ECLI:NL:RBMNE:2019:4402
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser in het kader van de Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een Wajong-uitkering aan eiser. Eiser, die op 11 februari 2016 een Wajong-uitkering heeft aangevraagd, kreeg deze aanvraag afgewezen op 7 maart 2016. Eiser heeft vervolgens op 7 april 2018 opnieuw een aanvraag ingediend, die door verweerder is opgevat als een verzoek om terug te komen op het eerdere besluit. Verweerder heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door eiser.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 19 februari 2019, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en zijn ouders. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om verweerder in de gelegenheid te stellen aanvullende informatie in te dienen. Verweerder heeft echter geen medische informatie van het [instelling] kunnen verkrijgen, wat de beoordeling van de zaak bemoeilijkte. Eiser heeft zijn standpunt onderbouwd met rapporten van zijn psychiater en informatie van zijn ouders, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, C.A. Goldhoorn, voldoende waren om te concluderen dat eiser geen duurzaam arbeidsvermogen heeft.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op de datum in geding geen vier uur per dag belastbaar is, maar dat deze situatie niet als duurzaam kan worden beschouwd. De rechtbank heeft de redeneringen van Goldhoorn gevolgd en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om op het eerdere besluit terug te komen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.