Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
1.[eiseres sub 1] ,wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen [eiseres sub 1] ,2. [eiser sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen [eiser sub 2] ,eisers in conventie,verweerders in reconventie, hierna te zamen te noemen: [eiser sub 2] c.s.,gemachtigde mr. V.L.M.J. Boitelle,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde mr. J.L.J.M. van de Mortel.
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 april 2019
- de overlegging van een brief van de gemeente [.] van 20 april 2000
- het proces-verbaal van comparitie en gerechtelijke plaatsopneming van 5 juni 2019
- de brief van 11 juni 2019 aan de zijde van [eiser sub 2] c.s.
- de brief van 13 juni 2019 aan de zijde van [gedaagde] .