] De volgende dag kwam ik erachter dat het geld niet op mijn bankrekening was bijgeschreven. [12]
, [A] , afgesproken op station Haarlem om de overdracht van de laptop te doen en de banktransactie te voltooien. [voornaam van A] opende op zijn telefoon een app waarvan ik dacht dat het de ABN AMRO bankieren-app was. Hij vulde mijn bankgegevens in en voltooide de transactie. Ik zag dat na de transactie zijn banksaldo ook daadwerkelijk afgenomen was met het bedrag dat ik overgemaakt zou krijgen. [13] Ik maakte een foto van de transactie op zijn telefoonscherm en een foto van zijn identiteitsbewijs. [14]
- gebruik maken van een valse naam;
- zich voordoen als iemand die daadwerkelijk geïnteresseerd is in de koop van de goederen (bonafide koper);
- gebruik maken van een nagemaakte mobiele applicatie voor internetbankieren;
- gebruik maken van een vals rekeningnummer.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
medeplegen van een poging tot oplichting;
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
€ 1.500,00. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
€ 1.799,20. Dit bedrag bestaat geheel uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvan
1 maand;
proeftijdvan
twee (2) jarenvast;
taakstrafvan
80 uren;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 1.400,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 4] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] B.V. aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart de vordering tot vergoeding van immateriële schade ten bedrage van € 150,- niet ontvankelijk;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 1.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 6] aan de Staat € 1.750,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2018 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 7] aan de Staat € 1.799,20 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;