In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van de geboorteakten van vier kinderen en wijziging van hun geslachtsnaam. De moeder, die bij naturalisatie haar geslachtsnaam voor de kinderen heeft gekozen, heeft verzocht om de geslachtsnaam van de kinderen te wijzigen naar die van de vader, die Eritrese nationaliteit heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geboorteakten van de kinderen onvolledig zijn, omdat de vader niet als juridische vader op de akten is vermeld. Dit is in strijd met artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat verbetering van kennelijke misslagen in akten toestaat. De rechtbank heeft daarom gelast dat de geboorteakten van de kinderen worden verbeterd om de gegevens van de vader op te nemen.
De rechtbank heeft echter het verzoek om de geslachtsnaam van de kinderen te wijzigen afgewezen. Dit is gebaseerd op het feit dat de man geen geslachtsnaam heeft volgens het Eritrese recht, dat een namenreeks hanteert in plaats van geslachtsnamen. Bovendien hebben de kinderen en de moeder inmiddels de Nederlandse nationaliteit en is de geslachtsnaam van de kinderen bij Koninklijk Besluit vastgesteld. De rechtbank concludeert dat er geen ruimte is om de geslachtsnaam van de kinderen te wijzigen, aangezien dit in strijd zou zijn met de eerder gemaakte afspraken en wettelijke bepalingen. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en kan door de betrokken partijen worden aangevochten.