ECLI:NL:RBMNE:2019:4464
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak; vaststelling eigen verkoopcijfer leidend
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarde van een woning. De eiser, eigenaar van de woning, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn, die de waarde van de woning voor het belastingjaar 2018 had vastgesteld op € 493.000,-. Eiser betoogde dat de waarde te hoog was vastgesteld en stelde dat de eigen verkoopprijs van de woning, die op 12 oktober 2017 voor € 528.000,- was verkocht, leidend moest zijn. De rechtbank overwoog dat de hoofdregel van de Wet WOZ is dat het eigen verkoopcijfer leidend is bij de waardering van een woning. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar ten onrechte het eigen koopcijfer had losgelaten en de waarde had vastgesteld met behulp van de vergelijkingsmethode. De rechtbank concludeerde dat de waarde van de woning op de waardepeildatum, 1 januari 2017, lager moest zijn dan de vastgestelde waarde, gezien de stijgende woningprijzen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de WOZ-waarde vastgesteld op € 450.000,-. Tevens werd bepaald dat de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig moest worden verminderd en dat het griffierecht van € 47,- aan eiser moest worden vergoed.